Hoe prikt u Puregon®?

Een Puregon®-pen moet u klaarmaken voordat u de pen de eerste keer gebruikt. De pen vult u met een Puregon®-patroon. Deze zijn leverbaar in 300, 600 en 900 eenheden (afgekort IU of IE). Daarna plaatst u een wegwerpnaaldje en stelt het aantal eenheden in waarna u het middel inspuit in de buikplooi.

Wat moet u doen voorafgaand aan de injectie?

  • U haalt een patroon Puregon® 30 minuten voor het injecteren uit de koelkast om op kamertemperatuur te komen zodat het injecteren minder pijnlijk is.
  • U legt klaar:
    • een Puregon®-pen die u van de apotheek heeft gekregen
    • een wegwerpnaaldje
    • een naaldenemmer
  • U wast uw handen met zeep.

Het klaarmaken van een nieuwe pen

  • Haal de dop van de pen en draai de gele patroonhouder los van het blauwe deel van de pen.
  • PUREGON-01
  • PUREGON-02
  • Plaats de patroon Puregon® in de gele patroonhouder, met het metalen randje eerst en schroef de pen weer in elkaar. Het is niet nodig de tip van de patroon eerst te ontsmetten.
  • PUREGON-03
  • PUREGON-04
  • Plaats een wegwerpnaald en draai de naald vast.
  • PUREGON-05

Het instellen van de dosis

  • Draai de dosis naar het aantal eenheden dat voor u is afgesproken (in het venster, tussen de gele streepjes). De patiënt van het voorbeeld gebruikt 150 eenheden. Controleer het aantal eenheden.
  • PUREGON-06
  • PUREGON-06_detail
  • Als u de verkeerde dosis hebt ingesteld: draai de knop dan niet terug maar draai door voorbij 450 IU tot de stamper los voelt. Duw dan de stamper terug tot 0. Daarna kunt u de gewenste hoeveelheid instellen.
  • Haal de buitenste dop van de naald af en gooi deze dop weg. Haal het binnenste dopje van de naald af en gooi deze ook weg.
  • PUREGON-07

De injectie

  • Pak een huidplooi van de buik. Het is niet nodig op de huid eerst te ontsmetten.
  • Neem de spuit en prik snel, loodrecht in de huid. Zorg ervoor dat de hele naald in de huid zit.
  • Druk de spuit met de injectieknop in drie à vijf seconden helemaal leeg. Trek daarna de naald loodrecht en snel weer uit de huid.
  • PUREGON-08
  • PUREGON-09
  • PUREGON-10
  • Soms bloedt het een beetje. Dit is niet erg: de Puregon® is er niet uitgebloed. Druk de plaats
  • van de injectie met een watje dicht en plak er zo nodig een pleister op.
  • Soms lekt er een druppeltje vloeistof uit de insteekopening. Dit is niet erg. Druk de plaats van
  • de injectie met een watje dicht en plak er zo nodig een pleister op.
  • Indien u een blauwe plek heeft gekregen van het injecteren, kies dan een andere
  • injectieplaats.
  • Draai het naaldje van de pen af. Gooi het naaldje in de naaldenemmer. Een volle emmer klikt
  • u dicht en levert u in bij de poli AMC/VUMC apotheek.
  • PUREGON-11
  • Plaats de dop terug op de pen en plaats de pen in de koelkast.
  • Onthoud of noteer hoeveel eenheden u met deze patroon gespoten hebt.

Volgende injectie(s)

  • Haal de dop van de pen af. Het is niet nodig de tip te ontsmetten.
  • Plaats een wegwerpnaald en draai de naald vast.
  • Controleer het aantal eenheden dat voor u is afgesproken (in het venster tussen de gele streepjes).
  • Haal de buitenste dop en binnenste dopje van de naald af en gooi weg.
  • Injecteer.

Er zijn minder eenheden in de patroon over dan u moet spuiten.

U moet zelf bijhouden hoeveel eenheden er in de patroon over zijn; de pen geeft dit niet aan. Voorbeeld: u hebt een patroon van 600 eenheden en u hebt al één keer 450 eenheden gespoten. Er zijn dus nog 150 eenheden in de patroon over.

  • Gooi deze patroon dan niet weg, maar injecteer uzelf eerst met deze overgebleven 150 eenheden. Er blijft altijd iets Puregon® in de patroon achter (dit is extra geleverd door de fabrikant).
  • Maak een nieuwe pen klaar (zie boven).
  • Stel het resterende aantal eenheden in (in dit voorbeeld: 450-150=300 eenheden) en injecteer opnieuw.
  • Vergeet niet de volgende dag het aantal eenheden goed in te stellen.

Poliklinische Apotheek AMC
U kunt alleen bij de poliklinische apotheek AMC medicatie ophalen en niet bij uw eigen apotheek of een apotheek van een ander ziekenhuis vanwege de overheveling van de fertiliteitshormonen naar het behandelend ziekenhuis (zie ook www.amc.nl/cvv). Voordat er medicatie aan u kan worden geleverd moet u zich hebben ingeschreven bij deze apotheek en moet er een medicijncontrole met uw eigen apotheek hebben plaatsgevonden. Het is niet mogelijke deze medicijncontrole buiten kantoortijden te doen omdat uw eigen apotheek dan gesloten is. Een medicijncontrole is maximaal 2 weken geldig. Het recept wordt door het CVV digitaal verstuurd naar de poliklinische apotheek. Dit betekent niet dat uw medicatie klaarstaat.

De Poliklinische Apotheek AMC is overdag, avond en in het weekend geopend. Voor actuele openingstijden, zie de volgende link; Openingstijden Poliklinische Apotheek. Deze apotheek bevindt zich in de hoofdingang van het ziekenhuis.

Bent u op locatie VUMC in gebouw zuid in behandeling?
Dan kunt u alleen bij de poliklinische apotheek VUMC op de Boelelaan terecht. De Poliklinische Apotheek VUMC bevindt zich in het polikliniek gebouw van het VUMC op de Boelelaan. Op de begane grond loopt u rechtdoor langs de receptie naar de apotheek toe. De apotheek is geopend van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur. Controleer vooraf de openingstijden op hun website.

Onverwacht te weinig injecties

Belangrijk: wij raden u aan om uw voorraad injecties nauwgezet te controleren.

Het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde heeft geen injecties op voorraad. Als u meer injecties nodig heeft, neem dan via “Mijn Dossier” contact met ons op. Doe dit op tijd want het is belangrijk dat u zichzelf elke dag rond het zelfde tijdstip prikt; in ieder geval tussen 16.00 en 22.00 uur. Heeft u direct een injectie nodig buiten onze kantooruren, neem dan contact op met de dienstdoende gynaecoloog van het AMC (via de Spoed Eisende Hulp Vrouwenziekten, SEHV, tel. 020-5661500). Deze kan een noodrecept verstreken maar alleen binnen de openingstijden van de Poliklinische Apotheek AMC.

Verspilling

Wij werken samen met u en de poliklinische apotheek AMC om verspilling van medicatie tegen te gaan. Hou daarom goed bij hoeveel injecties u nog thuis hebt zodat wij een recept op maat voor u maken. Overgebleven medicatie kan nooit aan andere patiënten worden verstrekt. Wij vragen u om overgebleven medicatie zo lang mogelijk te bewaren; ook als u net zwanger bent. Pas als uw medicatie “over de datum” oftewel verlopen is, lever deze dan ter vernietiging in bij een apotheek. Gooi medicatie nooit bij uw huisvuil.

Vragen

Hebt u nog vragen en/of opmerkingen, dan kunt u contact opnemen met het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde via “Mijn Dossier”. Heeft u geen computer of smartphone, dan kunt u ons telefonisch bereiken via 020-5664287 (tijdens werkdagen tussen 9.00 en 11.00 uur en 14.00 en 16.00 uur).