U bent verwezen naar de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde voor een röntgenonderzoek van de endeldarm: defaecografie. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde arts, de radioloog, bijgestaan door laboranten. Deze tekst beschrijft de gang van zaken bij het onderzoek. Het is van groot belang voor het onderzoek dat u zich aan de voorgeschreven aanwijzingen houdt.

Röntgenonderzoek van de endeldarm (defaecografie), wat is dat?

Een röntgenonderzoek van de endeldarm (defaecografie) is een röntgenonderzoek van het ontlasten (de defaecatie), waarbij gebruik gemaakt wordt van een contrastmiddel. De dikke darm en de dunne darm en bij vrouwen de schede zijn betrokken bij het ontlastingsproces. De werking ervan wordt in beeld gebracht op röntgenfoto’s en röntgenvideo. Zonder contrastmiddel kan dit niet in beeld gebracht worden.

Voorbereiding

Op de dag van het onderzoek kunt u 's morgens normaal ontbijten en eventueel medicijnen innemen. 

Voor het onderzoek is het noodzakelijk dat een deel van uw dunne darm gevuld is met bariumpap. 

Hiervoor dient u twee uur voor het onderzoek een deel van de meegekregen bariumpap op te drinken: 

  • Schud vóór het openen de poeder in het potje goed los. 
  • Voeg 65 ml koud water toe en schud opnieuw goed tot alle poeder opgelost is. 
  • Drink twee uur voor het onderzoek 120 ml bariumpap op en drink daarna nog 1 beker water. 

Het restant van de bariumpap kunt u meenemen naar het onderzoek.

In de röntgenkamer brengt de radioloog een contrastmiddel bij u in. 

De radioloog is de arts die het onderzoek bij u doet. Het contrastmiddel (bariumpap) wordt via de anus in uw endeldarm gebracht. Dit doet geen pijn. 

Bij vrouwelijke patiënten moet de vagina gemarkeerd worden. Dit gebeurt met een vaginale 

bariumvloeistof. 

Het onderzoek

Een laborant haalt u op uit de wachtkamer en vertelt u wat er gaat gebeuren. U kleedt u van onderen uit en u krijgt een schort aan. vrouwen krijgen in de kleedkamer een tampon met contrastmiddel. Er wordt gevraagd deze in de vagina in te brengen. U gaat op de onderzoekstafel liggen op uw linker zij. Een dunne slang wordt via de anus ingebracht en via dit slangetje komt er bariumpap in het laatste gedeelte van de dikke darm, de endeldarm.

Een dunne slang wordt via de anus ingebracht en via dit slangetje komt er bariumpap in het laatste gedeelte van de dikke darm, de endeldarm. Bij vrouwen markeren we de vagina met een contrastmiddel met behulp van een gel. U krijgt een loodveter in de bilnaad ter markering van de onderzijde van het bekken. Op deze manier krijgen we alle orgaansystemen in beeld.

Nu wordt de stoelgang zo goed mogelijk nagebootst. U komt op een soort toilet te zitten, we gaan opnames maken van de endeldarm in rust, tijdens aanspannen en persen. Zo kunnen we zien en vastleggen hoe de diverse organen zich ten opzichte van elkaar en de omgeving bewegen.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Uitslag van het onderzoek

Na het onderzoek beoordeelt de radioloog de opnamen, maakt een verslag en stuurt dit op naar de behandelend arts. U krijgt de uitslag van het onderzoek van uw behandelend arts.

Nazorg!

Drink de dagen na het onderzoek extra veel! Uw ontlasting zal de eerste dagen na het onderzoek wit zijn. Hier hoeft u zich niet ongerust over te maken. Dit is de bariumpap die u geslikt heeft. Gebruikte u altijd al laxeermiddelen? Dan is het verstandig deze na het onderzoek ook te gebruiken!

Belangrijk!

Als u tijdens het onderzoek niet in staat bent geweest al het contrastmiddel uit de endeldarm te persen, krijgt u een laxeermiddel voor de eerste dagen. Houd goed in de gaten dat het bariumcontrast niet te lang in de darm blijft zitten, omdat dit kan indikken en hard kan worden. Hierdoor wordt het alleen maar moeilijker om het kwijt te raken. Bel uw huisarts wanneer dit gebeurt en vraag om sterker werkende laxeermiddelen.

Bent u zwanger?

Als u (mogelijk) zwanger bent, meld dit dan ruim van te voren aan het afsprakenbureau. Röntgenstralen kunnen schadelijk zijn voor het ongeboren kind. De radioloog zal dan overleggen met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd of het onderzoek door moet gaan; een ander onderzoek verricht moet worden; of dat het onderzoek uitgesteld wordt tot na de zwangerschap.

Tot slot

Bent u verhinderd, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde. Op uw plaats kunnen we iemand anders helpen.

Wij hopen dat u voldoende geïnformeerd bent over het onderzoek. Hebt u nog vragen en/of opmerkingen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde, telefoon: 020-444 4200 (tijdens werkdagen tussen 8.30 -16.30 uur).

Vergeet niet uw patiëntenpas van Amsterdam UMC mee te nemen naar het onderzoek.