Eiceldonatie is het afstaan van eicellen door een vrouw (donor) met als doel bij een andere vrouw, de wensmoeder (acceptor), een zwangerschap mogelijk te maken. Deze eicellen worden via de IVF-techniek bevrucht. Drie dagen later wordt een embryo in de baarmoeder van de wensmoeder geplaatst. De donor is altijd een bekende van de wensmoeder en wordt door de wensmoeder zelf voorgedragen.

Wie komt in aanmerking voor eiceldonatie?

De meest voorkomende reden voor eiceldonatie is het vroegtijdig niet meer functioneren van de eierstokken van de wensmoeder. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het gevolg is dat de vrouw niet (meer) over eigen eicellen beschikt op een leeftijd waarbij dit normaal gesproken wel het geval is. Feitelijk is er sprake van een zogenaamde vervroegde overgang. Er zijn nog andere omstandigheden denkbaar waarin eiceldonatie uitkomst kan bieden, maar die zullen in de praktijk slechts zelden voorkomen.

Aan welke eisen dient een donor te voldoen?

Eiceldonatie betekent dat een derde persoon (de donor) betrokken is bij de behandelingen van u en uw partner om zwanger te worden. Ter bescherming van de donor stelt de wet een aantal eisen aan de eiceldonor:

  • de wettelijke minimum leeftijd van een donor is 18 jaar (of 16 jaar en gehuwd). In Amsterdam UMC, locatie VUmc wordt echter als minimum leeftijd voor de donor 25 jaar aangehouden. Bij een leeftijd tussen 38 en 43 jaar zal eerst de eicelvoorraad beoordeeld worden. Bij een leeftijd van 43 jaar of ouder is geen donatie meer mogelijk.
  • gezien de kleine maar toch aanwezige kans dat een IVF-behandeling tot vruchtbaarheidsproblemen bij de donor leidt, is het gewenst dat de donor bij voorkeur een voltooid gezin heeft of in ieder geval tenminste één kind en/of dat er geen reden is om aan te nemen dat er in de (nabije) toekomst een kinderwens zal ontstaan.
  • de eiceldonor moet een Nederlandse zorgverzekering hebben.

Niet in aanmerking voor het donorschap komen vrouwen (contra-indicaties):

  • met wie geen goede communicatie mogelijk is;
  • met een verhoogd risico op complicaties ten gevolge van de hormonale stimulatie of punctie;
  • met een niet-behandelbare seksueel overdraagbare aandoening;
  • met een verminderde eicelvoorraad;
  • met een ernstige erfelijke aandoening (in de familie);
  • die nog kinderwens hebben.

Per situatie zal het behandelteam beoordelen of de procedure in gang gezet kan worden.

Hoe verloopt de intakeprocedure?

In het eerste gesprek wordt afzonderlijk aan de wensouders en het donorpaar voorlichting gegeven over de behandeling en spreekt de arts uitgebreid met hen over hun voorgeschiedenis. De genetische vragenlijst (lijst met mogelijke erfelijke aandoeningen) wordt doorgenomen met de donor. Indien er uit de voorgeschiedenis geen contra- indicaties voor de eiceldonatieprocedure blijken te zijn, wordt er een afspraak bij de afdeling medische psychologie gemaakt (afzonderlijk voor wensouders en donorpaar).

Aandachtspunten tijdens de intake

Bij de intake zal de gynaecoloog/fertiliteitsarts de volgende zaken met de wensouders en de donor (partner van de donor is hierbij niet strikt noodzakelijk, wel gewenst) bespreken.

  • Hebben de wensmoeder en haar partner de eigen onvruchtbaarheid voldoende verwerkt om aan een dergelijke procedure te beginnen?
  • De kans op succes en de verhoogde kans op complicaties (spontane miskraam, hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging en ernstig bloedverlies aansluitend aan de bevalling) bij zwangerschappen die door middel van eiceldonatie tot stand zijn gekomen.
  • Heeft de donor vrijwillig haar hulp aangeboden?
  • Bestaat er nog (toekomstige) kinderwens bij de donor?
  • De risico’s en kans op complicaties van een IVF-behandeling voor de donor.
  • Screening op seksueel overdraagbare aandoeningen van de donor en partner en de wijze waarop de uitslagen hiervan besproken zullen worden.
  • Erfelijke aandoeningen bij de (familie van de) donor.
  • Anticonceptiegebruik van de donor en risico’s op zwangerschap ten tijde van de behandeling.
  • Het aantal te plaatsen embryo’s (er zal één embryo geplaatst worden).
  • De bestemming van de restembryo’s.
  • De medezeggenschap van de donor over de bestemming van eventuele ingevroren restembryo’s indien deze niet meer voor zwangerschap bij de wensmoeder worden gebruikt.
  • Registratie van de donor en de wensouders bij de Stichting Donorgegevens indien er een kind geboren wordt.
  • De ziektekostenverzekering van de donor.
  • De eventuele financiële gevolgen bij een (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid van de donor.

Van welke formaliteiten is er sprake?

Indien er geen medische contra-indicaties bestaan voor het uitvoeren van de eiceldonatiebehandeling worden aan zowel acceptor als donor de Verklaring eiceldonatie acceptor en de Verklaring eiceldonatie donor uitgereikt. Deze dienen door de betrokkenen te worden ondertekend.

Psychologische factoren

Er worden afzonderlijke afspraken gemaakt bij de afdeling medische psychologie, eerst één of meerdere voor de wensouders en vervolgens één of meerdere voor het donorpaar. Daarna volgt nog een afspraak met de wensouders en het donorpaar samen. De aanwezigheid van de eventuele partner van de donor is hierbij noodzakelijk.

De psychologische diagnostiek naar de psychische aspecten en effecten van eiceldonatie voor zowel de wensouders als het donorpaar is een essentiële stap in het hele proces.

Na de gesprekken volgt een bindend advies. De beslissing komt tot stand na overleg tussen de psychologen en de behandelend artsen. Bij een positief advies wordt er een afspraak gemaakt op het spreekuur van een fertiliteitsarts/gynaecoloog om de planning van de IVF- behandeling door te spreken. Tijdens deze finale intake bij de fertiliteitsarts/gynaecoloog krijgt u uw eigen specifieke hormonale stimulatieschema te horen. Het voert te ver om

hier in deze folder nader op in te gaan, omdat het schema van een aantal zeer individueel bepaalde factoren (zoals bijvoorbeeld leeftijd, lichaamsgewicht en de activiteit van de eierstokken van de donor) afhangt.

Vragen

Indien u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met

Amsterdam UMC, locatie VUmc

Polikliniek Voortplantingsgeneeskunde en IVF-centrum, Gebouw Zuid

Amstelveenseweg 601 1081 JC Amsterdam

T (020) 444 3269 maandag t/m vrijdag tussen 10.30 en 12.00 uur

www.vumc.nl/ivf

In geval van spoed buiten kantooruren

De afdeling Vrouw van het VUmc en het AMC werken steeds meer samen.
In het geval van een spoedsituatie tussen 16.00 en 08.00 uur, kunt u van maandag tot en met zondag bellen naar:
De Spoedeisende Hulp van de afdeling Vrouwenziekten van het AMC
Telefoon: (020) 566 1500