U wordt op dit moment geïsoleerd verpleegd. Dat komt omdat u (mogelijk) een darmontsteking heeft die wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium difficile. Hierdoor kunnen klachten ontstaan zoals diarree, buikpijn en (meestal) koorts. Wanneer deze bacterie aanwezig is in de ontlasting, kan deze bijzonder gemakkelijk verspreid worden via handen of voorwerpen (die besmet zijn). Amsterdam UMC wil voorkomen dat de bacterie verspreid wordt.Patiënten met een C. difficile-infectie worden daarom in isolatie verpleegd, op een aparte kamer. Ook wordt dit gedaan als er een vermoeden is dat een patiënt een Clostridium-infectie heeft. De isolatiemaatregelen (‘Contactisolatie einddesinfectie’) worden in deze folder toegelicht.
De mens als drager van bacteriën
Ieder mens draagt bacteriën bij zich. Bacteriën komen overal op het lichaam voor, maar ook in het lichaam zijn ze aanwezig. Bacteriën horen bij de mens en hebben vaak een nuttige functie. De bacteriën in onze darmen helpen bijvoorbeeld bij de spijsvertering. Het is normaal dat er heel veel bacteriën leven in de darmen zonder dat deze schade aanrichten. Bij contacten met mensen of dingen worden bacteriën overgenomen en afgegeven. Dit geldt ook voor de bacterie C. difficile. C. difficile is een bacterie die goed kan leven in delen van het lichaam waar weinig of geen zuurstof is, zoals de darmen.
Gevolgen van het gebruik van antibiotica
Antibiotica zijn medicijnen om een infectie mee te behandelen. Een voorbeeld van een antibioticum is penicilline. Door antibioticagebruik verandert het evenwicht tussen de soorten en hoeveelheden bacteriën in de darmen. Antibiotica zijn vaak gericht op specifieke bacteriën. Deze bacteriën worden door de antibiotica gedood. Hierdoor krijgen andere bacteriën de kans zich te vermenigvuldigen. Een voorbeeld hiervan is C. difficile.
De ziekteverschijnselen
C. difficile kan problemen veroorzaken in de darm. De bacterie scheidt bepaalde afvalstoffen (toxinen) uit die het slijmvlies van de dikke darm kunnen irriteren en/of beschadigen. Het risico neemt toe, naarmate u ouder bent. Deze klachten openbaren zich meestal al tijdens een antibioticakuur. Ze kunnen echter ook veel later ontstaan, tot drie weken na het stoppen met de antibiotica. Soms is alleen het slijmvlies van de dikke darm licht ontstoken, bij ernstige infectie is de ontsteking uitgebreider. De symptomen van ontsteking variëren van lichte tot bloederige diarree, in combinatie met buikpijn en koorts.
Diagnose stellen
Om de diagnose te stellen, worden monsters van de ontlasting genomen en opgestuurd naar het laboratorium. Daar wordt gekeken of de afvalstoffen van de bacterie voorkomen in de ontlasting. Het duurt gemiddeld twee dagen tot de uitslag bekend is.
‘Contactisolatie einddesinfectie’
‘Contactisolatie einddesinfectie’ vindt plaats in een éénpersoonskamer met de deur dicht. Deze isolatiemaatregel passen we toe, omdat de Clostridium die bij u (mogelijk) aanwezig is, zich verspreidt door direct (lichaams-)contact en op korte afstand door de lucht, bijvoorbeeld via beddengoed. De isolatie dient ter voorkoming van verspreiding van de bacterie onder medepatiënten. Op de buitendeur van uw kamer hangt een groene kaart.
Daarop staan de noodzakelijke aanwijzingen voor iedereen die uw kamer wil binnengaan.
- U mag de kamer slechts verlaten als dit noodzakelijk is voor uw behandelingen, in overleg met de verpleging.
- De kamerdeur mag niet open blijven staan.
- Bij uw verzorging dragen de verpleegkundigen en artsen altijd handschoenen en een schort. Na de verzorging worden de handen gedesinfecteerd met alcohol 70%.
- Als u het toilet bezoekt moet u daarna de handen goed wassen met water en zeep.
Bezoek
Uw bezoekers moeten zich van tevoren melden bij de verpleegkundige.
De verpleegkundige geeft dan uitleg over uw situatie.
- Niet nodig is beschermende kleding (zoals schort en handschoenen).
- U mag niet meer dan twee personen tegelijk in de kamer ontvangen.
- Het bezoek moet bij het verlaten van de kamer de handen desinfecteren met handalcohol.
- Het bezoek mag daarna geen andere patiënten bezoeken.
Behandeling
Soms gaat de infectie vanzelf over, maar meestal wordt de Clostridium-infectie behandeld met antibiotica. Deze antibiotica zijn specifiek gericht op het doden van C. difficile, de bacterie die de infectie veroorzaakt. Geneesmiddelen die ook darmbewegingen vertragen (diarreeremmers zoals Imodium©) worden afgeraden. Zij kunnen de problemen verlengen doordat de ziekmakende afvalstoffen (toxinen) langer in aanraking blijven met de darm. Wanneer de diarree aanhoudt of herhaaldelijk terugkomt, is langdurige antibioticatherapie noodzakelijk.
Wanneer u twee dagen geen diarree heeft gehad, is de Clostridium-infectie over. U mag dan uit de ‘Contactisolatie einddesinfectie’.
Ontslag
U kunt uit het ziekenhuis ontslagen worden terwijl de infectie nog niet is verdwenen. In de thuissituatie hoeven geen andere maatregelen genomen te worden dan normale handhygiëne met water en zeep, zoals gebruikelijk na toiletbezoek. Gezonde mensen lopen namelijk geen risico op deze infectie. Uw huisarts wordt via de ontslagbrief van de situatie op de hoogte gebracht.
Tot slot
De periode van geïsoleerd verplegen kan ingrijpend en onaangenaam zijn. Bij eventuele vragen of problemen kunt u terecht bij de behandelend arts en de verpleging.
Ook wordt u gewezen op de patiënten folder over isolatieverpleging (Isolatiemaatregelen bij patiënten in het ziekenhuis). Een print van deze patiëntenfolder is te verkrijgen via de verpleging.
Contact afdeling Infectiepreventie
T locatie AMC: (020) 566 9111
T locatie VUmc: (020) 444 4444