Leeftijd speelt trouwens wel een rol: hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat je de dementie krijgt. Bij jonge mensen is dementie vaker erfelijk of heeft het een zeldzamere oorzaak.
- Elke 10 minuten komt er een alzheimerpatiënt bij
- 10% van de alzheimerpatiënten is jonger dan 65 jaar
- Alzheimer is de duurste ziekte in Nederland
- Van de top 10 doodsoorzaken is dementie de snelst groeiende
- Ziekte van Alzheimer kan nog niet genezen worden, maar wel behandeld
- Er zijn nu ongeveer 250.000 mensen met dementie in Nederland
- In 2050 hebben 500.000 Nederlanders dementie, merendeel ziekte van Alzheimer
- 1 op de 5 mensen krijgt een vorm van dementie
- Bij ruim 100.000 mensen is de diagnose dementie nog niet vastgesteld
- De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer
- Bij mensen die op jonge leeftijd dement worden, gaat het ziekteproces vaak sneller
Onze hersenen veranderen als we ouder worden, net als de rest van ons lichaam. We gaan wat langzamer denken en bewegen. Dat je af en toe wel eens iets vergeet of niet op een naam kan komen hoort daar bij, maar ernstige geheugenproblemen hebben meestal niet te maken met het normale verouderingsproces. Lees hieronder meer over de signalen en wanneer u contact met de huisarts moet opnemen.
Eerste signalen
De eerste signalen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Vaak merkt iemand het zelf niet in eerste instantie, maar bemerkt de partner of iemand anders in de omgeving de eerste veranderingen. De signalen ontstaan geleidelijk en zijn subtiel.
Onze hersenen veranderen als we ouder worden, net als de rest van ons lichaam. We gaan wat langzamer denken en bewegen. Dat je af en toe wel eens iets vergeet of niet op een naam kan komen hoort daar bij, maar ernstige geheugenproblemen hebben meestal niet te maken met het normale verouderingsproces.
10 signalen
Mensen met beginnende dementie krijgen onder andere moeite met:
- Herinneren wat kort geleden gebeurd of besproken is
- Problemen overzien en oplossen
- Oriënteren in de ruimte of tijd
- Nieuwe dingen aanleren of bedienen
- Plannen
- Concentratieproblemen
- Woorden vinden of begrijpen
- Initiatief nemen
- Inleven in anderen
- Sociaal gedrag
Als u een of meer van deze signalen heeft of bij uw naaste bemerkt en de klachten blijven bestaan en/of nemen toe is dat een reden om naar uw huisarts te gaan.
Iedereen kent het: je loopt een kamer in en weet niet meer wat je er ook alweer kwam doen. Dat is een onschuldig concentratieprobleem.
Meerdere oorzaken
Er zijn ook meerdere oorzaken die geheugenverlies kunnen veroorzaken, denk bijvoorbeeld aan een depressie. Als iemand echter structureel gebeurtenissen niet meer op kan slaan in zijn geheugen, is er zeker iets aan de hand. Juist op oudere leeftijd kan dat zorgwekkend zijn en een reden om dat te laten onderzoeken.
Dementie is meestal niet erfelijk. In de bevolking komt dit ziektebeeld echter veel voor, maar liefst 1 op de 5 mensen boven de 70 jaar krijgt een vorm van dementie.
Grootste risicofactor
De grootste risicofactor voor het krijgen van dementie is leeftijd. Als er iemand in uw naaste familie is waarbij dementie op oudere leeftijd (boven 65 jaar) is opgetreden, neemt het risico op dementie is toe. Maar dit gaat slecht om een paar procenten.
Erfelijke vormen
Er bestaan ook erfelijke vormen van dementie. Hierbij leidt één verandering in het erfelijk materiaal tot een sterk verhoogd risico op dementie. Erfelijke dementie is zeldzaam. In families met erfelijke dementie zijn er meestal meerdere familieleden met dementie op jonge leeftijd, vaak al voor het 60e levensjaar. In dergelijke families is erfelijkheidsonderzoek mogelijk.
Voldoende beweging, gezond eten, matig alcohol gebruik en niet roken zijn daarom aan te raden.
Ook zijn zogenaamde vasculaire risicofactoren zoals suikerziekte, hoge bloeddruk en overgewicht van invloed op het beloop bij dementie en dienen daarom goed onder controle te zijn.
Bij sommige mensen gaat het dan om cognitieve klachten, die gemeten kunnen worden, maar die een andere oorzaak hebben dan dementie. Het komt bijvoorbeeld vaak voor bij mensen met psychische overbelasting door een burn-out, een depressie of bij mensen die recent een psychose hebben doorgemaakt. Vaak werkt dan het geheugen niet optimaal, is het moeilijk om de aandacht langere tijd op iets gericht te houden of hebben mensen moeite met het houden van overzicht en het maken van een planning. Deze klachten kunnen weer verdwijnen als de oorzaak goed behandeld wordt, maar vaak duurt dit wel enkele maanden.
Het komt ook voor dat de oorzaak (nog) niet goed aan te wijzen is, maar het wel duidelijk is dat het niet om een dementie gaat. Een voorbeeld hiervan is het fenocopy-FTD-syndroom. Deze mensen hebben wél verschijnselen die op Frontotemporale dementie (FTD) lijken, maar alle medische onderzoeken tonen geen FTD aan. Lees alles over dit fenocopy syndroom op deze pagina: fenocopy-FTD-syndroom.