De eerste ontlasting na de geboorte heet meconium. Het ziet er donkergroen uit. Soms poept het kind al voordat hij geboren is in het vruchtwater. Wanneer uw vliezen breken kunt u zien of het vruchtwater groen is.
Het kind kan voor of tijdens de bevalling in het vruchtwater poepen. Hoe verder uw zwangerschap, hoe groter de kans dat uw kind in het vruchtwater poept. Bij 42 weken (2 weken voorbij de uitgerekende datum) heeft 25% van de kinderen in het vruchtwater gepoept. Het overgrote deel van de kinderen heeft hier geen last van.
Bij 5 op de 100 kinderen treden ernstige ademhalingsproblemen op na de geboorte in geval van meconium houdend vruchtwater. De meconium is dan in de longen van het kind terechtgekomen, waardoor hij of zij minder goed kan ademhalen. Dit heet het meconium aspiratie syndroom (MAS).
Omdat veel kinderen die in het vruchtwater poepen geen enkel probleem hebben bij de geboorte, kan het gewoon betekenen dat het kind volgroeid is. De darmen zijn rijp en er is verder niets aan de hand. Maar het kan ook een teken zijn van stress en zuurstoftekort, waardoor het kind in nood komt en als reflex poept. Kinderen die in het vruchtwater poepen hebben een hogere kans op complicaties dan kinderen die dat niet doen.
Complicaties kunnen zijn:
- zuurstoftekort
- opname op de intensive care voor beademing
Aan de buitenkant is niet te zien waarom het kind in het vruchtwater heeft gepoept. Daarom zal de hartslag van het kind continu gecontroleerd worden tot aan de geboorte. Dit gebeurt met een CTG.
Wanneer de bevalling begint met het breken van de vliezen kunt u meteen zien of uw kind in het vruchtwater heeft gepoept. Als de weeën niet op gang komen, zal uw verloskundig zorgverlener u aanraden om de bevalling in te leiden. Op de verloskamer in het ziekenhuis krijgt u een infuus met het hormoon oxytocine. Hiermee worden de weeën opgewekt zodat u gaat bevallen. Hierover kunt u meer lezen bij inleiden van de bevalling.
Als het kind tijdens de bevalling stress heeft en mogelijk lijdt aan zuurstoftekort, is dit vaak zichtbaar op het CTG. Soms kan extra onderzoek nodig zijn om echt te weten of zuurstoftekort dreigt. Dit heet een microbloedonderzoek (MBO). Tijdens de bevalling kan de arts of klinisch verloskundige een druppel bloed van het hoofd van het kind nemen. In deze druppel bloed wordt onderzocht of er zuurstoftekort is. Dit onderzoek duurt een paar minuten. U hoort meteen de uitslag.
Als de uitslag niet goed is moet uw kind snel geboren worden. De bloeduitslag is niet goed wanneer de zuurgraad (pH-waarde) van het bloed te laag is. Afhankelijk van hoeveel ontsluiting er is, zal de arts of klinisch verloskundige voorstellen om een kunstverlossing of een keizersnede te doen.