Hoe het kind groeit hangt ook af van:
- of het uw eerste kind is of niet;
- natuurlijke aanleg;
- het geslacht van het kind;
- het land van herkomst van de ouders;
- de lengte en het gewicht van de ouders;
Het gemiddelde gewicht van kinderen van ouders van Nederlandse afkomst is ongeveer 1200 gram bij 28 weken. Daarna stijgt het gemiddeld ongeveer 200 gram per week. Bij 40 weken weegt een kind ongeveer 3500 gram.
Groeit de baarmoeder niet naar verwachting? Dan groeit het kind misschien te langzaam of juist te snel. Dan adviseert de arts, klinisch verloskundige of gynaecoloog om een groei-echo te maken. Met de echo is de groei nauwkeuriger te meten. Lukt het niet goed om de groei van uw kind via de baarmoeder te voelen? Bijvoorbeeld door overgewicht of een tweeling zwangerschap? Dan komt u sowieso in aanmerking voor groei-echo’s. Als u een verhoogd risico heeft op een kind dat kan achterblijven in groei of juist te snel kan groeien, is dat ook een reden voor groei-echo’s. Bijvoorbeeld wanneer u last heeft van een hoge bloeddruk of diabetes, als u eerder een te klein of te groot kind heeft gekregen, of bij gebruik van bepaalde medicijnen.
De echoscopist meet de groei van uw kind door het volgende te meten:
- de omtrek van het hoofd;
- de omtrek van de buik;
- de lengte van het bot van het bovenbeen;
De computer berekent met deze maten het gewicht van uw kind. Dit gewicht is een schatting. De waarden komen in een grafiek. Op de curve in de grafiek kunt u zien hoe de maten van uw kind zich verhouden tot die van andere kinderen op hetzelfde moment in de zwangerschap. Deze waarden worden uitgedrukt in p-waarden (de p staat voor percentiel). Als het geschatte gewicht van uw kind op p10 ligt, dan betekent dit dat 10% van de kinderen kleiner is en 90% groter dan uw kind bij dezelfde zwangerschapsduur.
Uitleg percentiel
In dit voorbeeld ziet u een groep kinderen die allemaal gezond en even oud zijn. Er zijn kleine, gemiddelde en grote kinderen. U ziet ze op een rij van klein naar groot. Als u nu een kind van dezelfde leeftijd meet, dan kunt u kijken waar dit kind in de rij komt. Het rode kind komt op de tiende plaats van de 100 kinderen. We noemen dit het tiende percentiel (p10). Dit betekent dat 10% van de kinderen kleiner is en 90% groter dan het rode kind.
Klein kind
Als het gewicht van het kind onder de p10 ligt, kan dit betekenen dat:
- uw kind gezond is en klein in aanleg;
- de placenta niet goed werkt waardoor uw kind niet goed groeit;
- uw kind achterblijft in groei door een aangeboren afwijking of infectie;
- uw kind een chromosomale of syndromale afwijking heeft.
Het kind kan volgens de grafiek afwijken van het gemiddelde, maar toch gezond zijn. Bijvoorbeeld als de ouders ook kleiner dan gemiddeld zijn. Om te beoordelen waarom de groei achterblijft, kijken we ook naar de andere metingen. Is de buik in verhouding veel kleiner dan de benen en het hoofd? Dan is de kans groter dat de placenta onvoldoende werkt. Klopt de verhouding? Dan is de kans groter dat het kind in aanleg wat kleiner is.
Bloeddoorstroming en vruchtwater
Als uw kind klein is, meet de echoscopist de bloeddoorstroming in een bloedvat van navelstreng en een bloedvat in het hoofd. Dit heet een Doppler-meting. Dit zegt iets over de werking van de placenta. Daarnaast meet de echoscopist de hoeveelheid vruchtwater.
Wilt u meer lezen of uitgebreidere uitleg? Kijkt u eens op deze website: www.tekleinebaby.nl .U vindt hier uitgebreide uitleg van de hand van een van onze gynaecologen, Wessel Ganzevoort, in de vorm van teksten, filmpjes, podcast. We leggen zo goed mogelijk uit wat de oorzaken en gevolgen zijn bij een (te) kleine baby. Het is de informatie waarvan wij in de praktijk weten dat ze niet altijd bekend is: het zijn de antwoorden op de vragen die onze patiënten vaak stellen.
Normaal groot kind
Als het gewicht van uw kind tussen de p10 en p90 ligt, is uw kind, op dit moment, normaal groot. Door de groei van de verschillende echo’s in de zwangerschap met elkaar te vergelijken wordt inzichtelijk wat de groei van uw kind in de tijd is en of hij of zij minder of meer gaat groeien dan verwacht maar ook of de groei afwijkt van de gemiddelde groeicurve.
Groot kind
Als het gewicht boven de p90 ligt, kan dit betekenen dat uw kind:
- gezond is en in aanleg groot is;
- zwaarder is doordat u een aandoening zoals suikerziekte (diabetes) heeft.
Ook nu kijken we naar de andere metingen. Is de buik in verhouding groter? Dan is de kans groter dat u suikerziekte heeft. Klopt de verhouding? Dan is de kans groter dat uw kind in aanleg groot is.
Horizontaal staan de weken van de zwangerschap en verticaal het geschatte gewicht van het kind dat met de echo is vastgesteld. Met een kruisje in de grafiek wordt aangegeven welk gewicht het kind heeft bij een bepaalde zwangerschapsduur. De blauwe lijn is de groeilijn van een kind dat precies op de p95 groeit. Alle kinderen die zwaarder zijn dan p95 komen boven de blauwe lijn te liggen.
De meeste kinderen groeien niet precies volgens een vaste lijn zoals de metingen in de grafiek. Gedeeltelijk komt dit doordat kinderen van nature soms wat sneller of langzamer groeien dan gemiddeld. Maar voor een groter deel komt dit doordat de meting niet heel precies is. Het gewicht is dus een schatting.
Na 2 tot 4 weken krijgt u weer een echo. Dan kunnen we zien of uw kind naar verwachting groeit. Het is niet zinvol om al eerder een volgende echo te doen om de groei te meten.
Normale groei
De groei van uw kind is normaal als deze een groeilijn volgt. In dit voorbeeld ligt het gewicht bij de eerste echo bij 32 weken op de p10. Bij 34 weken en bij 36 weken groeit uw kind op de p10 verder. De groei is dus naar verwachting. De conclusie is dat het kind klein is, maar normaal groeit. Er is geen reden meer om aan te nemen dat de placenta niet goed genoeg werkt.
Onvoldoende groei
Als de lijn afbuigt groeit uw kind onvoldoende. In dit voorbeeld ligt het gewicht bij de eerste echo bij 32 weken op de p50. De meting past bij een kind met een normaal gewicht. Bij 34 weken valt het gewicht ook binnen de normale maten. Maar omdat we zien dat het gewicht eerder nog op de p50 lag, weten we dat het kind achterblijft in groei. Bij 36 weken is het kind duidelijk te klein.
De arts, klinisch verloskundige of gynaecoloog legt uit wat de uitslag betekent. Dit hangt af van de reden van de echo, de metingen, de groei in de tijd en de verhoudingen van de verschillende metingen ten opzichte van elkaar (hoofd ten opzichte van buik). Als uw kind klein is, komen daar ook de metingen van de bloeddoorstroming bij.
Mogelijk klein kind gevoeld via de buik en een goede groei bij de echo?
Voelde de klinisch verloskundige, arts of de gynaecoloog via de buik dat uw kind mogelijk wat klein was, maar groeit uw kind normaal bij de echo? Dan is vervolgonderzoek niet altijd nodig. Soms wordt de meting na 2 weken herhaald. Is de groei dan nog steeds normaal? Dan is dit geruststellend. Uw buik lijkt dus wat kleiner, maar uw kind is normaal groot en groeit goed.