Deze tekst informeert u over de schildwachtklier (sentinel node) procedure. Waarom dit onderzoek wordt uitgevoerd, hoe het verloopt en wat van belang is om te weten.
Waarom een schildwachtklier (sentinel node) procedure?
De behandeling van kanker hangt af van het feit of er uitzaaiingen in het lichaam aanwezig zijn. Sommige soorten tumoren zaaien volgens een vast patroon uit, bijvoorbeeld naar de lymfeklieren. In het verleden werden daarom vaak alle lokale lymfeklieren verwijderd. Hierbij bleek achteraf dat deze lymfeklieren vaak ten onrechte verwijderd waren, omdat ze vrij zijn van tumorweefsel. Het verwijderen van alle lokale lymfeklieren kan leiden tot klachten. Bekend is de soms pijnlijke en dikke arm na een operatie voor borstkanker.
Uit onderzoek is gebleken, dat sommige soorten kanker volgens een vast patroon eerst naar één enkele lymfeklier uitzaaien en vandaar uit verder uitzaaien. Die eerste klier heet de schildwachtklier of in het Engels de ‘sentinel node’. Als die eerste klier vrij is van tumorweefsel, kunnen de overige lokale lymfeklieren ongemoeid blijven. Omgekeerd, als die eerste klier tumorweefsel bevat, is dat een aanwijzing dat de kanker reeds is uitgezaaid. De behandeling moet dan worden aangepast waarbij in eerste instantie alle lokale lymfeklieren zullen worden verwijderd.
Het doel van de procedure: identificatie van de schildwachtklier(en) ter voorkoming van onnodig verwijdering van lokale lymfeklieren.
Bij welke soorten kanker wordt de sentinel node (schildwachtklier) procedure gedaan?
Dit onderzoek wordt gedaan bij borstkanker, een vorm huidkanker (Melanoom) en kanker van de uitwendige geslachtsorganen van de vrouw (Vulvacarcinoom).
Voorbereiding op het onderzoek
Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig.
Verloop van het onderzoek
Deze procedure maakt onderdeel uit van een operatieve ingreep en is een deel van de voorbereiding. De eigenlijke chirurgische ingreep en de narcose blijven hier onbesproken. Uw chirurg informeert u hier over.
Op de dag voor de operatie zal de arts (nucleair geneeskundige of gynaecoloog) door middel van een injectie in of rond de tumor een kleine hoeveelheid radioactieve stof toedienen. Deze stof wordt door de lymfevaten naar de sentinel node getransporteerd. Met behulp van een camera zal op verschillende momenten gekeken worden of de sentinel node zichtbaar is. Voor het maken van de foto’s komt u op een onderzoekstafel te liggen. Het is voor de kwaliteit van het onderzoek van belang dat u tijdens het maken van de foto’s goed stil blijft liggen.
Soms maken we na de laatste foto, een markering op de huid met inkt. Door deze markering kan de chirurg zien waar de sentinel node zit.
Tijdens de operatie, de volgende dag, zal de chirurg de sentinel node opsporen en verwijderen. De sentinel node zal verder worden onderzocht en de verdere behandeling zal hierop worden aangepast zoals met u is afgesproken.
Duur van het onderzoek
Afhankelijk van het soort kanker zijn er twee verschillende mogelijkheden:
De eerste mogelijkheid wordt gedaan bij borstkanker:
Na de injectie (5 minuten) moet u 3 uur wachten voordat de 2 foto’s gemaakt worden. Dit duurt 15 minuten.
Indien er na 3 uur geen sentinel node zichtbaar is, vindt er opnieuw een injectie plaats.
Ongeveer 2 uur na deze injectie worden opnieuw foto’s gemaakt. Deze duren maximaal 45 minuten.
In de wachttijd hoeft u niet op de afdeling te blijven.
De tweede mogelijkheid wordt gedaan bij een vorm huidkanker en kanker van de uitwendige geslachtsorganen van de vrouw:
Na de injectie (5 minuten) worden er meteen foto’s gemaakt. Dit duurt 45 minuten. Hierna volgt een wachttijd van ongeveer 1 uur. Na dit uur worden er opnieuw foto’s gemaakt. Wij maken dan ook de markering op uw huid. Dit duurt 30 minuten.
Uitslag van het onderzoek
In tegenstelling tot de meeste onderzoeken, geeft dit onderzoek geen uitslag over het ziekteproces. Het onderzoek helpt uw behandelend arts met het bepalen van het aantal sentinel nodes en het lokaliseren daarvan. De resultaten van het onderzoek zullen tijdens de operatie gebruikt worden. Wanneer u in een ander ziekenhuis dan het AMC wordt geopereerd, krijgt u de uitslag met de foto’s in een envelop mee. De uitslag moet u op de dag van de operatie meenemen en afgeven op de verpleegafdeling.
Bijwerkingen en Risico’s
Voor zover bekend, zijn er geen bijwerkingen en risico’s aan dit onderzoek verbonden.
Zwangerschap en borstvoeding
Wanneer u zwanger bent of denkt dit te zijn, moet u dit melden voor het onderzoek begint. Als het voor u niet absoluut noodzakelijk is, stellen wij het ongeboren kind niet bloot aan straling. Ook als u borstvoeding geeft, moet u dit te bespreken met de nucleair geneeskundige.
Hoe komt u op de afdeling Nucleaire Geneeskunde?
Om de afdeling te bereiken neemt u de hoofdingang van het AMC. Binnengekomen loopt u rechtdoor naar het centrale plein (F/G plein of Verheyplein) en steekt dit over. Links achterin neemt u de lift naar de tweede verdieping van bouwdeel F. Wanneer u de lift uitkomt, vindt u de afdeling aan de rechterkant. U kunt zich daar melden bij de balie (F2-Noord).
Wat moet u meenemen?
Als u van uw arts een aanvraagformulier gekregen heeft, moet u dit mee nemen. Verder neemt u uw AMC-patiëntenpas en uw verzekeringspapieren mee.
Heeft u nog geen AMC-patiëntenpas? Dan moet u dit voor het onderzoek laten maken. U kunt hiervoor terecht bij de Patiëntenregistratie op de begane grond van het Polikliniekgebouw A.
Wat is verder van belang?
De radioactieve vloeistof wordt speciaal voor u klaargemaakt. Het is daarom belangrijk dat u op tijd aanwezig bent. Kunt u niet op het afgesproken tijdstip aanwezig zijn? Neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op.
Heeft u nog vragen?
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? U kunt die gerust stellen als u op de afdeling komt, voordat wij aan het onderzoek beginnen
Heeft u vragen die verband houden met de voorbereiding van het onderzoek, bijvoorbeeld over het gebruik van medicijnen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Wij zijn op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 17.00 uur op tel: 020-444 4200.
U kunt natuurlijk ook contact opnemen met uw behandelend arts.