Dit kan een chirurg, een oncoloog of een MDL-arts (Maag-Darm-Lever-arts) zijn. Om de juiste diagnose te kunnen stellen, moeten er onderzoeken worden uitgevoerd. Voor slokdarmkanker kunnen de volgende onderzoeken plaatsvinden:
- Lichamelijk onderzoek
- Bloedonderzoek
- Endoscopie en eventueel een biopt
- Endoscopische echo
- CT-scan
- Echo hals en eventueel een biopt
PET-CT
Niet alle onderzoeken hoeven van toepassing te zijn voor u. Uw arts bepaalt welke onderzoeken nodig zijn om de diagnose te kunnen stellen.
Lichamelijk onderzoek
Om de diagnose slokdarmkanker te stellen kan een lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd. Uw arts voelt aan uw buik en hals om vast te stellen of er lymfeklieren zijn die zijn vergroot.
Bloedonderzoek
Een van de onderzoeken die worden uitgevoerd bij een vermoeden van slokdarmkanker is het bloedonderzoek. Bloedarmoede kan hiermee worden aangetoond.
Endoscopie (gastroscopie)
Tijdens een endoscopie wordt met een dunne buis of slang in het lichaam gekeken. De slang wordt via de mond in de slokdarm gebracht. Via de slang kunnen verschillende handelingen worden uitgevoerd. Aan het uiteinde van de slang zitten een camera en een lampje waardoor de slokdarm goed van binnen bekeken kan worden. Zo kan de arts zien of er afwijkingen zijn. Afwijkingen in de slokdarm kunnen een aanwijzing zijn voor slokdarmkanker. Het is ook mogelijk om instrumenten in de endoscoop te schuiven. Zo kunnen bijvoorbeeld door de endoscoop stukjes weefsel worden weggehaald. Dit weefsel kan worden onderzocht onder de microscoop.
Voor een endoscopie hoeft u meestal niet opgenomen te worden in het ziekenhuis. De endoscopie kan onder een roesje worden uitgevoerd. Hierdoor wordt uw bewustzijn verminderd. Dit roesje kunt u na de verrichting rustig uitslapen. Hierna mag u weer naar huis. Als u een roesje heeft gehad, mag u 24 uur erna niet autorijden of grote machines bedienen. U mag daarom niet alleen naar het onderzoek komen.
Endoscopische echo (EUS)
Een endo-echo is een inwendige echo, ook wel een endoscopische ultrasonografie (EUS) genoemd. Het apparaat wordt in de slokdarm geplaatst en vervolgens wordt de echo gemaakt. Hiermee kunnen de tumoruitbreiding en lymfeklieren rondom de tumor beter zichtbaar worden gemaakt.
CT-scan
CT staat voor computertomograaf. Om de diagnose slokdarmkanker te stellen, kan een CT-scan worden verricht. Door middel van röntgenstraling worden met dit apparaat organen en weefsels gedetailleerd in beeld gebracht. Tijdens het onderzoek ligt u op een beweegbare tafel, die langzaam door het apparaat (in de vorm van een ring) heen wordt geschoven. Vanuit een groot aantal hoeken rondom uw lichaam wordt röntgenstraling uitgezonden en vervolgens wordt in kleine stappen gemeten hoeveel straling is doorgelaten. De CT–scanner maakt een groot aantal foto’s. Hierop kunnen organen, bloedvaten, tumoren en eventuele uitzaaiingen bekeken worden.
Om bloedvaten duidelijk zichtbaar te maken is het nodig om een contrastvloeistof te gebruiken. Hierdoor is te zien of de tumor is doorgegroeid in omliggende organen, wat de relatie is met omliggende bloedvaten en of er uitzaaiingen zijn naar andere delen van het lichaam. De contrastvloeistof krijgt u via een infuus en meestal ook in drinkbare vorm aangeboden. De contrastvloeistof wordt soms ervaren als een warm en weeïg gevoel. Om misselijkheid te voorkomen, wordt geadviseerd om enkele uren voor het onderzoek niet meer te eten of drinken.
Echo-hals
Een echo is een onderzoek waarbij met behulp van geluidsgolven organen en weefsel zichtbaar kunnen worden gemaakt. De golven zijn niet hoorbaar, maar door de weerkaatsing (echo) ervan kan worden bepaald waar organen en weefsel zich bevinden. Een echo is niet belastend. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel. Op uw huid wordt een gel aangebracht. Daarna wordt een apparaatje dat geluidsgolven uitzendt, over uw lichaam bewogen. Dit apparaatje meet ook de echo van deze geluidsgolven. Eventuele uitzaaiingen naar lymfeklieren in de hals kunnen zo in kaart worden gebracht. Door middel van een punctie kan weefsel worden weggehaald en worden onderzocht onder de microscoop.
PET-CT
Kankercellen hebben vaak een verhoogde stofwisseling vergeleken met normale cellen. Dit betekent dat kankercellen bijvoorbeeld meer suiker gebruiken. Een PET-scan maakt gebruik van dit principe. PET staat voor positron emissie tomografie. Voor een PET-scan wordt radioactief suiker aan het bloed toegevoegd via een infuus. Deze radioactieve stof zendt straling uit, welke te meten is. Hoe meer suiker wordt verbruikt op een bepaalde plek, hoe meer straling er wordt uitgezonden. Een PET-CT scan is een combinatie van een PET-scan en een CT-scan. Door deze combinatie kunnen zowel de aard als de plaats van de kankercellen worden bepaald.
De PET-CT scan verloopt min of meer hetzelfde als de CT- scan. Terwijl u ligt op een verschuifbare tafel, wordt uw lichaam onderzocht in de scanner. Bij de PET-CT scan moet u eerder aanwezig zijn, omdat u eerst de radioactieve suiker via het infuus binnen krijgt. Deze moet ongeveer 45 minuten inwerken voordat de scan gemaakt kan worden.
De radioactieve suiker die wordt gebruikt is niet schadelijk. De hoeveelheid straling is vergelijkbaar met die van een röntgenfoto. De stof heeft geen bijwerkingen en is binnen korte tijd weer uit het lichaam verdwenen.
Stadiering
Om vervolgens een behandelplan op te stellen voor slokdarmkanker, moet uw specialist eerst het stadium van de tumor bepalen. Dit wordt gedaan aan de hand van de plaats en grootte van de tumor, de mate van doorgroei in het omringende weefsel en de aanwezigheid van uitzaaiingen in lymfeklieren en/of organen ergens anders in het lichaam. Deze factoren zijn belangrijk voor het opstellen van een behandelplan.
Heeft u nog vragen?
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u die gerust stellen. U kunt contact met ons opnemen:
- Via de e-mail: gioca@amsterdamumc.nl
- Telefonisch zijn wij op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur op telefoonnummer 020-4441100 (kies optie ‘colorectale poli AMC’)
- Ook heeft de GIOCA-verpleegkundige een telefonisch spreekuur op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 11.00 uur op telefoonnummer 020 – 566 3634.