Pectus carinatum (in de volksmond kippenborst genoemd) ontstaat door een te harde groei van het ribkraakbeen naast het borstbeen. Door deze te harde groei wordt het borstbeen naar voren geduwd. Deze groei treedt vooral op tijdens de groeispurt en tijdens deze periode zien we dan ook vaak progressie van deze pectus.
De precieze oorzaak van deze harde groei is onbekend maar soms wordt deze in gang gezet door medicatie, longaandoeningen of een operatie aan de borstkas. De afwijking kan zich hoog of laag op de borstkas bevinden en zich symmetrisch (beiderzijds) of asymmetrisch (aan één zijde) manifesteren. In 25-30% treedt het op bij meerdere mensen in de familie. Het kan geïsoleerd voorkomen maar in zeldzame gevallen ook optreden in combinatie met bijvoorbeeld scoliose, hartafwijkingen en een aantal syndromen (bijvoorbeeld het Marfan syndroom).
Eén van de belangrijkste redenen om een pectus carinatum te behandelen is het cosmetische aspect en de mogelijke psychosociale impact gedurende de puberteit en ontwikkeling. Er kan schaamte optreden voor de afwijkende borstkas en soms wordt er gepest door leeftijdsgenoten. Een pectus carinatum kan ook tot lichamelijke klachten leiden zoals pijn op de borst, kortademigheid en een verminderd uithoudingsvermogen.
Als je een arts bezoekt zal deze eerst wat vragen aan je stellen om meer duidelijkheid te krijgen over je borstkas afwijking. Bijvoorbeeld:
- Wat voor klachten heb je?
- Word je wel eens gepest?
- Komt het in de famile voor?
Daarna zal de arts je borst willen bekijken en onderzoeken. Afhankelijk van de afwijking en de vorm van je borstkas kan de arts besluiten aanvullend onderzoek te laten verrichten zoals bijvoorbeeld een echo van het hart of een CT scan. Ook kan het soms nodig zijn de cardioloog, orthopedisch chirurg of een klinisch geneticus te consulteren. De arts zal na zijn onderzoek met je bespreken welke behandeling voor jou het beste is.
Een pectus carinatum kan op verschillende manieren worden behandeld:
- Het terugduwen van de borstkas door middel van een brace. Hierbij wordt, net zoals bij een beugel van de tandarts, door druk van buitenaf de borstkas geleidelijk gedurende enkele maanden teruggeduwd naar de normale positie.
- Een operatie waarbij het te hard gegroeide kraakbeen naast je borstbeen wordt verwijderd en het borstbeen terug naar achteren wordt verplaatst (Ravitch operatie).
- Een operatie waarbij het borstbeen onder de huid met behulp van een metalen beugel wordt teruggeduwd (Abramson operatie). Hierbij wordt de beugel gefixeerd aan de ribben beiderzijds. Na 2,5 jaar wordt deze weer verwijderd.
Alle behandelingen zijn effectief. Welke behandeling geschikt voor je is hangt af van de ernst en de flexibiliteit van je borstkas.
Als we samen voor de operatie kiezen, word je opgenomen in ons ziekenhuis.
Omdat een operatie aan je borstkas pijnlijk is zal de anesthesist (de dokter die je in slaap brengt op de operatiekamer) je een ruggeprik geven. Vlak voor de operatie wordt er tijdens of voordat je slaapt een dun slangetje in je wervelkanaal geplaatst waarover medicijnen tegen de pijn gegeven kunnen worden. Dit slangetje blijft ongeveer drie dagen zitten en wordt daarna op de afdeling verwijderd. Vaak wordt na de operatie ook nog morfine gegeven over het infuus (slangetje dat in een van je bloedvaten wordt geprikt).
Omdat het soms moeilijk is te plassen als je een ruggeprik of morfine hebt kan het zijn dat de dokter, nadat je slaapt, een blaaskatheter inbrengt via je plasbuis. Je urine loopt dan via deze slang in een zakje. De katheter mag er uit zodra de ruggeprik is verwijderd .
De medicijnen om te slapen krijg je ook via het infuus welke voor de operatie door de anesthesist wordt geprikt. Dit infuus blijft na de operatie zitten totdat je voldoende drinkt en eet en je de medicijnen tegen de pijn via de mond kan innemen.
- Bij een Ravitch operatie wordt het uitstekende kraakbeen dat de ribben met het borstbeen verbindt verwijderd. In de eerste zes weken na de operatie zal dit in een normale positie terug groeien. Er worden twee dunne slangetjes achtergelaten in het operatiegebied om overtollig wondvocht af te voeren. Deze worden ongeveer 1-2 dagen na de operatie op de afdeling verwijderd.
- Bij een Abramson operatie wordt een tunnel gemaakt onder de huid en over je borstspieren. Hier doorheen komt een metalen plaat/beugel te liggen welke beiderzijds aan de ribben wordt vastgezet nadat je borst eerst in de gewenste positie wordt terug geduwd.
De eerste dagen na de operatie is het vooral belangrijk dat je goede pijnstilling krijgt. Zowel voor als na de operatie zal de fysiotherapeut langskomen en je helpen met rechtop zitten en uit bed komen. Ook wordt er aandacht besteed aan het goed in- en uitademen en het ophoesten van slijm. Douchen mag 24 uur na de operatie maar de wonden mogen pas in bad of onder water na tien dagen. Als de pijn onder controle is mag je naar huis. Dit is meestal vier tot zes dagen na de operatie.
De eerste controle vindt plaats na zes weken. Bij deze eerste afspraak wordt met je besproken wat je eventueel al weer mag gaan doen aan sport. Soms wordt er een röntgenfoto van je borstkas verricht om de positie van een plaat te beoordelen.
In het geval van de Ravitch operatie zullen we je in principe gedurende de puberteit vervolgen totdat je uitgegroeid bent.
In het geval van de Abramson operatie zien wij je dan pas weer na 2-2,5 jaar terug en zullen dan de operatie plannen om de plaat (in dagbehandeling) te verwijderen.
Soms is nodig te starten met oefeningen voor een goede houding, spierontwikkeling van je borstkas en ademhalingsoefeningen. Bij deze oefeningen kan een fysiotherapeut je eventueel helpen.