Na een niertransplantatie krijgt u medicijnen om uw afweer te onderdrukken. Dit voorkomt dat uw lichaam de nieuwe nier afstoot. Het is belangrijk dat u leert hoe u deze medicijnen goed en op tijd inneemt. In het ziekenhuis leert u stap voor stap hoe u dit zelf kunt doen.

Waarom zelf uw medicijnen beheren?

Het op de juiste manier innemen van uw medicijnen is heel belangrijk voor de werking van uw nieuwe nier. Door in het ziekenhuis te oefenen met Medicatie in Eigen Beheer (MIEB), leert u hoe u thuis zelfstandig uw medicijnen kunt beheren.

Welke medicijnen krijgt u?

U krijgt een combinatie van 3 of 4 medicijnen die uw afweer onderdrukken. Door deze combinatie kunnen de doseringen lager blijven, wat de kans op bijwerkingen kleiner maakt. Uw immuunsysteem wordt hierdoor toch goed onderdrukt. Hieronder leest u welke medicijnen u kunt krijgen:

  • Prednisolon®: de eerste 2 dagen krijgt u dit via een infuus. Daarna neemt u het dagelijks als tablet.
  • Prograft®, Advagraf®, Envarsus® of Neoral®: dit zijn capsules die u dagelijks moet slikken.
  • CellCept® of Myfortic®: deze medicijnen slikt u dagelijks als tablet.
  • Simulect®: dit medicijn krijgt u via een infuus op de dag van de operatie en op dag 4 na de operatie. Daarna is dit niet meer nodig.

Scan de QR-code als u meer wilt weten over deze medicijnen:

Afbeelding met patroon, tekst, stof
Automatisch gegenereerde beschrijving

Hoe werkt de training?

Dag 3 na de operatie

  • U krijgt uitleg van de verpleegkundige over uw medicijnen en hoe u deze zelf kunt beheren.
  • U kijkt een korte film waarin de training wordt uitgelegd.
  • U krijgt een medicijnlijst met de namen van de medicijnen, de doseringen en de tijden waarop u deze moet innemen.
  • Lees de informatie over de medicijnen in deze folder ook goed door.

Dag 4 na de operatie

Als u alle medicijnen in tabletvorm krijgt, begint u onder begeleiding van de verpleegkundige met het klaarzetten van uw medicijnen. Als dit later is, begint u de training op een ander moment.

Stappen bij het zelf beheren van uw medicijnen

  1. U krijgt een medicijnbakje van de verpleegkundige. Hierin zet u de medicijnen klaar voor het volgende innametijdstip.
  2. Als u klaar bent, belt u de verpleegkundige om uw medicijnbakje te controleren. Haal de medicijnen nog niet uit de verpakking.
  3. De verpleegkundige controleert of alles klopt en of de medicijnen op tijd zijn klaargezet.
  4. Eventuele veranderingen in uw medicijnen worden zo snel mogelijk doorgegeven en de medicijnlijst wordt aangepast.
  5. Pijnstillers en sommige andere medicijnen (zoals slaapmiddelen) blijven in beheer van de verpleegkundige.

Overige afspraken

  • Nachtdienst: ’s Avonds haalt de verpleegkundige uw medicijnlijst en medicijnbakje op. De nachtdienst controleert de medicijnlijst en vult het medicijnbakje aan.
  • Veiligheid: Bewaar het medicijnbakje op een veilige plek, bijvoorbeeld in een lade van uw nachtkastje, zodat anderen (vooral kinderen) er niet bij kunnen.
  • Controle tijdens de opname: De verpleegkundige controleert gedurende uw hele opname of u de juiste medicatie op de juiste tijd heeft klaargezet.
  • Gezondheidsveranderingen: Als uw gezondheid verandert, bijvoorbeeld bij hoge koorts, kan de verpleegkundige tijdelijk het beheer van uw medicijnen overnemen.

Medicijnen na ontslag

Recepten

Bij uw ontslag stuurt de zaalarts uw recepten naar de poliklinische apotheek van het Amsterdam UMC. Hier kunt u de medicijnen ophalen. Na ontslag kunt u de herhaalmedicatie bij uw eigen apotheek ophalen. Dit geeft uw eigen apotheek de tijd om uw medicijnen te bestellen. De poliklinische apotheek communiceert met uw eigen apotheek.

Uw huisarts ontvangt bericht over uw ontslag en de nieuwe medicijnlijst.

Herhaalrecepten

Voor het verlengen van uw recepten kunt u terecht bij de polikliniekarts. Dit kan tijdens uw bezoek aan de polikliniek of via MijnDossier. Als u nieuwe medicijnen nodig heeft, schrijft de polikliniekarts deze voor.

Langdurig gebruik

In het begin gebruikt u veel medicijnen. Mogelijk kan de dosering na ongeveer een jaar worden verlaagd. Maar zolang uw nieuwe nier werkt, blijft u deze medicijnen altijd gebruiken om afstoting te voorkomen.

Verlaag nooit zelf uw medicijnen, overleg altijd met uw polikliniekarts of dit mogelijk is.

Bijwerkingen en controles

De medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. De arts bespreekt deze met u tijdens uw opnamegesprek. Daarnaast is het belangrijk dat de medicijnen goed werken en de juiste hoeveelheid in uw bloed aanwezig is. Dit controleren we regelmatig met bloedonderzoek.

Bewaar de medicatie in de verpakking, doe geen losse tabletten in bijvoorbeeld een weekdoos. Dit vermindert de werking.

Oude medicijnen

De meeste medicijnen die u vóór de transplantatie gebruikte, worden na de operatie gestopt. Denk hierbij aan bloeddrukverlagers en vitamines voor dialyse. Gebruik alleen de medicijnen die u bij uw ontslag heeft meegekregen. Wilt u oude medicijnen blijven gebruiken? Bespreek dit dan eerst met uw polikliniekarts. Medicatie die u niet meer nodig heeft kunt u inleveren bij de apotheek.

Medicatie-apps

Na de transplantatie gebruikt u meerdere medicijnen op verschillende momenten van de dag. Om u te helpen herinneren om uw medicijnen op tijd in te nemen, kunt u een medicatie-app op uw telefoon installeren. In deze app kunt u zelf de medicijnen invoeren die u gebruikt. Vervolgens ontvangt u een melding op uw telefoon wanneer het tijd is om een medicijn in te nemen.

Heeft u moeite met het instellen van de app of heeft u andere vragen, vraag dan gerust uw verpleegkundige om hulp.

Enkele voorbeelden van medicatie-apps zijn:

  • Gezondheid/Health (voor iPhone)
  • MedApp
  • MediSafe

Meer informatie over medicijnen na een niertransplantatie vindt u in een aparte patiëntenfolder via de volgende link:

Medicijnen na een niertransplantatie