Je hebt een operatie aan je kaakspleet gehad (Bot in Gnatho). In deze folder geven wij je informatie over de nazorg bij deze ingreep.Je leest hierin over deze onderwerpen: Blz: Wat gebeurt er tijdens de operatie? 1Hoe zien de wondgebieden er na de operatie uit? 2Hoe lang moet je in het ziekenhuis blijven na de operatie? 2Heb je pijn na de operatie? 2Ben je misselijk na de operatie? 2Wat mag je NIET drinken en eten na de operatie? 2Hoe weet je of je genoeg drinkt? 3Hoe moet de mond verzorgd worden? 3Moeten de hechtingen van de wond verwijderd worden? 3Wat zijn de mogelijke complicaties van de ingreep? 3Wat voor pijnmedicatie krijg je mee naar huis? 3Wat kun je verwachten over het herstel na de operatie? 3Wanneer moet je weer terugkomen voor controle na de operatie? 4Wanneer moet je snel terugkomen naar het ziekenhuis? 4Wie moet je bellen als er problemen zijn direct na ontslag? 4Ruimte voor notities en vragen 5

Wat gebeurt er tijdens de operatie?

Bij een enkelzijdige kaakspleet wordt tijdens de operatie onder narcose het gaatje tussen de neus en de mond in drie lagen gesloten. Het gaatje naar de neus wordt dichtgemaakt, er wordt bot aangebracht in de kaakspleet en het gaatje naar de mond wordt gesloten. Het bot dat we gebruiken wordt uit de kin of uit de heup (bekkenkam) gehaald. Welk stukje bot we nemen, hangt af van de vorm en de grootte van de kaakspleet.

Bij een dubbelzijdige kaakspleet is eigenlijk sprake van drie kaakdelen. Het middelste, kleine deel ("tussenkaak" of premaxilla) is met een dunne botspaan verbonden aan het neustussenschot. Het staat soms in een verkeerde stand en vaak kan je dit heen en weer bewegen. In veruit de meeste gevallen kan met een beugel het stukje tussenkaak al in de goede positie worden gebracht. In dat geval wordt tijdens de operatie alleen de dubbelzijdige kaakspleet gesloten.

Heel soms blijft het stukje tussenkaak in de verkeerde stand staan. In dat geval kan dit tijdens de operatie worden losgemaakt en in de juiste positie worden neergezet (dit noemen we een “premaxilla-osteotomie”). Aansluitend worden beide kaakspleten opgevuld met een stukje bot zoals hierboven beschreven. Om te zorgen dat het stukje tussenkaak goed blijft vastzitten tijdens het ingroeien van het nieuwe bot, wordt er dan een metalen spalk over de tanden gebruikt.

Hoe zien de wondgebieden er na de operatie uit?

Door het wondgebied in de kaak kan het gezicht wat gaan zwellen. Daarom zal dit na de operatie goed gekoeld worden met coldpacks en/of een ijskraag.

Indien er bot uit de kin is gebruikt zit er een steunpleister op de kin. Deze mag na drie dagen weg gehaald worden, dit gaat het beste als de pleister lekker nat is gemaakt, bijvoorbeeld onder de douche of in bad.

Als we bot uit de bekkenkam gebruiken, zie je alleen een litteken lijntje dat meestal onder de broekrand zit met een zachte pleister erop. In de eerste dagen na de operatie gaat het lopen wat moeilijker en is het gevoelig, maar na 1 week gaat dat alweer een stuk beter.

Hoe lang moet je in het ziekenhuis blijven na de operatie?

Het verblijf in het ziekenhuis is gemiddeld 2 tot 3 dagen. Of je met ontslag kan, hangt af van hoe het met je gaat. Daarbij kijken we bijvoorbeeld of je genoeg eet en drinkt en of de pijn onder controle is. De beslissing over het ontslag wordt door de kinderarts en de MKA chirurg samen genomen. Op de dag van ontslag wordt er nog een foto gemaakt van je kaak op de poli van de MKA chirurgie.

Heb je pijn na de operatie?

Het operatiegebied in de mond en in de heup zullen pijnlijk zijn. Je krijgt pijnstillers om de pijn onder controle te houden. De wondjes genezen vanzelf binnen een week of twee.

Ben je misselijk na de operatie?

Soms kunnen de wondjes in de mond wat nabloeden, en kan het gebeuren dat je dit bloed inslikt. Dit kan ook gebeurd zijn tijdens de operatie. Bloed in de maag kan je misselijk maken waardoor je moet braken. Dit is meestal alleen de eerste 24-uur na de operatie. Zo nodig geven wij je medicijnen tegen de misselijkheid.

Wat mag je NIET drinken en eten na de operatie?

Op de dag van de operatie mag je beginnen vloeibaar dieet, zoals melk, vla of yoghurt. Hierna is het belangrijk dat je gedurende één maand alleen zachte dingen eet.

Belangrijk is dat je geen harde dingen eet of voedsel afhapt, dus geen;

• Appels, wortels, vlees

• Koekjes, soepstengels, chips, frites, crackers

Eet bij voorkeur met een zachte lepel en niet met een vork en drink niet met een rietje. Dit voorkomt dat je hiermee in de wond prikt. Alles wat geprakt kan worden met een vork mag je eten. Dus wel pasta, een pannenkoek of een banaan. Ook een ijsje mag gegeten worden.

Hoe weet je of je genoeg drinkt?

De eerste dag(en) in het ziekenhuis krijg je een infuus. Via dat infuus dienen wij extra vocht toe. Het is prima om alweer snel te eten, maar je hoeft dit niet te forceren. Als je thuis bent, en je plast regelmatig, dan krijgt je genoeg vocht binnen.

Hoe moet de mond verzorgd worden?

De eerste maand na de operatie is het operatiegebied in de mond gevoelig. Het is heel belangrijk om de mond goed schoon te houden. Vanaf een dag na de operatie mag je voorzichtig poetsen met een zachte baby tandenborstel met weinig (milde) tandpasta en de mond spoelen met een speciaal mondspoelmiddel CHX 0,12% / PerioAid dat wordt voorgeschreven door MKA chirurg. Je moet niet te krachtig en niet met bolle wangen te spoelen. De steunpleister belemmert het poetsen van de ondertanden, maar dit moet toch gedaan worden. De lippen kunnen worden ingesmeerd met vaseline, bij wondjes kan zinkzalf worden gebruikt.

Van de mondhygiëniste krijg je een setje verzorgingsproducten en extra uitleg mee naar huis.

Moeten de hechtingen van de wond verwijderd worden?

We maken in de mond gebruik van oplosbare hechtingen, deze hoeven in principe niet verwijderd te worden. Het kan 4-6 weken duren voordat de hechtingen zijn opgelost. Als de hechtingen in de weg zitten moeten ze soms verwijderd worden.

Wat zijn de mogelijke complicaties van de ingreep?

Mogelijke complicaties zijn nabloeding, infectie, verlies van bottransplantaat en/of doof gevoel van het tandvlees of de huid rondom de donorplaats. Door de juiste verpleegkundige en medische nazorg en het opvolgen van de in deze folder genoemde adviezen wordt dit echter zoveel mogelijk voorkomen.

Wij vragen je om er op de letten dat je de eerste 2 weken niet met dichte mond niest of met druk je neus snuit. Om de neus open te houden kan de arts een neusspray voorschrijven. Tot een week na de operatie krijg je antibiotica, dit is om infectie van de wondgebieden zoveel mogelijk te voorkomen.

Zware inspanning en contactsporten, zoals balsporten of judo, worden de eerste paar weken afgeraden. Zwemmen is niet toegestaan i.v.m kans op druk zetten door hoesten. Wel mag je na 3 dagen gewoon douchen en baden. Belangrijk hierbij is het wondje op de heup goed droog te deppen.

Wat voor pijnmedicatie krijg je mee naar huis?

Paracetamol en diclofenac is vaak voldoende als pijnstilling. De hoeveelheid pijnmedicatie is afhankelijk van je gewicht en wordt in overleg met de kinderarts afgesproken. Dit kan met een zetpil of je kan het drinken (siroop). Vijf tot zeven dagen na de operatie kan de pijnstilling worden afgebouwd en gestopt.

Wat kun je verwachten over het herstel na de operatie?

Behalve de gevoeligheid na de operatie moet je er ook aan wennen dat je kaak gesloten is. Het wennen aan de nieuwe situatie, het verwerken van de ziekenhuisopname en de operatie, uit zich vaak doordat je de eerste periode minder goed slaapt waardoor je je dag- en nachtritme soms omdraait. Ook kan het zijn dat je bijvoorbeeld nog veel nadenkt over je operatie en hoe het was om in het ziekenhuis opgenomen te zijn. Of dat je het lastig vindt als je ouders niet bij je zijn. Dit horen we vaker van kinderen die geopereerd zijn. Praat hierover met bijvoorbeeld je ouders of andere mensen waarbij jij je fijn voelt of schrijf het in een dagboek. Binnen een paar weken is het meestal weer zoals voor de operatie. Hebben jij of je ouders hier nog vragen over of hulp bij nodig dan kun je contact opnemen met de verpleegkundig specialisten van ons team.

Wanneer moet je weer terugkomen voor controle na de operatie?

Wij willen je na 1 week en na 4 weken na de operatie terug zien op de polikliniek van de MKA chirurgie. Deze afspraken krijg je voorafgaand aan de operatie van de poli-secretaresse.

Wanneer moet je snel terugkomen naar het ziekenhuis?

Bij problemen verzoeken wij je om contact op te nemen met het ziekenhuis. Dit raden wij ook aan als je temperatuur boven de 38,5˚ C stijgt. Als je het gevoel hebt dat het eten achteruit gaat, vragen wij ook contact met ons op te nemen. Je ouders kunnen dan via tel 020-5669111 contact opnemen met het ziekenhuis en vragen naar de dienstdoende arts assistent van de MKA chirurgie.

Wie moet je bellen als er problemen zijn direct na ontslag?

Na ontslag kunt je voor acute/ dringende vragen contact opnemen met:

de polikliniek van de MKA chirurgie in AMC: tel. +3120-5662300

de polikliniek van de MKA chirurigie in VUmc: tel. +3120-4441150

of met de verpleegkundig specialist van het schisisteam, tel +316-50063209.

Buiten kantoortijden belt u met het algemene nummer van het ziekenhuis, tel +3120-5669111 en vraagt u vervolgens naar de dienstdoende arts van de MKA chirurgie.

Voor overige vragen kunt u, op dinsdag en donderdag tussen 9:00 en 11:00 uur, contact opnemen met de verpleegkundig specialisten van het schisisteam via +316-50063209 of per mail via schisis@amsterdamumc.nl

Ruimte voor notities en vragen

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------