Uw behandelend arts heeft met u besproken dat er bij u een permanente katheter wordt aangelegd om te kunnen dialyseren. In deze folder krijgt u informatie over de katheter; hoe u ermee om moet gaan en wat u kunt doen bij eventuele problemen. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de dialyse verpleegkundige, dialyse verpleegkundige in opleiding, dialyse assistente, dialyse assistent in opleiding of aan de arts.
Dialysekatheter: de uitwendige toegang tot de bloedbaan
Mocht er om een bepaalde reden voor lange tijd geen bruikbare toegang tot de bloedbaan bij u mogelijk zijn dan bestaat nog de mogelijkheid van een ‘permanente’ dialysekatheter. Deze katheter wordt onder de huid gelegd door middel van tunnelen, een zogenaamde getunnelde katheter.
De getunnelde katheter wordt in de halsader ingebracht en vastgehecht aan de huid. Het inbrengen vindt plaats op de dialyseafdeling door de nefroloog. U wordt hiervoor niet opgenomen in het ziekenhuis. De katheter wordt door de interventie radioloog van Amsterdam UMC op locatie AMC ingebracht, incidenteel kan deze katheter door de nefroloog op de dialyse afdeling worden ingebracht.
U krijgt een plaatselijke verdoving.
Het onderhuids tunnelen wordt gedaan om de katheter vast te laten groeien onder de huid waardoor er minder kans bestaat dat bacteriën het lichaam binnendringen. Zo is er dus minder kans op infecties en kunt u voor langere tijd de katheter behouden.
Na het inbrengen van de katheter wordt er een röntgenfoto gemaakt om te controleren of de katheter goed in het bloedvat ligt. De katheter kan direct na het inbrengen worden gebruikt voor de hemodialysebehandeling.
Tijdens elke dialyse zal de verpleegkundige de insteekopening en de huid eromheen inspecteren, desinfecteren en met een steriele pleister afplakken.
We adviseren u gedurende de eerste twee weken na het inbrengen van de katheter niet te douchen. De pleister op de insteekplaats van de katheter mag niet nat worden, omdat dit infecties kan bevorderen. Na deze periode zal bekeken worden of de katheter voldoende is vastgegroeid. De hechtingen kunnen dan worden verwijderd.
Belangrijk:
U kunt weer douchen als de katheter is vastgegroeid. Uw behandelend arts zal u aangeven wanneer u mag douchen. Droog de huid rond de insteekplaats van de katheter af met een schone handdoek. De insteekplaats van de katheter dient u af te plakken met een pleister.
Mogelijke complicaties van de dialysekatheter
Onvoldoende flow
Voor een goede dialysebehandeling is een bloedstroomsnelheid van minimaal 200 ml per minuut nodig. Als dat niet haalbaar is, kan dat twee oorzaken hebben:
- Stolling in de katheter, waardoor het bloed niet goed door de katheter kan stromen.
- De katheter ligt niet goed in het bloedvat of de doorstroming is afhankelijk van de lichaamshouding.
De verpleegkundige zal met de arts overleggen wat er moet gebeuren.
Stolling
De katheter bestaat uit dunne buisjes. Na elke dialyse worden deze door de verpleegkundige opgevuld met een citraatoplossing. Dit voorkomt dat de buisjes dicht gaan zitten doordat het bloed erin gestold is. Ondanks deze maatregel kan het wel eens voorkomen dat de katheter niet bruikbaar is door stolling. Na overleg met een arts kan de verpleegkundige dit verhelpen door een medicijn in de katheter te spuiten. Dit middel moet minimaal vijftien minuten inwerken en daarna weer verwijderd worden. Het stolsel is dan meestal opgelost.
Lekkage
Na het inbrengen van de katheter kan er wat bloed lekken. Dit mag niet veel zijn en moet na een uur gestopt zijn. Als de katheter al een tijd gebruikt wordt, kan er vocht uit de insteekopening lekken. Meestal wordt er dan een kweek afgenomen, om een infectie uit te sluiten. In een
vochtige omgeving kan er eerder een infectie ontstaan.
Pijn
Na het inbrengen van de katheter, zijn de huid en het onderliggende weefsel gevoelig. Dit is na enkele dagen over. Als de katheter langer pijn doet, kan dat een teken van een (beginnende) infectie zijn.
Koorts
Bij koorts moet u altijd direct contact opnemen met de dialyseafdeling, (020) 444 2679, of met het algemene telefoonnummer van het Amsterdam UMC locatie VUmc, (020) 444 4444. Koorts kan een aanwijzing zijn voor katheterinfectie. Het is belangrijk zo snel mogelijk te starten met
antibiotica. De katheter wordt in dat geval meestal verwijderd.
Persoonlijke gegevens
Naam: ______________________________________________________
Adres: ______________________________________________________
Postcode en woonplaats: ___________________________________________________
Telefoonnummer: ______________________________________________________
Type katheter: ______________________________________________________
Locatie: ______________________________________________________
Datum inbrengen: ______________________________________________________
Contactgegevens hemodialyseafdeling
Amsterdam UMC, locatie VUmc
de Boelelaan 1117
1081 HV Amsterdam
Telefoonnummer algemeen: (020) 444 4444
Telefoonnummer hemodialyseafdeling: (020) 444 2679
De hemodialyseafdeling is rechtstreeks te bereiken:
Maandag tot en met vrijdag van 7.30 uur tot 16.00 uur: telefoon (020) 444 2679
Zaterdag van 7.30 uur tot 15.30 uur: telefoon (020) 444 2679
Zondag van 8.30 uur tot 17.00uur: telefoon (020) 444 2679
Buiten deze tijden zijn altijd een dienstdoende nefroloog en dialyseverpleegkundige bereikbaar via de receptie van Amsterdam UMC locatie VUmc; telefoon (020) 444 4444