Uw kind ondergaat binnenkort een allergietest. Bepaalde medicijnen kunnen de uitslag van de allergietest onbetrouwbaar maken. Daarom is het belangrijk dat uw kind sommige medicijnen een aantal dagen niet gebruikt. In deze folder krijgt u uitleg.
Wanneer moet uw kind stoppen?
De meeste medicijnen moet u minstens 3 dagen voor de allergietest bij uw kind stoppen. Als uw kind klachten krijgt na het stoppen van de medicijnen vragen wij u contact op te nemen. Ook medicijnen die u zelf, zonder recept, kunt kopen kunnen het onderzoek onbetrouwbaar maken.
Welke medicijnen moet uw kind stoppen?
Acrivastine |
Dexchloorfeniramine |
Meclozine |
Alimemazine |
Dimetindeen |
Mizolastine |
Cetririzine |
Ebastine |
Montelukast |
Chloorcyclizine |
Fexofenadine |
Noscapine |
Cinnarizine |
Hismanal |
Omalizumab |
Clemastine |
Hydroxyzine |
Oxatomide |
Cromoglicinezuur (drank) |
Ketotifen |
Oxomemazine |
Cyclizine |
Levocitirizine |
Prednisolon (tablet of drank) |
Cyproheptadine |
Loratadine |
Promethazine |
Desloratadine |
Mebhydroline |
Rupatadine |
Extra gebruik van pufjes, neus- of oogdruppels. Wanneer uw kind dagelijks pufjes of druppels gebruikt, moet uw kind dit blijven doen. Alleen bij extra gebruik neemt u contact met ons op.
Zalven voor huidaandoeningen
Op de dag van het onderzoek mag uw kind thuis geen hormoonzalf of andere zalf/olie gebruiken. Neem alle zalven mee naar uw afspraak op de polikliniek. In geval van een
huidpriktest kan na afloop van dit onderzoek de huid worden ingesmeerd. Bij een voedselprovocatie kunt u, in overleg met de verpleegkundigen, na het lichamelijk onderzoek door de arts zo nodig bepaalde zalf smeren.