Spoel het wondgebied tweemaal per dag met een lauwe douche schoon en dep het droog.
Over de hechtingen
De hechtingen lossen verloop van tijd (weken tot maanden) vanzelf op. Het kan gebeuren dat de hechtingen loslaten en de wondranden daardoor wat gaat wijken, de wond gaat dan een beetje open staan. Dat noemen we wonddehiscentie. Dit gebeurt vaak rondom de ingang van de vagina of vulva, want daar is de huid snel vochtig en staat de huid onder spanning. Na enkele weken groei de wond vanzelf dicht.
Vocht en bloed rondom de wond
Zolang er wonden zijn, lekt er wondvocht met soms wat (oud) bloed. Dit stopt vanzelf als de wonden zijn genezen. U kunt maandverband gebruiken om het wondvocht op te vangen. Wissel dit regelmatig. Wanneer mogelijk is het beter om de wond aan de lucht te drogen.
Ziet u een geel laagje op de wond? Spoel dit dan niet weg! Het is geen pus, maar het zijn eiwitten die de wondgenezing bevorderen.
Afstervend weefsel en onaangename geur
Er kunnen kleine stukjes huid van de schaamlippen en/of de vagina afsterven. Dat kan een onaangename geur geven. Er ontstaan dan wonden die ook weer genezen. Houd het gebied goed schoon zoals hierboven beschreven. U hoeft zich geen zorgen te maken over het afstervende weefsel: het proces breidt zich niet uit.
Ook als er wonden ontstaan is het belangrijk dat u in beweging blijft en doorgaat met dilateren.
Bekijk ook onderstaande animatievideo's . De tekst loopt door onder de video's.
Eenmaal weer thuis is het belangrijk voor uw herstel om een aantal adviezen op te volgen. U moet nog wekenlang herstellen. Houd hiervoor ongeveer 6 weken aan. U moet de wonden zelf verzorgen!
- U mag de eerste 6 weken niet zwaar tillen of intensief sporten. Blijf wel bewegen en wandelen, dat helpt bij uw herstel.
- Fietsen zal de eerste drie maanden niet gaan, u voelt zelf aan wanneer dit weer mogelijk is.
- Zitten kunt u het beste op een harde stoel: dat geeft tegendruk. Tegendruk vermindert de zwelling en verbetert de doorbloeding.
- Kort douchen kan, maar u mag niet in bad, zwemmen of naar de sauna totdat de wonden zijn genezen.
- Wacht nog even met seksuele activiteiten. Eerst moeten de wonden volledig genezen. Leer eerst uw eigen, nieuwe genitaal kennen voordat u iemand anders toelaat.
Vergeet niet uw dilatatieset mee te nemen naar het eerste poliklinische consult (dit hoeft niet na een vulvaplastiek).
Na een vaginaplastiek dient u de nieuwe vagina te dilateren en te spoelen. Dilateren doet u levenslang en is noodzakelijk om de vagina open en diep te houden. Het eerste jaar moet u minimaal 2 keer per dag 30 minuten dilateren. Hoe/wanneer dat precies gaat, hangt samen met de gebruikte operatietechniek. Hieronder staat het schema.
De verpleegkundige heeft u tijdens uw ziekenhuisverblijf ook geleerd hoe u de vagina moet spoelen. Dit heeft u ook een aantal malen geoefend. U spoelt inwendig en uitwendig. In onderstaand schema ziet u hoe vaak u inwendig moet spoelen. Uitwendig spoelen doet u minstens twee keer per dag.
Uitgebreide instructies voor het spoelen en dilateren vindt u op onderstaande pagina:
Vaginaplastiek: adviezen dilateren en spoelen
- Pijnstillers - Vaak is paracetamol (maximaal 4 x 1000 mg per dag) voldoende om pijn/ ongemakken te onderdrukken. Paracetamol geeft het meeste effect als u het op vaste tijden inneemt. Is paracetamol niet voldoende? Dan krijgt u van uw arts een recept mee voor extra pijnstilling.
- Recepten ophalen - U kunt de medicijnen ophalen bij de ziekenhuisapotheek. Het recept kan ook naar uw eigen apotheek worden gestuurd, zodat u het medicijn daar af kunt halen. Bij uw ontslag uit het ziekenhuis kunt u zelf aangeven wat u het handigst vindt.
- Hormonen - De oestrogenen mag u blijven gebruiken zoals u voor de operatie deed. U mag stoppen met de testosteronremmers.
Plassen
Na het verwijderen van de katheter kan het plassen branderig aanvoelen. De plasstraal kan in het begin sproeiend zijn of wat meer naar voren gericht. Dit verbetert zodra de wonden genezen en de zwellingen afnemen.
Is het moeilijk om de plas op gang te krijgen? Of lukt het niet om goed uit te plassen? Volg dan onderstaande tips:
- Neem de tijd om goed uit te plassen, maak er geen haastklus van.
- Laat eventueel een kraan lopen.
- Ga altijd op het toilet zitten (dus niet erboven hangen) en zet uw voeten plat op de grond.
- Zit rechtop het toilet met het bekken iets voorover gekanteld (holle onderrug). Ontspan de buik- en de bekkenbodemspieren.
- Adem rustig en diep in, en blaas de lucht door getuite lippen rustig naar buiten (of probeer fluitend uit te blazen).
- Probeer te vermijden dat u gaat persen. Met persen drukt u de plasbuis juist dicht.
- Schommel na het plassen de blaas goed leeg door het bekken een paar keer voor- en achterover te kantelen (onderrug hol en bol maken).
- Als het plassen pijnlijk is doordat de urine langs de wonden loopt, giet dan tijdens het plassen water langs de vagina.
Ontlasten
Het kan een paar dagen duren voordat de ontlasting weer op gang komt. Voorkom dat de ontlasting hard wordt: drink voldoende (min. 1,5 liter) op een dag en eet vezelrijk. Als dat onvoldoende helpt om de ontlasting zacht te houden, kunt u via de huisarts een recept voor extra vezels krijgen.
Tips voor ontlasten:
- Neem de tijd om de darmen rustig te legen, maak er geen haastklus van.
- Zet uw voeten plat op de grond als u op de toilet zit.
- Zit met een bolle onderrug. Als dat niet lukt, omdat u een verhoogd toilet heeft, plaats dan een klein krukje onder de voeten.
- Vermijd persen, vooral in de eerste weken na de operatie. Komt de ontlasting moeilijk? Adem dan een paar keer diep in en uit terwijl u de rug afwisselend hol en bol maakt en blijf vervolgens weer rustig zitten met een bolle onderrug.
- Het kan prettig zijn om tijdens het ontlasten met een schone droge washand enige tegendruk te geven tegen de schaamlippen.
- Veeg de billen altijd achterlangs vanaf de anus omhoog naar de rugzijde.
Seksualiteit blijft voor velen na de vagina- of vulvaplastiek belangrijk. Als uw vagina voldoende is hersteld, is seks en penetratie mogelijk. De meeste mensen kunnen na een vagina- of vulvaplastiek seksuele opwinding ervaren; 80% kan een orgasme bereiken. Vragen over de mogelijkheden van uw vagina of vulva (bijv. over penetratie of de gevoeligheid) kunt u bespreken met uw plastisch chirurg.
Libido
Zin in seks (libido) hangt samen met het hormoon testosteron (dat geldt overigens voor mannen én vrouwen). Omdat uw lichaam geen testosteron meer aanmaakt na het verwijderen van de testikels, kan dat van invloed zijn op uw libido. Als u problemen ervaart met uw libido, kunt u dat bespreken met de endocrinoloog van het Genderteam.
Zelf ontdekken
Uw seksuele leven is echter niet alleen afhankelijk van een vagina- of vulvaplastiek, maar van vele psychologische en biologische factoren. Het (seksueel) 'eigen' maken van uw vagina en deze prettig seksueel te leren gebruiken, zijn belangrijke uitdagingen na genitale chirurgie.Kortom: het is belangrijk dat u goed ontdekt wat voor u seksueel belangrijk en prettig is, en dat u daarover spreekt met uw (eventuele) partner(s).
In gesprek over seksualiteit
Uw psycholoog (en uw endocrinoloog m.b.t. de invloed van hormonen) zal met u gedurende het gehele behandeltraject spreken over seksualiteit en over hoe eventuele problemen verholpen kunnen worden. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld: wat is voor u seksueel prettig, wenst u een partner, heeft u een partner, spreekt u met uw partner(s) over uw seksuele wensen?
Drie maanden na de operatie ziet de endocrinoloog u graag terug om de hormoonspiegels in uw bloed te controleren. Mocht u geen oproep krijgen, maakt u dan via de Genderpoli zelf een afspraak met de endocrinoloog.
Als u na ontslag vragen heeft die te maken hebben met uw operatie, kunt u bellen met de polikliniek plastische chirurgie (overdag) of het centrale nummer van locatie VUmc: 020 - 444 44 44. De telefonist kan dan contact leggen met de physician assistant of dienstdoende plastisch chirurg.
Kennis- en Zorgcentrum Genderdysforie
Telefoon: 020 - 444 05 42 (op werkdagen van 09.00-12.00 en 13.00-16.00)
Fax: 020-444 52 54
E-mail: genderteam-poli@amsterdamumc.nl
Plastische, reconstructieve en handchirurgie
Telefoon polikliniek: 020-444 98 00 (werkdagen 08.30-12.15 en 12.45-16.30)
Telefoon opnameplanning gender: 020-444 23 10 (werkdagen 09.00-10.30)
Bent u bij ons in behandeling dan kunt u ook een bericht sturen via het patiëntenportaal Mijn Dossier.