Onderzoek CIDP
Ziekte: Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)
Vraagstelling: CIDP is een aandoening van de zenuwen die krachtverlies en gevoelsstoornissen in armen en benen veroorzaakt. Hierbij is er sprake van inflammatie wat het myeline van de zenuwen aantast. CIDP kan een wisselend beloop hebben waarbij de klachten chronisch kunnen zijn maar, in een deel van de patiënten, ook na verloop van tijd kunnen uitdoven. Om de aandoening te behandelen wordt er vaak intraveneuze immunoglobuline (IVIg) voorgeschreven waarbij patiënten langdurig worden behandeld. Hierbij is de vraag of langdurige behandeling (meer dan 6 maanden) bij iedere patiënt wel echt nodig is omdat de aandoening niet bij iedereen een chronisch beloop heeft. Omdat ziekteactiviteit niet in bijvoorbeeld het bloed of met EMG-onderzoek kan worden vastgesteld is het stoppen van de behandeling en observeren of er toename van klachten is op dit moment de enige manier om te kijken of CIDP nog actief is.
Methode: In de IOC-trial werden 60 CIDP-patiënten die stabiele klachten hadden en ten minste 6 maanden werden behandeld met IVIg geloot voor het afbouwen van de IVIg met placebo, of doorbehandelen met IVIg. Dit gebeurde geblindeerd waarbij de deelnemers dus niet wisten in welke groep zij zaten. De deelname duurde 24 weken. Indien er toename van klachten was werd bekend gemaakt in welke groep de betreffende deelnemer zat en werd de behandeling hervat.
Verwachte resultaten: het artikel is momenteel onder review
Duur (verwachte einddatum): de inclusie is reeds gesloten
Onderzoeksteam
Max Adrichem, arts-onderzoeker
Dr. Filip Eftimov, neuroloog
Professor Ivo van Schaik, neuroloog
Ziekte: Chronische Inflammatoire Demyeliniserende Polyneuropathie (CIDP)
Vraagstelling: leidt de combinatie van intraveneuze immunoglobuline (IVIg) met intraveneuze methylprednisolon vaker tot langere onderdrukking van de ziekte (‘remissie’) dan behandeling met alleen IVIg?
Methode: Proefpersonen met CIDP worden gedurende 18 weken om de 3 weken behandeld met IVIg in combinatie met intraveneus methylprednisolon (een corticosteroïd) of placebo (een ‘nepmiddel’). In totaal vinden er 7 behandelingen plaats. Toewijzing van de methylprednisolon of placebo wordt door middel van loting bepaald. Zowel proefpersoon als arts weten niet welke van de twee wordt gegeven. Er doen 14 ziekenhuizen mee aan dit onderzoek, waarvan 8 in Nederland en 6 in het Verenigd Koninkrijk. Voor dit onderzoek zijn 96 proefpersonen nodig.
Verwachte resultaten: we hopen dat de combinatiebehandeling leidt tot de voordelen van beide individuele geneesmiddelen: een snelle verbetering van klachten en een langdurige onderdrukking van de ziekte.
Duur: momenteel doen 34 proefpersonen mee aan de studie. De studie is tijdelijk stopgezet in verband met het coronavirus en heeft hierdoor enige vertraging opgelopen. We hopen eind 2023 de eerste resultaten binnen te hebben.
Onderzoeksteam
Sander Bus, arts-onderzoeker
Dr. Filip Eftimov, neuroloog
Professor Ivo van Schaik, neuroloog
Ziekte: Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)
Vraagstelling: De mate van ziekteactiviteit kan sterk wisselen tussen patiënten met chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP). Bij sommige patiënten is de ziekte chronisch actief, bij patiënten maar voor een kortere tijd en bij sommige patiënten wisselt de ziekteactiviteit. Het is echter niet mogelijk om ziekteactiviteit vast te stellen zonder de behandeling tijdelijk te stoppen. In dit project willen we onderzoeken of de ziekteactiviteit vast gesteld kan worden door bepaalde eiwitten in het bloed te meten.
Methode: In reeds afgenomen bloed van patiënten met CIDP zal op verschillende momenten van hoge en lage ziekteactiviteit, concentraties van verschillende eiwitten gemeten gaan worden.
Verwachte resultaten: Met dit projecten willen we eiwitten identificeren die verder onderzocht kunnen worden in vervolgstudies.
Duur (verwachte einddatum): 2023
Onderzoeksteam
Max Adrichem, arts-onderzoeker
Dr. Filip Eftimov, neuroloog
Professor Ivo van Schaik, neuroloog
Ziekte: Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)
Achtergrond en vraagstelling: Het meten van verandering in ziekteactiviteit bij CIDP is soms moeilijk, omdat klachten bij CIDP kunnen wisselen over een periode van maanden. Daarnaast zijn er soms andere oorzaken, bijvoorbeeld het doormaken van de griep.
Met dit onderzoek willen leren welke mate van verandering als belangrijk wordt ervaren. De mening van de patiënt staat hierbij centraal. Daarnaast zijn we geïnteresseerd in de wisselingen van ziekteverschijnselen in patiënten met stabiele klachten.
Methode: vragenlijsten en een gedegen lichamelijk onderzoek, waaronder het meten van de knijpkracht, zowel op de polikliniek als bij de patiënten thuis.
Verwachte resultaten: We verwachten dat we het behandeleffect bij CIDP-patiënten beter kunnen meten wanneer we dit benaderen vanuit persoonlijke behandeldoelen van patiënten.
Duur: Het onderzoek is gestart in augustus 2019 en duurt naar verwachting 3 jaar. Het onderzoek wordt uitgevoerd in het Amsterdam UMC, locatie AMC.
Onderzoeksteam
Robin van Veen, arts-onderzoeker
Dr. Filip Eftimov, neuroloog
Prof Ingemar Merkies, neuroloog
Dr. Annerieke van Groenestijn, revalidatiearts
Professor Ivo van Schaik, neuroloog
Onderzoek Myositis
Ziekte: myositis
Vraagstelling: is behandeling met intraveneuze immunoglobulinen (IVIg) als eerste behandeling bij patiënten met myositis veilig en effectief? IVIg wordt tot nu toe bij patiënten met myositis alleen bij ernstige uitval of snel verlopende ziekte voorgeschreven, als andere behandeling niet tot verbeteringen hebben geleid. Mogelijk is het even effectief of effectiever en zelfs veiliger dan de standaardbehandeling met langdurig, hoge doseringen prednison.
Methode: 19 nieuw-gediagnosticeerde patiënten met myositis zijn met driewekelijkse IVIg-infusen behandeld (dus zonder prednison). Voor en na behandeling is o.a. gekeken of sprake is geweest van veranderingen in tevredenheid over de gezondheid aangegeven door zowel patiënt als arts, spierkracht, huidklachten, bloedonderzoek (CK), echo- en MRI-onderzoek van de spieren, beperkingen in dagelijkse activiteiten en kwaliteit van leven.
Resultaten: bij bijna de helft van de patiënten zijn er aanwijzingen voor klinisch relevante effectiviteit van IVIg-behandeling. IVIg-behandeling is over een algemeen veilig, maar extra voorzichtigheid bij mensen met kanker of andere risicofactoren voor het krijgen van trombose, is geboden. Een gerandomiseerde, gecontroleerde vervolgstudie moet nu gaan bewijzen of er werkelijk sprake is van een extra effect van IVIg bovenop dat van prednison
Conclusie: er zijn aanwijzingen voor effectiviteit van IVIg als eerste behandeling bij een gedeelte van de patiënten met myositis, maar een vervolgstudie is nodig om dit effect te bewijzen. De resultaten zijn gepubliceerd in Rheumatology
Dit onderzoek is gesponsord door CSL-Behring
Onderzoeksteam
Johan Lim, arts-onderzoeker
Dr. Anneke van der Kooi, neuroloog
Dr. Filip Eftimov, neuroloog
Dr. Joost Raaphorst, neuroloog
Professor Ivo van Schaik, neuroloog
Professor Rob de Haan, Clinical Research Unit
Ziekte: myositis
Achtergrond: In deze studie wordt onderzocht welke combinatie van diagnostische testen het beste is om de diagnose myositis te stellen. De verschillende soorten myositis (dermatomyositis, overlapmyositis, antisynthetasesyndroom, necrotiserende myopathie) zijn auto-immuun ziekten die behandeld worden met prednison. Patiënten kunnen zich met verschillende klachten presenteren en er zijn verschillende testen die de diagnose meer of minder waarschijnlijker maken (lichamelijk onderzoek, MRI-spier, EMG, echo spier, antistoffen en spierbiopt)
Doel: Het ontwikkelen van een optimale set aan diagnostische testen om de diagnose myositis te stellen, met zo min mogelijk pijnlijke onderzoeken.
Methode: Deelnemers zullen een compleet panel aan diagnostische testen ondergaan. Dit bestaat, naast anamnese (vraaggesprek), neurologisch onderzoek en laboratoriumonderzoek (CK), uit het verrichten van een EMG, echo van de spieren, MRI van de spieren, een spierbiopt en het bepalen van antistoffen in het bloed. Er zijn twee neurologen bij het onderzoek betrokken, die door een soort Chinese Muur van elkaar gescheiden zijn tijdens de dagen waarop het onderzoek plaatsvindt.
Criteria om wel of niet mee te mogen doen
Inclusiecriteria
- Verdenking op myositis, op basis van klinische symptomen
- Symmetrische proximale spierzwakte, waardoor functiebeperking
- Indicatie behandeling met corticosteroïden
- Duur van de klachten kleiner of gelijk aan 24 maanden
- Follow up gedurende zes maanden is mogelijk
- Leeftijd is gelijk aan of ligt boven de 18 jaar
- Patiënt is wilsbekwaam
Exclusiecriteria
- Andere duidelijke oorzaak voor proximale spierzwakte
- Behandeling met immunosuppressiva in de afgelopen 3 maanden, behalve:
- Prednison 60mg/dag, <1week (zonder klinische verbetering)
- Prednison 20mg/dag, <2weken (zonder klinische verbetering)
- Recent gestarte andere immunosuppressiva (zonder klinische verbetering)
- Myositis in de voorgeschiedenis
- Contra indicaties voor MRI
Planning en deelname: Het onderzoek is gestart op 15 juni 2020. In totaal zullen 100 patiënten meedoen aan het onderzoek
Onderzoeksteam
Hannah Walter, arts-onderzoeker
Renske Kamperman, arts-onderzoeker
Dr. Anneke van der Kooi, neuroloog
Dr. Joost Raaphorst, neuroloog
Professor Ivo van Schaik, neuroloog
Ziekte: Myositis/ Immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM)
Achtergrond: Immuungemedieerde necrotiserende myopathie is een agressieve vorm van spierontsteking (myositis) waarbij in een periode van weken tot maanden spierzwakte ontstaat. We denken dat de ziekte wordt veroorzaakt doordat het afweersysteem zich tegen de spieren keert. Onder een microscoop zien we uitgebreide spiervezel sterfte (necrose). Er is nog veel onbekend over IMNM en we weten nog niet goed hoe we deze ziekte het beste kunnen behandelen. Ondanks therapie houden veel patiënten ernstige klachten en beperkingen.
Vraagstelling: Met deze studie proberen we op celniveau de onderliggende mechanismen van spierzwakte in IMNM te ontrafelen.
Door necrose gaan spiervezels verloren. We weten dat een vermindering van het totale aantal spiervezels in een spier leidt tot spierzwakte. Met ons onderzoek willen we behalve de kwantiteit ook de kwaliteit van spiervezels bestuderen om te achterhalen of het minder goed functioneren van spiervezels ook bijdraagt aan spierzwakte. Wanneer de spiervezels inderdaad minder goed blijken te functioneren, proberen we erachter te komen waar dit door komt.
We hopen dat nieuwe inzichten in de oorzaken van spierzwakte in IMNM kunnen helpen om in de toekomst effectievere therapieën te ontwikkelen voor patiënten met deze ziekte.
Methode: In een laboratorium isoleren we spiervezels uit spierbiopten van patiënten met IMNM. Individuele spiervezels laten we vervolgens samentrekken. De kracht die hierbij vrijkomt meten we met speciale onderzoekstechnieken.
Verwachte resultaten: Onze verwachting is dat spierzwakte in IMNM niet alleen wordt veroorzaakt door een vermindering van het totale aantal spiervezels, maar ook door het minder goed functioneren van spiervezels.
Duur: eind september 2020 – eind januari 2021 (onderzoek in het kader van master scriptie)
Onderzoeksteam
Lotta Plomp, medisch studente
Dr. Joost Raaphorst, neuroloog
Dr. Anneke van der Kooi, neuroloog
Professor Coen Ottenheijm, fysioloog (VUmc)
Ziekte: Myositis/ Immuungemedieerde necrotiserende myopathie
Achtergrond: Moeheid is een van de meest hinderlijke klachten van patiënten met myositis in de chronische fase van de ziekte. Om vermoeidheid goed te kunnen behandelen moet het eerst betrouwbaar en nauwkeurig kunnen worden gemeten. Het meten van vermoeidheid is uitdagend omdat veel factoren van invloed zijn en er wisselingen zijn over de tijd. Een veelgebruikte vermoeidheidvragenlijst heeft zijn nut bewezen bij andere spierziekten en zou veelbelovend kunnen zijn bij myositis.
Doel: Het onderzoeken van de ernst van vermoeidheid op verschillende tijdstippen in 1 jaar bij patiënten met myositis die behandeld worden met medicijnen die werken op het immuunsysteem.
Methode: De zgn. CIS-fatigue vragenlijst wordt opgestuurd naar 107 patiënten; de meting zal worden herhaald na 3, 6 en 9 maanden. De ernst van de vermoeidheid wordt onderzocht en wisselingen over de tijd worden in kaart gebracht. Patiënten krijgen hun uitslag ten opzichte van het groepsgemiddelde thuisgestuurd.
Planning en deelname: Het onderzoek is gestart op 30 juni 2020 – geschatte duur 16 maanden. In totaal zullen ruim 100 patiënten worden uitgenodigd aan het onderzoek
Onderzoeksteam
Hannah Walter, arts-onderzoeker
Sharon Boes – doktersassistent
Dr. Joost Raaphorst, neuroloog
Dr. Anneke van der Kooi, neuroloog
Professor Hans Knoop, psycholoog
Ziekte: Myositis
Achtergrond: In het AMC is een item-bank ontwikkeld voor het meten van lichamelijke beperkingen volgens het principe van de zgn. “item-response-theorie.” , de Amsterdam Lineair Disability Scale (ALDS). Met de ALDS kan nauwkeurig en realistisch naar verschillen tussen patiënten, en ook naar verschillen voor en na een behandeling in 1 patiënt worden gekeken. De op dit moment meest gebruikte vragenlijst bij myositis
Methode: We vergelijken de prestaties van de ALDS met de vragenlijst die tot nu toe standaard wordt gebruikt bij patiënten met myositis (HAQ). Hiervoor worden data van de IMMEDIATE-studie gebruikt waarbij we kunnen kijken naar het effect van behandeling met intraveneuze immunoglobulines.
Doel: Het verbeteren van het meten van het effect van een nieuwe behandeling bij patiënten met myositis.
Planning en deelname: De data zijn reeds verzameld en ingevoerd in een database. De komende maanden zullen de resultaten geanalyseerd worden.
Duur: oktober 2020 - januari 2021 (onderzoek in het kader van master scriptie)
Onderzoeksteam
Minoesch Min, medisch studente
Dr. Joost Raaphorst, neuroloog
Dr. Anneke van der Kooi, neuroloog
Johan Lim, arts-assistent revalidatiegeneeskunde
Professor Rob de Haan, Clinical Research Unit
Ziekte: myositis
Achtergrond: De gedachte van dit onderzoek is dat door snellere en betere behandeling in de vroege fase van de ziekte, het op de lange termijn beter gaat met patiënten met myositis. We willen dit bereiken door in het begin intraveneuze immunoglobulinen (IVIg) toe te voegen aan de standaardbehandeling met prednison.
Doel: Het doel van dit onderzoek is uitzoeken hoe veilig en werkzaam intraveneuze immunoglobuline (IVIg) is als toevoeging aan de eerste behandeling van myositis.
Hoe gaat het onderzoek eruit zien?: In het onderzoek krijgt de helft van de proefpersonen het onderzoeksmiddel Nanogam (IVIg), en de andere helft van de proefpersonen krijgt een placebo. De behandeling met IVIg of placebo is een aanvullende, oftewel ‘extra’ behandeling.
Planning en deelname: In totaal zullen 48 patiënten meedoen aan het onderzoek. Zij worden gedurende 52 weken gevolgd tijdens deze studie.
Onderzoeksteam
- Renske Kamperman, arts-onderzoeker
- Dr. Joost Raaphorst, neuroloog
- Dr. Anneke van der Kooi, neuroloog
- Professor Ivo van Schaik, neuroloog