Inbrengen, drainage en verzorging Iedereen heeft vocht tussen zijn longvlies en borstvlies. Dit heet pleuravocht. Als uw long- en borstvlies aangetast zijn door een ziekte wordt er meer vocht aangemaakt en minder vocht afgevoerd. Door toename van het pleuravocht krijgen de longen minder ruimte en kunt u kortademig worden. Dit wordt veroorzaakt door een te hoge productie van vocht in de pleuraholte. Om de klachten te verlichten zijn er bij u in de afgelopen tijd ontlastende puncties verricht. Bij een punctie wordt in de vrije pleuraholte geprikt, dit gebeurt met een naald via de borstwand. U moet hiervoor steeds naar het ziekenhuis komen. In plaats hiervan kan gekozen worden voor een permanente drain, dit wordt een PleurX-katheter genoemd.
Wat is een PleurX-katheter?
De PleurX-katheter is een slangetje gemaakt van flexibel siliconen materiaal. Het is ongeveer 40 centimeter lang met daarop een manchet. De PleurXkatheter bestaat uit twee delen: het inwendige en uitwendige deel.
Het inwendige deel
Het gedeelte met manchet komt onder uw huid te liggen. Dit groeit vast in het weefsel onder de huid en zorgt ervoor dat de PleurX-katheter er niet uit kan glijden. Het manchet voorkomt infecties via de insteekplaats van de katheter. Het deel van de katheter dat in uw borstholte komt te liggen is voorzien van kleine gaatjes. De vloeistof kan zo vanuit de borstholte gemakkelijk via het slangetje eruit.
Het uitwendige deel
Het gedeelte van de katheter dat buiten uw lichaam ligt is ongeveer 15 cm lang. Dit deel
heeft een opening die voorzien is van een klepje. Het klepje zorgt er voor dat de vloeistof er alleen uit kan lopen als op de katheter een afloopslangetje met een opvangfles is bevestigd. Het uitwendige deel wordt afgesloten met een dopje.
Een PleurX-katheter zorgt voor een constante toegang tot de pleuraholte. Hierdoor kunt u,
of iemand in uw omgeving, het pleuravocht laten aflopen op het moment dat u het nodig
vindt. Doe dit bij toenemende of aanhoudende klachten van kortademigheid.
Inbrengen van de PleurX-katheter
De PleurX-katheter wordt door de longarts onder plaatselijke verdoving ingebracht. De ingreep vindt plaats op de Behandelkamer Longziekten en duurt ongeveer 30 minuten. De longarts maakt twee sneetjes in uw zij ter hoogte van de borstkast. De PleurX-katheter wordt via die sneetjes door de huid geleid (dit heet tunnelen) en door middel van een punctie in de pleuraholte gelegd. Met hechtingen worden de sneetjes dicht gemaakt. Het sneetje waar de PleurX-katheter uit de buik komt noemen we een insteekopening. Deze insteekopening bevindt zich vaak op de zij ter hoogte van de borstkast. De PleurX-katheter zit na het inbrengen met een hechting vast, de katheter groeit vast in de huid. De hechtingen mogen na tien dagen verwijderd worden door uw huisarts of verpleegkundige. Na de ingreep krijgt u instructie over de verzorging van de PleurX-katheter. Daarna mag u naar huis.
Bestellen PleurX flessen
U krijgt 5 opvangflessen van 500 ml mee van de verpleegkundigen van de Behandelkamer
Longziekten.
Nieuwe PleurX flessen zal u zelf moeten bestellen via de behandelkamer longziekten, Vumc. Zij zorgen voor de aflevering bij u thuis. T (020) 4442884 E behandelkamer@amsterdamumc.nl
Vraag tijdig nieuwe flessen aan in verband met de levertijd.
Handleiding voor het draineren
Draineren
U kunt meerdere keren achter elkaar pleuravocht draineren. Draineren is het laten aflopen van vocht. Dit doet u door
aan het uiteinde van de PleurX-katheter
een verbindingsslang te koppelen. Aan
de verbindingsslang zit een vacuüm
drainagefles. U kunt hierin het vocht laten aflopen.
Aandachtspunten
De onderdruk in de drainagefles kunt u afremmen door in de witte knijpklem op de slang
van de drainagefles te knijpen. Let erop dat wanneer uw pleuravocht te snel afloopt, dit
vervelende pijn en benauwdheidsklachten kan veroorzaken. Laat 500 ml pleuravocht per 3
uur aflopen indien nodig.
Neem contact op met uw behandelend arts als u last heeft van de volgende klachten:
- benauwdheidsklachten houden aan ook nadat 1000 ml vocht is afgelopen;
- er komt geen vocht meer uit terwijl u wel benauwdheidsklachten hebt;
- verstopping van de PleurX-katheter;
- lekkende insteekopening;
- infectie van de insteekopening;
- koorts en/of koude rillingen;
- pijnklachten na drainage die niet binnen twee uur verminderen.
Benodigdheden
U heeft verschillende materialen nodig voor drainage van het pleuravocht via de PleurX-katheter. Uw materialen bevinden zich in de PleurX-drainage pakketten. In de verpakking zit:
- steriele doek (blauw);
- steriele handschoenen;
- steriele gazen;
- extra schuifklemmetje;
- wit afsluitdopje (valve cap);
- gazen met alcohol;
- drainagefles met verbindingsslangetje;
- blauw afsluitklemmetje;
- huidfolie;
- schuimrubber katheterkussentje.
Voorbereiding
- Leg alle benodigdheden klaar.
- Zet een afvalbak klaar.
- Was uw handen met water en zeep.
- Droog uw handen met een schone doek.
- Verwijder het verband.
- Stop dit in de afvalbak.
Werkwijze
- Was uw handen met water en zeep.
- Droog uw handen met een schone doek.
- Open de verpakking.
- Leg de huidfolie apart.
- Haal de fles uit de buitenste verpakking.
- Vouw de blauwe verpakking open, hiermee creëert u een steriel veld om mee te werken.
- Trek de handschoenen aan.
- Druk de witte knijpklem van de drainagefles dicht.
- Draai het witte schroefdopje van het uiteinde van de PleurX-katheter eraf.
- Desinfecteer het uiteinde van de PleurX-katheter.
- Laat het gaasje (gaasjes met alcohol) rond het uiteinde van de PleurX-katheter zitten.
- Pak de drainagefles.
- Trek het doorzichtige beschermhoesje van het witte uiteinde van de verbindingsslang.
- Steek het witte uiteinde van de verbindingsslang in het uiteinde van de PleurX-katheter.
- De verbinding is goed als u een klik hoort.
- Verwijder de steunklem van de bovenkant van de fles.
- Druk de witte spike aan het begin van de verbindingsslang in de drainagefles. Hierdoor
wordt de fles vacuüm en kan het pleuravocht de drainagefles in.
- Open voorzichtig de witte knijpklem op de verbindingsslang.
- De onderdruk in de fles zorgt ervoor dat het pleuravocht in de fles loopt. Dit kan 5 tot 15 minuten duren.
- Doe de witte knijpklem dicht als voldoende vocht is afgelopen. (maximaal 500ml of indien stopt minder).
- Herhaal dit met een nieuwe drainagekit na 3 uur indien noodzakelijk.
- Ontkoppel de verbindingsslang van de PleurX-katheter.
- Desinfecteer het witte afsluitdopje en sluit de PleurX-katheter hiermee af.
Nazorg
• Maak de huid rondom de katheter goed schoon met een alcoholdoekje.
• Breng het schuimrubber katheterkussentje rondom de katheter aan.
• Wikkel de katheter in lussen en leg hem op het schuimrubber katheterkussentje.
• Dek de katheter met de gaasjes af.
• Plaats de huidfolie over de gaasjes en verwijder de plastic laag.
• Duw de witte spike naar beneden van de drainagefles, en draai de spike rond. De opening
van de fles wordt daarmee groter.
• Verwijder de dop en leeg de fles in het toilet. Gooi de fles weg.
Voorkomende problemen
Probleem |
Actie |
Wanneer bellen? |
Lekkende insteekopening |
Na het inbrengen van de PleurX-katheter is het normaal dat door drukverschil tussen de leuraholte en de ‘buitenlucht’ pleuravocht langs de insteekopening lekt. Het manchetje, een soort sponsje dat aan de katheterslang zit, is bij het inbrengen van de PleurX-katheter in de huid geschoven. Het manchetje groeit vast in de huid waardoor de lekkage na enkele dagen verholpen is. |
Als de insteekopening blijft lekken |
Lekkend aansluitpunt van de drainagefles |
Beoordeel aan de hand van de handleiding in de verpakking of de verbindingsslang juist is aangesloten. Neem, als het probleem niet is op te lossen, een nieuwe vacuümfles en kijk of het probleem daarmee verholpen is. |
Indien het probleem niet is opgelost. |
Verstopping van de PleurX-katheter |
Probeer verstoppingen te voorkomen door bij bloedspoortjes en stolsels in de PleurX-katheter een vacuümfles aan te sluiten. |
Bij verstopping van de PleurX-katheter |
Infectie van de insteekopening |
Werk zo hygiënisch mogelijk bij het verwisselen van de huidfolie om infecties te voorkomen |
Bij aanhoudende roodheid en pusvorming |
Koorts en/of koude rillingen |
Infectie van de PleurX-katheter, pleuravocht of insteekopening kan optreden. |
Bij temperatuur hoger dan 38 graden of koude rillingen. |
Pijnklachten na draineren |
Pijn ontstaat doordat de longen zich na het draineren ontplooien. Wanneer u na het draineren pijnklachten krijgt, betekent dit dat het pleuravocht te snel is afgelopen, dat er te veel pleuravocht in 1 keer is afgelopen of dat er te vaak achter elkaar is gedraineerd. Neem 1000 mg paracetamol. |
Als pijn binnen 2 uur niet duidelijk minder wordt. |
Benauwdheidsklachten nemen niet af na draineren. |
Als bij het aansluiten van de drainagefles weinig pleuravocht afloopt en de benauwdheidsklachten houden aan, kan er een probleem zijn met het drainagesysteem. Het kan echter ook zijn dat u door een andere oorzaak kortademig bent. |
Bij aanhoudende benauwdheidsklachten. |
Kleur pleuravocht |
Bij verandering van kleur, de volgende werkdag bellen |
|
Er loopt een beetje pleuravocht in de vacuümfles maar de klachten nemen niet af |
Houding veranderen en doorzuchten |
Bij aanhoudende klachten |
De vacuümfles raakt vol en loopt daardoor niet meer, de klachten zijn niet afgenomen. |
Ontkoppel de PleurX-katheter. Sluit na 3 uur een nieuwe drainagefles aan. |
Bij aanhoudende benauwdheid |
Veelgestelde vragen
1. Kan ik douchen met de PleurX-katheter?
Ja, u kunt douchen wanneer de PleurX-katheter is afgeplakt met de doorzichtige huidfolie.
Dit is speciaal gemaakt om te voorkomen dat de gazen en de insteekopening nat worden.
2. Hoe lang kan de PleurX-katheter in de borstholte blijven zitten?
De PleurX-katheter kan zolang het nodig is om het pleuravocht af te laten lopen in uw
pleuraholte blijven zitten, tenzij er indicaties zijn waardoor het nodig is om de PleurXkatheter te verwijderen.
Reanimatiebeleid
Op de Behandelkamer Longziekten komt u voor onderzoek/behandeling, de kans op
complicaties is gering. Wij willen u er echter op attenderen dat in principe alle patiënten
gereanimeerd worden bij een complicatie, tenzij de patiënt zelf uitdrukkelijk meldt bij de
arts dat hij/zij niet gereanimeerd wil worden.
Bij klinische patiënten wordt het klinisch afgesproken reanimatiebeleid aangehouden.
Vragen
Wanneer u ongerust blijft na het onderzoek of u heeft nog vragen, neem dan gerust
contact op met de Behandelkamer Longziekten (020-4442884) of de Poli Longziekten
voor de dienstdoende longarts (020-4440522). Indien noodzakelijk kunt u buiten
kantoortijden contact opnemen met de dienstdoende longarts door middel van de
centrale meldkamer Amsterdam UMC locatie VUmc (telefoonnummer 020-4444444)