De behandelend arts of verpleegkundige heeft met u gesproken over het beperken van de bewegingsvrijheid van u of uw naaste. In deze folder wordt uitgelegd wat vrijheidsbeperking inhoudt en waarom het wordt toegepast. Verder vindt u informatie over alternatieven voor vrijheidsbeperking en bij wie u terecht kunt voor vragen.

Vrijheidsbeperkende interventies

Vrijheidsbeperkende interventies zijn alle maatregelen die de bewegingsvrijheid van een patiënt verminderen. In het ziekenhuis gaat het meestal om het gebruik van bedhekken, een bewegingssensor, een onrustband (band om de taille), pols- of enkelbanden of een tentbed. Meestal wordt in combinatie met vrijheidsbeperkende interventies ook rustgevende medicatie toegediend.

Vrijheidsbeperking is mogelijk in verschillende niveaus. Wij beginnen altijd met de minst ingrijpende methode. Bijvoorbeeld bokshandschoenen, en niet direct polsfixatie. Dit is altijd afhankelijk van de situatie van de patient. Wij zullen u uitleggen waarom wij voor een bepaalde methode kiezen.

Waarom vrijheidsbeperking?

Tijdens een ziekenhuisopname kan het voorkomen dat u of uw naaste verward of onrustig wordt. Door de verwardheid of onrust kunt u of uw naaste ‘risicogedrag’ gaan vertonen. Voorbeelden van risicogedrag zijn uit bed vallen, trekken aan de infuuslijn of drain en dwalen. Risicogedrag kan leiden tot lichamelijk letsel bij u of uw naaste en bij anderen in zijn omgeving. Ook kan het de medische behandeling belemmeren.

Besluitvorming

Het toepassen van vrijheidsbeperkende interventies gebeurt volgens de wettelijke voorschriften die beschreven zijn in de Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO). Het besluit om de bewegingsvrijheid van u of uw naaste te beperken wordt door de arts genomen. De arts doet dit altijd in nauw overleg met de verpleegkundige. Voorafgaand aan het besluit wordt met u of uw naaste de mogelijke oorzaak en gevolgen van het risicogedrag besproken en de te nemen vrijheidbeperkende interventies. Daarnaast wordt om uw toestemming en, als dat mogelijk is, om toestemming van uw naaste gevraagd. Soms is er sprake is van een noodsituatie. In dat geval mag de verpleegkundige zonder voorafgaande toestemming van een arts overgaan tot het toepassen van vrijheidsbeperkende interventies. Na het toepassen overlegt de verpleegkundige zo spoedig mogelijk met de arts. Uw toestemming wordt in dit geval ook zo snel mogelijk achteraf gevraagd.

Alternatieven voor vrijheidsbeperking

Vrijheidsbeperking is altijd de laatste keuze als er sprake is van risicogedrag. Voordat er toe overgegaan wordt zijn minder ingrijpende interventies overwogen of uitgeprobeerd. Het toepassen van alternatieve interventies blijft altijd belangrijk, ook als er al sprake is van vrijheidsbeperking. Naasten kunnen een belangrijk aandeel hebben in het uitvoeren van de alternatieve interventies die hierna genoemd worden.

Voorbeelden

  • Zorgen voor aanwezigheid van vertrouwd bezoek buiten de bezoektijd. Dit helpt onrust en verwardheid te verminderen. Bespreek met de verpleging wat de mogelijkheden zijn om buiten de bezoektijd aanwezig te zijn. Soms is het ook mogelijk om te blijven slapen op de kamer van de patiënt en te helpen bij eten/drinken en de persoonlijke verzorging, als de patiënt daar rustig van wordt.
  • Spreiden van het aantal bezoekers over de dag. Eén bezoeker tegelijk is beter dan meerdere.
  • Veilig maken van de omgeving van de patiënt. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat er geen scherpe voorwerpen in de buurt zijn, dat de kamer goed verlicht is, dat er loophulpmiddelen in de buurt staan en dat de patiënt stevige, niet-gladde schoenen draagt.
  • Ervoor zorgen dat de patiënt zich bewust is van de tijd. Dit kan bereikt worden door het meenemen van een klok en een kalender en door datum en tijdstip regelmatig ter sprake te brengen.
  • Regelmatig vertellen dat de patiënt in het ziekenhuis is en vertellen wat er aan de hand is.

Tot slot

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft dan kunt u die stellen aan de verpleegkundige die u of uw naaste verzorgt.