Het is goed om u alvast te verdiepen in de verschillende mogelijkheden van pijnstilling tijdens de bevalling. Dan weet u wat mogelijk is en wat de voor- en nadelen zijn. Als u tijdens de bevalling pijnstilling wilt krijgen, zal de klinisch verloskundige of arts in het ziekenhuis met u bespreken welke vormen van pijnstilling voor uw situatie het meest geschikt zijn.
Bijna alle vrouwen hebben pijn tijdens de bevalling. De pijn is meestal het hevigst tijdens de ontsluiting. Dit is de tijd voordat u gaat persen. De baarmoeder trekt samen en zo krijgt u ontsluiting. Zo’n samentrekking heet een wee. Tussen de weeën door is er tijd om te ontspannen. De meeste vrouwen voelen de weeën onder in de buik en vaak ook in de rug en bovenbenen.
Wegzuchten
Ademhalings- en ontspanningsoefeningen kunnen u helpen om de weeën op te vangen. Door geconcentreerd weeën “weg te zuchten”, komt u in een ritme. Uw lichaam gaat dan zelf stoffen aanmaken die een pijnstillend effect hebben. Dit zijn endorfinen. Deze endorfinen zorgen ervoor dat de pijn te verdragen is.
U kunt dit wegzuchten leren op een zwangerschapscursus . Uw partner kan vaak goed helpen. Natuurlijk krijgt u ook hulp van een verpleegkundige of uw verloskundig zorgverlener als u daar behoefte aan heeft.
Massage, douche, bad
Als het wegzuchten van de weeën moeilijk is, kunt u meer last krijgen van de pijn. Uitputting, angst of spanning kunnen een rol spelen. Massage, een andere houding, een warme douche of een warm bad helpen dan vaak goed om de pijn beter op te vangen. U kunt dan beter ontspannen tussen de weeën door.
Steun van partner en hulpverleners
Naast uw partner kunt u ook zelf iemand meenemen die u bij de bevalling ondersteunt, bijvoorbeeld een doula. Een doula is een speciaal opgeleide coach, die op een niet-medische manier ondersteunt bij de bevalling. De verpleegkundige, arts of klinisch verloskundige is er ook om u te coachen, te steunen en aan te moedigen.
Lukt het door de pijn niet meer om tussendoor te ontspannen? Of zijn de weeën te pijnlijk? Dan is pijnstilling mogelijk. In Nederland wordt er veel gebruikt gemaakt van de volgende middelen:
- Injectie pethidine of morfine
- Remifentanil pomp
- Ruggenprik (epiduraal)
Het is goed om u te verdiepen in de verschillende mogelijkheden van pijnstilling. Dan weet u alvast wat er mogelijk is en wat de voor- en nadelen zijn. Afhankelijk van uw situatie, zal de klinisch verloskundige of arts in het ziekenhuis met u bespreken welke pijnstilling voor u het meest geschikt lijkt.
Bij alle drie de middelen moet u op bed blijven liggen en is continue registratie van de hartslag van uw kind nodig. U heeft vaak te weinig kracht in de benen om te kunnen staan.
In het Amsterdam UMC beschikken we over een ruggenprik (epiduraal), injecties met een morfine achtig middel en een Remifentanil-pompje. De ruggenprik is de meest effectieve manier van pijnstilling. Deze wordt aan u gegeven door de anesthesioloog. De anesthesioloog is hiervoor 24 uur per dag beschikbaar. Bij een ruggenprik zijn wel een aantal voorzorgsmaatregelen nodig. Zo is het noodzakelijk om een infuus te hebben omdat door de ruggenprik de bloeddruk kan dalen. Ook worden tijdens het zetten van de ruggenprik extra controles bij u gedaan zoals het meten van de hartslag en bloeddruk. Als het heel druk is op de operatiekamers, kan het voorkomen dat een anesthesioloog niet direct beschikbaar is voor het plaatsen van een ruggenprik. Alternatieven voor de ruggenprik zijn injecties met morfine-achtig middel, of een Remifentanil-pompje. Remifentanil is een kortwerkend morfine-achtig middel waarbij u zelf de controle heeft over de medicatietoediening via een infuus. Ook bij de toediening van Remifentanil is het noodzakelijk extra controles te doen bij moeder zoals naar ademhaling en zuurstofspanning in het bloed. Remifentanil is alleen een optie wanneer er voldoende zorgverleners beschikbaar zijn, de toediening ervan kan daarom vertraagd zijn. Het nadeel van morfine-achtige stoffen is dat u er suf van wordt.
Er zijn verschillende vormen van pijnstilling mogelijk. Verdiep u goed in wat u zelf kunt doen. Pijnstilling kan goed helpen, maar er zijn ook nadelen aan verbonden. Uw klinisch verloskundige of arts geeft advies over welke pijnstilling in uw fase van de bevalling het beste is. In de onderstaande tabel ziet u een korte vergelijking van de drie meest voorkomende vormen van pijnbestrijding tijdens de bevalling.
Pethidine/Morfine | Remifentanil | Ruggenprik (Epiduraal) | |
---|---|---|---|
Toediening | injectie | infuus, zelf toedienen | katheter, rug |
Controles | CTG | CTG, bloeddruk, zuurstof, ademhaling | CTG, bloeddruk, zuurstof, blaaskather |
Effect | matig | redelijk | goed (bij 10% niet optimaal) |
Werkingsduur | 2-4 uur | 2-4 uur, daarna minder | langdurig |
Voordelen | eenvoudig toedienen | helpt voor korte periode, goed zelf controle | helpt langdurig goed, moeder rust uit en wordt niet suf, medicatie komt niet bij het kind |
Nadelen | moeder kan suf zijn en minder ervaren van de bevalling; 25% van de vrouwen tevreden over het effect van de pijnstilling; soms hulp nodig bij ademhaling baby bij geboorte, medicatie komt ook bij het kind | moeder kan suf zijn en minder ervaren van bevalling, kans op ademhalingsproblemen met kleine kans op noodzaak hulp met beademen, extra bewakingsapparatuur, werkt niet heel lang goed, werkt minder goed dan ruggenprik, medicatie komt ook bij kind | risico op bloeddrukdaling, extra bewakingsapparatuur, verhoogde kans op koorts waarvoor antibiotica voor moeder en kind nodig is, werkt niet bij iedereen (10% niet optimaal) |