Uw arts heeft voorgesteld om bij u een coloscopie te doen. Dit is een onderzoek van de dikke darm. Bent u verhinderd dan dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met de Endoscopie afdeling voor het verzetten van de afspraak. Zorg ervoor dat er iemand u na afloop van het onderzoek naar huis kan begeleiden.
Het darmonderzoek
Bij het darmonderzoek bekijkt de arts het slijmvlies van de darm. Bij een coloscopie bekijken we de gehele dikke darm en eventueel het laatste stuk van de dunne darm. Het onderzoek wordt uitgevoerd met een buigzame slang (een endoscoop) met een doorsnede van ongeveer een centimeter, die via de anus in de darm wordt gebracht. Aan het einde van de slang bevindt zich een kleine videocamera, waarvan het beeld op een monitor te zien is. Met dit onderzoek kunnen afwijkingen zoals, zweertjes, ontstekingen, bloedingen en vernauwingen, uitstulpingen van de darmwand (divertikels) poliepen en gezwellen opgespoord worden. Bij slijmvliesafwijkingen kan de arts kleine hapjes (biopten) uit het slijmvlies wegnemen. Eventuele poliepen kunnen direct verwijderd worden. Het onderzoek duurt gemiddeld 30 – 60 minuten.
Voorbereiding op het onderzoek
Twee dagen vóór het onderzoek start u in de ochtend met een vezelbeperkt dieet tot aan het onderzoek (zie hieronder).
De dag voordat u de laxeerdrank inneemt, dus 2 dagen voor het onderzoek, neemt u ’s avonds de 2 tabletten Bisacodyl® in. Deze tabletten zorgen ervoor dat de darmwerking op gang komt. Als bijwerking kunnen er darmkrampen ontstaan.
De dag voor het onderzoek start u met inname van de laxeerdrank: Pleinvue® (zie hieronder).
Voor een vezelbeperkt dieet
Wat mag u niet eten:
- Volkoren graanproducten zoals brood met zaden en volkorenbrood.
- Volkoren- en meergranen pasta en zilverliesrijst.
- Groenten: asperges, bleekselderij, zuurkool, snijbonen, sperziebonen, prei, doperwten, peulvruchten, taugé, maïs, champignons, tomaten, ui, knoflook, spinazie, andijvie, paprika, rauwkost.
- Fruit: sinaasappel, grapefruit, mandarijnen, kiwi’s, bramen, druiven, aardbeien en gedroogde vruchten.
- En verder: noten, pinda’s en zaden (zoals sesam- en maanzaad), suikervervangers of voedingsmiddelen, die sorbitol bevatten.
Wat mag u wel eten:
- Beschuit, wit- of lichtbruinbrood met margarine of boter. Magere vleeswaren, een gekookt ei, hagelslag, chocoladepasta, honing, stroop en jam zonder pitjes.
- Fruit: zacht, rijp fruit of fruitconserven zonder pitjes, vezels of schil. Appelmoes of vruchtenmoes.
- Groenten: gaargekookt zoals jonge bietjes, bloemkool, broccoliroosjes, worteltjes.
- Warme maaltijd: soep met stukjes vlees, vermicelli en/of soepballetjes (zonder groenten), aardappelen, witte rijst, pasta, macaroni, licht gebraden mager vlees, vis of kip (zonder vel).
- Desserts: vla, pudding, kwark of yoghurt.
Instructies voor de bereiding van Pleinvue®
- U heeft 1 kartonnen verpakking meegekregen van de apotheek;
- De verpakking bevat 3 sachets. Voor dosis 1 is er één sachet. De oplossing van dosis 1 heeft een mangosmaak. Voor dosis 2 zijn er 2 sachets (A en B). De oplossing van dosis 2 heeft een fruitdranksmaak.
Klaarmaken Pleinvue®
De bijsluiter die u van de apotheek heeft ontvangen dient u NIET te gebruiken.
- Dosering 1: Dosis 1 is één groot zakje. Deze dosis lost u op in 500 ml water. U blijft roeren tot het poeder is opgelost. Dit kan ongeveer 8 minuten duren. De oplossing kan na bereiding afgedekt 24 uur in de koelkast worden bewaard.
- Dosering 2: Dosis 2 bestaat uit 2 zakjes (A en B). Los deze 2 zakjes weer op in 500 ml water. U blijft roeren tot het poeder is opgelost. Dit kan mogelijk 8 minuten duren. Ook deze oplossing kan na bereiding afgedekt 24 uur in de koelkast worden bewaard. Deze oplossing kan dus al de dag voor het onderzoek worden bereid.
Laxeerschema Pleinvue®
Voor het laxeren met de Pleinvue® volgt u onderstaand laxeerschema. Voor het laxeren op de dag van het onderzoek zelf, wordt onderscheid gemaakt tussen onderzoek voor 12.00 uur en onderzoek na 12.00 uur.
Let u dus goed op welk schema u dient te volgen.
2 dagen voor het onderzoek:
- Vanaf 8.00 uur start u met het vezelbeperkt dieet dat u blijft volgen tot na de coloscopie.
- Om 22.00 uur neemt u de twee tabletten Bisacodyl® in.
1 dag voor het onderzoek:
- Tot 17.00 uur volgt u het vezelbeperkt dieet.
- Om 17.00 uur gebruikt u de laatste maaltijd.
- Om 18.00 uur start u met Pleinvue®, vanaf nu geen vast voedsel meer gebruiken tot na het onderzoek.
- Tussen 18.00 en 19.00 uur drinkt u 500 ml Pleinvue® dosis 1 en ten minste 500 ml water of *heldere vloeistof.
- Drink rustig, en wissel de Pleinvue® en de heldere vloeistof met elkaar af per slok/glas.
- Vanaf 19.00 uur rustperiode – u mag zoveel mogelijk heldere vloeistof drinken als u wilt: hoe meer u drinkt, hoe schoner de darm!
De volgende heldere vloeistoffen zijn toegestaan:
water, heldere appelsap, limonadesiroop, thee (suiker mag) en gezeefde drinkbouillon.
Als u behoefte heeft aan iets energierijks, raden wij u een heldere sportdrank aan.
Op de dag van het onderzoek, onderzoek voor 12.00 uur:
- Neem vóór u start met dosis 2 een kop warme thee.
- Voor 6.00 uur drinkt u 500 ml Pleinvue®-dosis 2 en tenminste 500 ml water of *heldere vloeistof in minimaal één uur tijd. Drink rustig, en wissel de Pleinvue® en de heldere vloeistof met elkaar af per slok/glas.
In verband met reistijd of als u het lastig vindt om Pleinvue® te drinken, kunt u ook eerder op de ochtend starten met het drinken van de Pleinvue®.
Op de dag van het onderzoek, onderzoek na 12.00 uur:
- Neem vóór u start met dosis 2 een kop warme thee.
- Tussen 8.00 uur en 9.30 uur drinkt u 500 ml Pleinvue®-dosis 2 en tenminste 500 ml water of *heldere vloeistof in minimaal één uur tijd. Drink rustig, en wissel de Pleinvue® en de heldere vloeistof met elkaar af per slok/glas.
- Na 10.30 uur mag u niets meer drinken tot na de coloscopie.
- U dient 2 uur voor het onderzoek klaar te zijn met het laxeren (drinken van de 500 ml Pleinvue® en tenminste 500 ml heldere vloeistof).
- In de 2 uur voorafgaand aan het onderzoek mag u dus niet meer drinken.
Inname Pleinvue® (tips)
Het is belangrijk dat u de voorgeschreven hoeveelheid vloeistof helemaal opdrinkt! Hieronder vindt u een aantal tips om het drinken van het laxeermiddel iets minder lastig te maken.
Tips voor het innemen van Pleinvue®
- Drink Pleinvue® langzaam – neem de tijd. Neem voor de eerste dosis Pleinvue® (500 ml) en de heldere vloeistof (tenminste 500 ml) samen minimaal 1 uur de tijd.
- Drink Pleinvue® in kleine slokjes en wissel af met slokjes van de eerder genoemde toegestane heldere vloeistof om de inname te vergemakkelijken.
- Start met een kopje warme thee voor u de tweede dosis Pleinvue® inneemt.
- Drink het (ijs)koud uit de koelkast.
- Gebruik een rietje tijdens het drinken, zodat het wat verder in de mond komt.
- Gebruik tussendoor eventueel kauwgom (zonder sorbitol) om een nare smaak tegen te gaan.
Drink de oplossingen rustig met kleine slokjes en wissel af met slokjes van de eerdergenoemde toegestane heldere vloeistoffen. Dit verkleint de kans op misselijkheid. Indien nodig, kunt u het drinken van Pleinvue® kort onderbreken en de behandeling hervatten wanneer een vol gevoel, en eventuele misselijkheid verdwenen zijn.
Werking Pleinvue®
Het laxeermiddel zorgt ervoor dat u tot 2 uur na het drinken flink ontlasting verliest. Daarna neemt de werking iets af.
Bij inname van het darmreinigingsmiddel wordt de ontlasting steeds dunner en ziet deze er uiteindelijk uit als een waterige en doorzichtige vloeistof.
Vaak komt er na het laxeren ‘s ochtends nog veel ontlasting. Het is goed om te weten dat u de controle over de ontlasting niet geheel kwijtraakt. Daardoor gebeuren er weinig ongelukjes en kunt u op tijd naar het toilet.
Soms raakt de anus wat kapot (als een schaafplek) door het meervoudig ontlasten. Als u last heeft van roodheid of schraalheid mag u een verzachtende zalf gebruiken. Geen Vaseline, dit kan schade aan de scoop geven.
Wanneer u problemen ondervindt met het innemen van de Pleinvue®, bijvoorbeeld doordat u last heeft van misselijkheid of braken, of als u twijfelt of uw darm voldoende schoon is, neem dan contact met ons op.
Sedatie
Het onderzoek wordt in principe tijdens een lichte sedatie uitgevoerd. Dit betekent dat er via een infuus een lage dosering pijnstiller en slaapmedicatie wordt toegediend. U leest hierover meer in de folder lichte sedatie. Sommige mensen kiezen ervoor het onderzoek zonder deze medicatie te doen. Deze mogelijkheden zullen tijdens het voorlichtingsgesprek met u doorgenomen worden.
Komt u in aanmerking voor een coloscopie met diepe sedatie, leest u meer in de folder Sedatie met propofol. Voor beide vormen van sedatie geldt dat begeleiding naar huis noodzakelijk is.
Uw medisch conditie
- Heeft u een afwijking aan het hart of de bloedvaten waarbij u het advies heeft gekregen om bij in grepen vooraf antibiotica te gebruiken?
- Bent u momenteel onder behandeling van de trombosedienst of gebruikt u een van de volgende bloed verdunnende medicijnen: Acenocoumarol (Sintrom® of Sintrommitis ), clopidrogel (Plavix®), fenprocoumon (Marcoumar®), dipyridamol (Persantin®), rivaroxaban (Xarelto®), dabigatran (Praxada®), apixaban (Eliquis®) of ascal (Carbasalaatcalcium®)?
- Heeft u een stoornis van de bloedstolling?
- Heeft u suikerziekte (diabetes mellitus)?
- Heeft u een pacemaker of een ICD (interne defibrillator)?
Als u een of meerdere van de voorafgaande vragen met ja heeft beantwoord en dit niet besproken met de arts die dit onderzoek heeft aangevraagd, neemt u dan contact op met deze behandelend arts om afspraken te maken over eventuele aanpassing hiervan.
Medicijnen
Als u ijzertabletten gebruikt dan is het noodzakelijk dat u hiermee stopt vanaf 7 dagen voor het onderzoek. Indien u nog andere strikt noodzakelijke medicijnen moet innemen, neem ze dan minstens een uur voor u Pleinvue® inneemt of minstens een uur nadien. Dit is om te voorkomen dat ze worden weggespoeld.
De coloscopie
- Op de aangegeven tijd die op de afsprakenbrief staat meldt u zich bij de balie van de Endoscopie. De locatie voor het onderzoek staat ook op uw afsprakenbrief aangegeven, kijk hier goed naar.
- De verpleegkundige haalt u op en brengt u naar de behandelkamer.
- U wordt verzocht zich van onderen uit te kleden en onder het laken op het onderzoeksbed te gaan liggen.
- U krijgt een polsbandje met daarop uw naam, geboortedatum en patiëntennummer.
- De verpleegkundige brengt een infuus in.
- Uw ‘vitale functies’ worden voor en tijdens het onderzoek gemeten. Dit zijn uw bloeddruk, hartfrequentie, en met een knijpertje op uw vinger wordt ook het zuurstofgehalte in uw bloed gemeten.
- De arts die de coloscopie gaat doen neemt nog eens kort de procedure met u door en controleert uw gegevens.
- U gaat op u linkerzij liggen en krijgt de medicatie toegediend.
- De arts brengt de endoscoop via de anus in de darm.
- Het uitbochten van de darmen met de coloscoop kan gevoelig zijn en krampen geven.
- Tijdens het onderzoek wordt er lucht of kooldioxide in de darm geblazen, om de darm beter te kunnen bekijken. Ook dit kan wat gevoelig zijn, als u een windje laat zakt dit meestal af. U hoeft zich hiervoor niet te schamen.
- Wij vragen u regelmatig van positie te veranderen: bijvoorbeeld op uw rug of op uw rechterzij.
- Als het verste punt, de aansluiting met de dunne darm, bereikt is trekt de arts de endoscoop langzaam terug en wordt de darm goed geïnspecteerd.
- Eventueel neemt de arts tijdens het onderzoek biopten af en/of verwijdert de arts poliepen.
- Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 30-45 minuten, een enkele keer langer (bijvoorbeeld als er veel poliepen te verwijderen zijn).
- Het is niet mogelijk dat u iemand meeneemt om aanwezig te zijn bij het onderzoek.
Na het onderzoek
- U wordt naar de herstelkamer gebracht.
- Als u een lichte sedatie heeft gehad moet u minimaal een half uur op de uitslaapkamer blijven.
- Uw bloeddruk, hartfrequentie en het zuurstofgehalte in uw bloed worden nog minimaal een half uur gemeten.
- Voordat u naar huis gaat wordt het infuus verwijderd.
- Voordat u vertrekt wordt het vervolgbeleid met u besproken. Zo nodig komt de arts bij u langs op de uitslaapkamer. Indien dit niet van toepassing is wordt er een vervolgafspraak gemaakt om de uitslagen te bespreken.
- De verwijzende arts zal per post een schriftelijk verslag ontvangen.
- U krijgt een brief met adviezen voor na het onderzoek mee naar huis.
- In geval van lichte of diepe sedatie moet u met begeleiding naar huis. U mag geen auto rijden of ander vervoersmiddel besturen.
Complicaties
Een colonoscopie is een veilig onderzoek. Toch kunnen er in een enkel geval complicaties optreden zoals bijvoorbeeld een bloeding. Naast een bloeding kan er tijdens het onderzoek een scheurtje (perforatie) in de darmwand ontstaan. Wanneer er tijdens het onderzoek aanvullende behandelingen worden uitgevoerd zoals het verwijderen van poliepen is de kans op complicaties groter. De meeste complicaties treden tijdens het onderzoek op en kunnen ook tijdens het onderzoek behandeld worden.
Complicaties kunnen ook thuis, tot tien dagen na het onderzoek, optreden. U dient contact met ons op te nemen als u in deze periode klachten krijgt zoals heftige buikpijn, verlies van helderrood bloed of hoge koorts. Het kan nodig zijn dat wij u op de Spoedeisende Hulp beoordelen en indien nodig wordt u dan opgenomen in het ziekenhuis.
Thuis
Na het onderzoek mag u weer alles eten en drinken. Wij raden u aan op deze dag geen belangrijke beslissingen te nemen omdat u door de medicatie vergeetachtig kunt zijn of zich suf en slaperig kan voelen. U kunt nog wat last hebben van lucht in de darm, wat buikpijn. Dit kan een paar dagen duren. Door het gebruik van een kleurstof die soms tijdens het onderzoek gebruikt wordt kan de urine wat blauw/groenig gekleurd zijn. Dit verdwijnt vanzelf.
Als u heftige buikpijn, verlies van helderrood bloed of hoge koorts krijgt, dient u contact op te nemen met de Endoscopie-afdeling.
Vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling Endoscopie - locatie VUmc: via telefoonnummer 020 – 444 11 25.
Buiten kantooruren kunt u bellen naar
telefoonnummer 020 – 444 44 44 (telefooncentrale VUmc) en vragen u door te verbinden met de dienstdoende MDL-arts.
Neem bij ieder bezoek aan Amsterdam UMC mee:
- een legitimatiebewijs (passpoort, gemeentelijk identiteitsbewijs, rijbewijs)
- actueel medicatieoverzicht
- verzekeringsbewijs