Bij een flexibele bronchoscopie onderzoekt de longarts met een bronchoscoop de luchtwegen. De bronchoscoop bestaat uit een dunne buigzame slang met een lens en een zuigkanaal. Met de bronchoscoop kan in de longen gekeken worden.
Tijdens de bronchoscopie kunnen de luchtwegen gespoeld worden en/of kunnen stukjes
weefsel worden weggenomen. De ingreep is pijnloos. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.
Het is van belang dat u uw longarts laat weten of u:
- allergisch bent voor medicijnen of een verdoving
- bloedverdunnende middelen gebruikt (o.a. ascal, plavix, persantin, acenocoumarol, fraxodi marcoumar of fraxiparine)
- suikerziekte heeft en insuline spuit
- zwanger bent
- nerveus bent voor het onderzoek.
Voorbereiding
Om te voorkomen dat u zich verslikt tijdens het onderzoek, mag u vanaf zes uur voor het onderzoek niets meer eten. Tot twee uur voor het onderzoek mag u wel nog slokjes water drinken. Indien u ’s ochtends medicijnen gebruikt, dan mag u deze gebruiken, tenzij de longarts anders met u heeft afgesproken.
De dag van het onderzoek
Op de dag van het onderzoek gaat u via de hoofdingang van het ziekenhuis naar de Behandelkamer Longziekten. Daar kunt u zich melden bij de balie, locatie 5A12. Komt u voor het eerst op onze afdeling, dan moeten wij u nog inschrijven en dient u uw legitimatiebewijs en verzekeringspas mee te nemen. Het is vooral belangrijk dat u gemakkelijke kleding draagt (geen strakke kleding) en eventuele nagellak voor het onderzoek verwijdert.
Kunt u niet op tijd komen voor uw afspraak? Neem dan meteen contact met ons op via telefoonnummer (020) 444 28 84. Wij doen ons best uw afspraak te verplaatsen naar een ander tijdstip op dezelfde dag. Wij garanderen niet dat dat lukt.
Het onderzoek
Het onderzoek vindt plaats via de neus of via de mond.
- U krijgt een bijtring in uw mond voorafgaand aan de bronchoscopie. De bijtring voorkomt dat uw tijdens het onderzoek op de bronchoscoop kan bijten. De bijtring houdt uw mond open als u slaapt.
- Er is een kleine kans dat er gebitsschade kan ontstaan. Dit komt slechts in een enkel geval voor. Het ziekenhuis accepteert hiervoor geen aansprakelijkheid.
- Terwijl u op de onderzoekstafel zit, worden uw neus en keel door middel van een spray verdoofd door een verpleegkundige of arts.
- Als u een gebitsprothese draagt, vragen we u die uit te doen voordat er met het verdoven begonnen wordt.
- De verdoving heeft een bittere smaak en veroorzaakt een dik, stijf gevoel in de keel. Dit is alleen een gevoel, de keel wordt niet echt dik. Ook kunt u het gevoel hebben dat het slikken moeilijker gaat.
- Na de verdoving wordt u in een halfzittende - of liggende houding gelegd. De bronchoscoop wordt via uw neus of mond naar de luchtwegen gebracht. Dit kan even een benauwd gevoel geven; u kunt gewoon blijven doorademen.
- Sommige delen van de luchtwegen zijn vooraf moeilijk te verdoven. Deze worden tijdens het onderzoek via de bronchoscoop verdoofd.
- Tijdens het onderzoek kunt u normaal ademen. Zonodig geven wij u extra zuurstof via uw neus.
Na het onderzoek
Vanwege de verdoving mag u na het onderzoek ten minste één uur niets eten of drinken. De kans op verslikking is dan erg groot. Daarna probeert u een slokje water te drinken. Als dat zonder hoesten lukt, mag u alles eten en drinken. Na het onderzoek zal een afrondend gesprek plaatsvinden om verdere afspraken vast te leggen.
Belangrijke informatie
Het kan zijn dat u een tijdje een geïrriteerd gevoel in de keel blijft houden en wat moeilijk slikt, dit zakt langzaam af.
Als u verhoging en/of koude rillingen krijgt (temperatuur van 38°C of hoger), dan mag u paracetamol innemen. Houdt de koorts aan tot de volgende dag, dan moet u contact opnemen met uw behandelend arts.
Het kan zijn dat u wat bloed ophoest. Is dit meer dan de bodem van een kopje? Neem dan contact op met uw behandelend arts.
Complicaties komen zeer zelden voor (±1 procent). Wanneer u hier informatie over wilt, bespreekt u dat dan met uw behandelend arts.
Als er weefsel is afgenomen voor onderzoek, wordt u na één week gebeld over de uitslag door uw behandelend arts. Bent u na één week niet gebeld? Neem dan zelf contact op met de arts.
Reanimatiebeleid
Op de Behandelkamer Longziekten komt u voor onderzoek/behandeling. De kans op complicaties is klein. Wij willen u er wel op wijzen dat in principe alle patiënten gereanimeerd worden bij een complicatie, tenzij de patiënt zelf uitdrukkelijk bij de arts meldt dat hij/zij niet gereanimeerd wil worden.
Bij klinische patiënten wordt het klinisch afgesproken reanimatiebeleid aangehouden.
Vragen
Wanneer u ongerust blijft na het onderzoek of u heeft nog vragen, neem dan gerust contact op:
- tijdens kantooruren - bel de poli Longgeneeskunde: telefoonnummer 020 – 444 05 22 en vraag naar de dienstdoende longarts
- buiten kantooruren - bel de centrale meldkamer Amsterdam UMC locatie VUmc: telefoonnummer 020 – 444 44 44 en vraag naar de dienstdoende longarts