Het plasdagboek is bedoeld om voor u en voor de arts en/of consulent inzicht te krijgen over:

  • Hoeveel ml (milliliter) u drinkt;
  • Hoeveel ml u plast;
  • Hoeveel keer u per dag u plast;
  • Urineverlies, hoe vaak en hoeveel ml.

U kunt op het plasdagboek starten op elk gewenst tijdstip, maar wel 24 uur aansluitend invullen. Het mag van 0:00 uur tot 24:00 uur, maar kan ook van 8:00 uur tot 8:00 uur de volgende dag

In de eerste kolom vindt u het drinkvolume in milliliter, wij gebruiken de afkorting ml.

U gebruikt de kolom drinkvolume in ml als u bijvoorbeeld een kopje koffie drinkt.

Voorbeeld: u drinkt om 8:00 uur een kopje koffie. U vult dan de tijd en onder de kolom drinkvolume, 125 ml in.

Elke keer wanneer u plast doet u dit in een maatbeker en kijkt u hoe laat het is. Het aantal millimeters dat u plast vult u in onder de kolom urinevolume in ml, achter de tijd dat u geplast heeft. Dit moet u dus 24 uur lang, elke keer wanneer u plast, invullen.

In de kolom urineverlies vult u in: een 1 of 2, afhankelijk van de hoeveelheid urine die u verliest (of verlies opmerkt).

1= weinig (vochtig ondergoed, incontinentieverband)

2= veel (bijvoorbeeld kleding verwisselen nodig, vol incontinentieverband)

Wanneer van toepassing; zelfkatherisatie, dan noteert u de tijd van zelfkatherisatie en noteert u de hoeveelheid residu in ml.

Voor de vochtinname geldt per:

kopje = 125 ml

mok / soepkom = 200 ml

wijnglas = 150 ml

glas bier / fris = 200 ml

fruit = 75 ml

toetje = 150 ml

Datum en tijd

Drinkvolume

in ml

Urine
in ml

Urineverlies

1=weinig/2=veel

Zelfkatherisatie residu in ml

Totaal ml

Datum en tijd

Drinkvolume

in ml

Urine
in ml

Urineverlies

1=weinig/2=veel

Zelfkatherisatie residu in ml

Totaal ml