In deze tekst leest u meer over de Radium-223 behandeling. Waarom u deze behandeling krijgt, hoe de behandeling verloopt en wat belangrijk is om te weten.Uw persoonlijke situatie kan anders zijn dan beschreven in deze folder. Het team van zorgverleners dat u begeleidt, geeft u aanvullende informatie met betrekking tot uw eigen situatie. Deze schriftelijke informatie is een aanvulling op de mondelinge informatie en kunt u gebruiken als naslagwerk.
Waarom krijgt u een Radium-223 behandeling?
Patiënten met prostaatkanker kunnen uitzaaiingen krijgen in de botten. Dit worden botmetastasen genoemd. De behandeling met Radium is alleen voor uitzaaiingen in het bot en niet voor uitzaaiingen buiten het bot.
U krijgt een behandeling met Radium wanneer hormonale therapie en/of chemotherapie onvoldoende werkt. Maar ook wanneer chemotherapie niet gegeven kan worden of niet wenselijk is.
Behandeling met Radium zorgt niet voor genezing. Een belangrijke reden om te behandelen met Radium is dat patiënten, die hiermee behandeld worden, langer leven dan patiënten die niet behandeld worden. Ook verminderd Radium de kans op schade aan de botten, zoals botbreuken en kan de pijn in de botten afnemen.
Hoe werkt de Radium-223 behandeling?
Radium lijkt erg op Calcium. Net als Calcium wordt het Radium opgenomen in de botten. Hierdoor komt Radium ook in de uitzaaiingen in de botten terecht. Het Radium zendt straling uit. Deze straling komt niet buiten het lichaam. Daardoor kan de straling de botmetastasen behandelen zonder veel schade aan de rest van het lichaam te veroorzaken.
Wat is de voorbereiding op de behandeling?
- Bestraling of chemotherapie
- 6 weken voor de toediening van Radium mag u geen bestraling, chemotherapie of andere radioactieve behandelingen (zoals Samarium, Strontium) gehad hebben.
- Bloedonderzoek
- Vlak voordat u de behandeling krijgt, onderzoeken wij eerst uw bloed. Wij kijken dan of uw beenmerg genoeg bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt om de behandeling met Radium veilig te kunnen ondergaan.
- CT scan
- Op de CT-scan is te zien of er geen uitzaaiingen zijn buiten de botten.
- Skeletscintigram
- Voordat wij de behandeling met Radium plannen, maken we een scan van uw botten (een skeletscintigram). Op deze scan kunnen we zien of er Radium in de uitzaaiingen opgenomen gaat worden.
- Gebruikt u medicijnen?
- Onderstaande medicijnen kunnen van invloed zijn op de behandeling.
- Overleg met uw behandeld arts of u de medicijnen van te voren moet stoppen:
- Pamidroneinezuur (APD) via een infuus
- Zoledroninezuur (Zometa) via een infuus
- Didrokit tabletten
- Fosamax tabletten
- Denosumab injecties
- Vitamine D tabletten
- Fosfaat tabletten
- Het is belangrijk dat u de medicijnen of een lijst ervan meeneemt.
- Eten en drinken
U mag normaal eten en drinken voor het onderzoek.
Hoe gaat de behandeling?
Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde bespreekt de nucleaire geneeskundige de behandeling met u. Ook bespreekt deze arts uw gezondheid en de uitslagen van de onderzoeken die voor deze behandeling zijn gedaan.
Daarna krijgt u een infuus in een ader in de arm, meestal in de elleboogsplooi. Door dit infuus krijgt u het Radium toegediend. Na de toediening wordt het infuus weer verwijderd. De afspraak duurt in totaal ongeveer 30 minuten.
Na het verwijderen van het infuus mag u weer naar huis. U krijgt leefregels mee naar huis, waar u zich aan moet houden. Deze leefregels staan aan het eind van deze folder beschreven.
Het behandeltraject bestaat uit maximaal 6 injecties met Radium. Tussen de injecties zit een tussentijd van minimaal 4 weken en maximaal 8 weken.
Nadat u de 6 behandelingen met Radium heeft gekregen, eindigt de begeleiding door de nucleair geneeskundige. Uw behandeld uroloog of oncoloog zal u verder begeleiden.
Wat is het resultaat van de behandeling?
De behandeling met Radium zorgt niet voor genezing. Patiënten die deze behandeling krijgen hebben een grotere kans op levensverlenging dan patiënten die deze behandeling niet krijgen.
De behandeling zorgt ook voor minder schade aan de botten door botmetastasen, zoals botbreuken. Ook de kwaliteit van leven verbetert door de behandeling. In de praktijk blijkt dat de pijn in de botten kan verminderen.
Welke bijwerkingen en risico’s heeft deze behandeling?
De behandeling met Radium kan enkele bijwerkingen hebben. U kunt zich ziek en misselijk voelen, diarree krijgen of braken. Op de plaats van de injectie kunt u last krijgen van pijn, zwelling of een rode huid. Deze bijwerkingen trekken meestal snel weg.
Door de behandeling kan er een (tijdelijke) verlaging van het aantal rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes optreden. Deze verlaging kan samen gaan met vermoeidheid door bloedarmoede, hogere kans op infecties of een neiging tot bloedingen. Wanneer de bloedwaarden te laag zijn voor de behandeling, dan wordt de behandeling uitgesteld. Krijgt u binnen 6 weken na een behandeling met Radium last krijgt van koorts, infectie, blauwe plekken of bloedingen die niet makkelijk te stoppen zijn? Neem dan contact op met de nucleair geneeskundige of uw eigen behandeld arts.
De eerste paar dagen na de behandeling kan de pijn in de botten toenemen; daarna neemt de pijn langzaam af. Ook mensen die eerder geen pijn hadden in de botten, kunnen toch tijdelijk wat pijn ervaren.
Een zeer zeldzame bijwerking is het afsterven van weefsel in het kaakbot. U merkt dit door bijvoorbeeld: pijn, zwelling of gevoelloosheid van de kaak, een zwaar gevoel in de kaak of los gaan zitten van de tanden/kiezen. Als hier sprake van is, neem dan contact op met de nucleair geneeskundige of uw behandeld arts.
Belangrijke bijwerkingen waarvoor u contact op moet nemen met uw behandeld arts:
- Wanneer u een ongewone bloeduitstorting ziet.
- Als u meer bloedt dan normaal na een verwonding.
- Als u koorts heeft boven de 38,5 graden.
- Bij ernstige toename van pijn in de botten.
- Pijn, zwelling of gevoelloosheid van de kaak.
- Gevoel van loszitten van tanden/kiezen.
Wat zijn de leefregels na de behandeling?
Als u naar huis gaat krijgt u leefregels mee voor thuis. U vindt de leefregels hieronder. Een groot deel van het Radium wordt opgenomen in de botuitzaaiingen. Het Radium zendt straling uit dat wel de botuitzaaiingen behandelt, maar de straling komt niet of nauwelijks buiten het lichaam. U hoeft geen afstand van mensen te houden, ook niet van jonge kinderen of zwangere vrouwen.
In de eerste week na de toediening van Radium, zit er wel een deel van het Radium in uw bloed, ontlasting en in de urine. Andere mensen zouden hier wel mee in aanraking kunnen komen. Daarom krijgt u leefregels mee voor de hygiëne en veiligheid. Zodat andere mensen niet met de straling in contact komen.
Toilet
- Plassen: doe dit zittend. Dit is om besmetting van de toiletruimte te voorkomen. Spoel tweemaal door. Dit in verband met de radioactiviteit in de urine.
- Was uw handen na toiletbezoek.
Opruimen/schoonmaken van besmettingen
- Ligt er ergens bloed, urine, ontlasting, wondvocht of braaksel (lichaamsvocht). Ruim dit op met handschoenen aan en was daarna goed u handen.
- Is er lichaamsvocht op uw kleren gekomen. Deze moeten meteen apart in de wasmachine gewassen worden. Ook het ondergoed en het beddengoed dat u tijdens de eerste week na toediening van het Radium heeft gebruikt moet apart gewassen worden.
Incontinentie en stoma
- Bent u incontinent (urine of ontlasting)? Neem dan van te voren contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde.
- Bent u ernstig incontinent? Dan is het mogelijk, tijdelijk een blaaskatheter in te brengen voorafgaande aan iedere toediening van Radium.
- Heeft u een katheter? Wij adviseren u dagelijks uw katheterzak te vervangen en gebruik hierbij wegwerphandschoenen.
- Heeft u een stoma? Dan moet u gedurende 7 dagen na de behandeling het stomazakje leeg maken met handschoenen aan.
- Het stomazakje en alle gebruikte materialen moeten direct weggegooid worden in een afgesloten zak. Het kan bij het gewone afval.
Seksualiteit
Tijdens de behandelperiode met Radium is het toegestaan om seksueel contact te hebben. Alleen vanwege het effect van straling op het sperma moet u in het eerste half jaar anticonceptie te gebruiken. Dit is om een zwangerschap te voorkomen.
Werkzaamheden
U mag meteen na een behandeling met Radium uw normale dagelijkse activiteiten weer oppakken. Welke activiteiten u kunt doen is uiteindelijk afhankelijk van het optreden van bijwerkingen, uw algemene conditie en de aard van uw werkzaamheden. Bij twijfel kunt u altijd overleggen met uw behandeld arts of uw bedrijfsarts.
Andere medische zorg
In de eerste week na de behandeling met Radium moeten werknemers in de zorg weten dat u een behandeling met een radioactieve stof hebt gehad. Meld dit bij de medewerker. Zij kunnen eventueel contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde.
Een bloedafname kan op de normale manier worden gedaan.
Veiligheid
Zolang u zorgvuldig de leefregels in deze folder naleeft, is de behandeling met Radium veilig en vormt u geen risico voor uw omgeving.
Waarom moet u op tijd komen?
De radioactieve stof wordt een week voordat u komt speciaal voor u besteld. De bestelling kan niet meer worden geannuleerd. Het Radium is kostbaar en helaas maar kort houdbaar, daarom is het belangrijk dat u op tijd aanwezig bent voor de behandeling. Bent u verhinderd of zijn er veranderingen in uw medische situatie, neem dan op tijd contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde.
Ook voor vragen over de behandeling kunt u contact op nemen met de afdeling:
Medische vragen:
Afdeling Nucleaire Geneeskunde: 020-444 4200
Vragen over radioactiviteit, stralingsrisico’s en leefregels:
Stralingsdeskundige: 020-5668621