De afweer
Ons lichaam wordt beschermd door ons immuunsysteem (afweersysteem) tegen schadelijke indringers van buitenaf. Dit kunnen bacteriën of virussen zijn, maar ook lichaamsvreemd weefsel. Wanneer deze ons lichaam binnenkomen, wordt het immuunsysteem actief en probeert deze indringers het lichaam uit te werken. Het immuunsysteem doet dit door het vormen van antistoffen. De getransplanteerde nier is ook lichaamsvreemd weefsel waar het immuunsysteem op reageert. Om te voorkomen dat deze reactie plaatsvindt en u een afstoting van de getransplanteerde nier krijgt, worden medicijnen voorgeschreven die het immuunsysteem onderdrukken. Dit zijn afweer-onderdrukkende medicijnen (immunosuppressiva).
Afweer-onderdrukkende medicijnen
Iedereen die een niertransplantatie ondergaat, krijgt medicijnen voorgeschreven die de afweer onderdrukken. U start op de dag van de opname in het ziekenhuis met deze medicijnen. Er zal altijd een combinatie van meerdere medicijnen worden voorgeschreven. Ieder medicijn heeft een ander effect op het immuunsysteem en de combinatie maakt een goede bescherming tegen een afstoting mogelijk. De eerste maanden zal de dosering vrij hoog zijn. Na enkele maanden zal de dosering langzaam worden verlaagd, maar nooit worden gestopt. U zult deze medicijnen de rest van uw leven moeten blijven gebruiken. Uw immuunsysteem zal weer actief gaan reageren en de nier afstoten, zodra u stopt met de medicijnen. Ook al is dit na jaren! Het succes van transplantatie valt en staat met het adequaat, stipt en te allen tijde innemen van de medicijnen.
De dosering van de medicijnen is per persoon verschillend en is afhankelijk van meerdere factoren: o.a. de spiegel in het bloed, overeenkomsten in weefsel tussen u en de donor, bijwerkingen en uw leeftijd.
Het is belangrijk de medicijnen iedere dag op hetzelfde tijdstip in te nemen en altijd onder dezelfde omstandigheden. Dus of altijd met de maaltijd of altijd zonder de maaltijd. U kunt een tijdstip kiezen wat voor u past binnen uw dagelijks patroon en wat u jaren vol kunt houden. De kans dat u hierdoor de medicijnen vergeet in te nemen is daardoor kleiner. U kunt ook gebruik maken van alarmen in uw telefoon op de tijdstippen van inname. Dit kunt u doen door uw wekker op vaste momenten te zetten of door gebruik te maken van medicijn apps, zoals Medisafe of Medapp. In deze apps kunt u onder andere al uw medicijnen noteren, inname herinneringen aanmaken en de voorraad van de medicijnen beheren.
Medicijnen en bijwerkingen
Er zijn veel verschillende medicijnen om het immuunsysteem te onderdrukken. Meestal wordt gestart met een combinatie van prednisolon, Mycofenolaat Mofetil (Cellcept®) en Tacrolimus (Advagraf®). Afhankelijk van uw situatie kan er worden gekozen voor een ander middel. De meest gebruikte medicijnen, met hun werking en meest voorkomende bijwerkingen, zijn hier in een overzicht weergegeven. Voor een volledig overzicht van de mogelijke bijwerkingen kunt u de bijsluiter raadplegen.
Bij ieder medicijn kunnen bijwerkingen optreden, maar het hoeft zeker niet bij iedereen te gebeuren.
Indien u bijwerkingen ervaart die hinderlijk zijn is het raadzaam dit met uw arts of verpleegkundig specialist te bespreken. Er kan dan gekeken worden of de dosering aangepast kan worden of dat er een ander medicijn gegeven kan worden, waar u mogelijk minder last van heeft. Door het gebruik van deze medicijnen bent u vatbaarder voor allerlei infecties.
Tacrolimus (Advagraf®, Prograft® of Envarsus®)
Dit is een medicijn dat dient om afstoting van uw donornier tegen te gaan. De hoeveelheid werkzame stof die in uw bloed komt is van groot belang. Om de juiste dosering te kunnen geven, worden regelmatig spiegels van het medicijn in uw bloed bepaald (bloedspiegels). Afhankelijk van de uitslag kan de dosering aangepast worden. Bij een te lage waarde wordt de nier onvoldoende beschermd tegen afstoting en bij een te hoge waarde neemt de kans op bijwerkingen toe.
Wanneer de spiegel in uw bloed wordt bepaald, is het belangrijk om eerst het bloed te laten prikken en daarna pas uw dagelijkse dosering van het medicijn in te nemen.
Het is belangrijk dat u Tacrolimus op een vast tijdstip inneemt.
Voor de beste werking adviseren wij dit medicijn één uur voor de maaltijd of twee uur na de maaltijd in te nemen.
Als u ze met de maaltijd inneemt, doe dit dan altijd met de maaltijd, zodat de opname van het medicijn iedere dag hetzelfde is.
De meest voorkomende bijwerkingen waar u niet direct iets van merkt zijn:
- verhoogde bloeddruk
- verhoogd cholesterol
- suikerziekte
- vermindering van de nierfunctie.
Bijwerkingen die voor u wel merkbaar zijn, zijn o.a:
- maag-/darmklachten, waaronder diarree
- trillen van de handen
- branderig gevoel aan handen en voeten
- verminderde concentratie
- haaruitval.
Tacrolimus mag nooit worden ingenomen met grapefruit, pomelo of sap waarin dit is verwerkt. De opname van het medicijn wordt hierdoor verstoord. In combinatie met sommige niet voorgeschreven medicijnen (zoals sommige homeopathische middelen als Sint Janskruid en Duivelsklauw) kunnen ongewenste bijwerkingen optreden.
Ciclosporine (Neoral®)
Dit is een medicijn dat soms in plaats van Tacrolimus gegeven wordt. Het kan ook dezelfde bijwerkingen geven, zoals een verminderde nierfunctie, verhoogde bloeddruk en hoog cholesterol.
Bijwerkingen die voor u wel merkbaar zijn, zijn:
• licht trillen van de handen
• branderig gevoel aan handen en voeten
• groei van lichaamshaar
• gezwollen of bloedend tandvlees
• verminderde concentratie
• hoofdpijn
• pijnlijke menstruatie of het uitblijven hiervan.
Ciclosporine mag nooit worden ingenomen met grapefruit, pomelo of sap waarin dit is verwerkt. De opname van het medicijn wordt hierdoor verstoord. In combinatie met sommige niet voorgeschreven medicijnen (zoals sommige homeopathische middelen als Sint Janskruid en Duivelsklauw) kunnen ongewenste bijwerkingen optreden.
Mycofenolaat Mofetil (Cellcept®)
Dit krijgt u na de transplantatie in een vaste dosering per dag. Ook dit medicijn onderdrukt het immuunsysteem, maar op een andere manier dan tacrolimus of ciclosporine. In geval van bijwerkingen zal de dosering worden verlaagd of wordt het medicijn vervangen door een ander.
De voornaamste bijwerkingen van Mycofenolaat Mofetil die op kunnen treden, zijn diarree, braken en een vermindering van het aantal rode en/of witte bloedcellen in het bloed. Bij een verminderd aantal witte bloedcellen bent u gevoeliger voor infecties, zoals virusinfecties. Sommige bijwerkingen verdwijnen wanneer uw lichaam gewend is aan het medicijn.
Vermijd contact met poeder uit een beschadigde capsule. Als het poeder op de huid komt, was het dan af met water en zeep. Als er poeder in uw ogen of mond komt, spoel dan grondig met een ruime hoeveelheid water.
Prednison
Ook dit medicijn onderdrukt het afweersysteem en voorkomt ontstekingen waardoor afstoting van de donornier voorkomen wordt. U krijgt in de dagen rondom de operatie een hoge dosering prednison, na 2 dagen wordt deze afgebouwd naar een lagere dosis. Na een aantal maanden kan deze dosering vaak nog meer naar beneden.
De belangrijkste bijwerkingen die kunnen optreden zijn:
- toename van de eetlust
- puistjes, acné-achtige klachten
- botontkalking
- maagklachten
- hoge bloeddruk
- vertraagde wondgenezing
- veranderde vetverdeling over het lichaam
- suikerziekte.
Belatacept (Nulojix®)
Sommige patiënten ervaren zeer ernstige bijwerkingen van Tacrolimus en/of Ciclosporine waardoor deze medicijnen niet meer gegeven kunnen worden. In enkele gevallen is het mogelijk om te behandelen zonder deze medicijnen. De Mycofenolaat Mofetil en prednison moeten dan wel hoger gedoseerd worden. Indien dit niet kan wordt er gekozen om Belatacept voor te schrijven. Dit medicijn kan alleen in het ziekenhuis via het infuus toegediend worden. In de eerste 4 weken wordt het wekelijks gegeven, daarna 1 keer in de 4 weken. De toediening gebeurt in 30 minuten.
De belangrijkste bijwerkingen die kunnen optreden zijn:
- urineweginfectie
- diarree
- obstipatie
- misselijkheid
- vermindering van de nierfunctie
- koorts
- hoesten
- hoge bloeddruk
- een laag aantal witte bloedcellen.
Everolimus (Certican®)
Dit medicijn wordt soms voorgeschreven als Mycofenolaat Mofetil of Tacrolimus niet gegeven kunnen worden. Het is een effectief medicijn tegen afstoting waarbij de juiste dosering door middel van spiegels in het bloed moet worden vastgesteld.
De belangrijkste bijwerkingen die kunnen voorkomen zijn: hoog cholesterol, laag aantal witte bloedcellen, eiwitverlies in de urine, vasthouden van vocht.
Overige medicijnen
Welke medicijnen u nog meer nodig heeft is afhankelijk van uw medische situatie. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om medicijnen tegen een hoge bloeddruk of hoog cholesterol voor te schrijven (zie hiervoor een aparte brochure).
Maagbeschermer
Een deel van de medicijnen die u krijgt om de afweer te onderdrukken kunnen klachten geven van maagpijn of brandend maagzuur. Met name prednison zorgt voor een dunner maagslijmvlies en de vorming van maagzweren. Hierdoor heeft u een verhoogd risico op een maagbloeding. Om dit te voorkomen wordt er een maagbeschermer voorgeschreven. Vlak na de transplantatie wordt gestart met Pantoprazol of Omeprazol. Medicijnen die u kunt kopen zonder recept, mag u niet gebruiken. Het gaat hier om medicijnen als Antagel, Regla Ph, Gaviscon® en Rennie®. Deze medicijnen zijn niet sterk genoeg om uw maag goed te beschermen. Ook hebben ze invloed op de werking van o.a. de afweer-onderdrukkende medicijnen.
Antibiotica
Het eerste half jaar krijgt u het antibioticum Cotrimoxazol, voorgeschreven om te voorkomen dat u een ernstige longontsteking krijgt.
Virusremmer
Afhankelijk van uw situatie krijgt u het virusremmende medicijn Valcyt voorgeschreven. Dit moet u dan meestal ook gedurende een half jaar gebruiken.
Hoe kunt u ons bereiken?
Polikliniek Nierziekten T: 020 - 566 13 00
U kunt ook een bericht sturen via Mijn Dossier.
Spoed
Wanneer u buiten openingstijden contact moet opnemen voor acute medische problemen, kunt u bellen met Verpleegafdeling Nierziekten en Niertransplantatie. T: 020 – 566 60 03