Vanaf eind 2019 krijgen vrouwen tijdens de zwangerschap een kinkhoestprik aangeboden. Hierdoor zijn kinderen meteen vanaf de geboorte beschermd tegen kinkhoest.
Kinkhoest kan ernstig verlopen voor jonge kinderen. Zij kunnen hierdoor longontsteking krijgen of ademnood en hersenschade door te weinig zuurstof. Jaarlijks worden er zo’n 120 pasgeborenen met kinkhoest opgenomen in het ziekenhuis. Soms overlijdt er zelfs een kind aan de ziekte.
Kinderen worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd tegen kinkhoest. Veel kinderen die de ziekte krijgen, krijgen deze dan ook de eerste maanden na de geboorte.
Pasgeboren kinderen worden wel beschermd wanneer de moeder tijdens de zwangerschap een kinkhoestprik krijgt. De antistoffen die in de vaccinatie zitten gaan via de navelstreng naar het ongeboren kind.
Daarom krijgen alle zwangere vrouwen vanaf eind 2019 deze vaccinatie standaard en gratis aangeboden. Totdat het zover is, kunnen vrouwen de prik zelf halen, maar daar moeten ze dan wel zelf voor betalen. Dat kan bij de huisarts of GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst.
Meer hierover lees je op de website van het RIVM.