Een familielid of dierbare van u is opgenomen op de afdeling Intensive Care van Amsterdam UMC, locatie VUmc. Helaas krijgt een groot deel van onze patiënten op de afdeling last van een acute verwardheid, dit wordt delirium of delier genoemd.In deze folder geven wij u informatie over het delier. Tevens vragen wij u hulp bij het voorkomen en het behandelen van een delier.
Wat is een delier?
Als over uw naaste wordt gezegd dat er sprake is van een delirium of delier, dan is hij/zij verward. Deze verwardheid kan snel opkomen en ontstaat door een ontregeling in het lichaam door bijvoorbeeld een ongeluk of grote operatie. De mate van verwardheid is vaak wisselend. Het ene moment is uw dierbare goed aanspreekbaar en kan hij/zij juiste antwoorden geven, het andere moment kan uw dierbare onrustig worden of vragen niet meer juist beantwoorden.
Hoe herkent u een delier bij uw dierbare?
- Hij/zij is verward, weet niet waar hij/zij is of welke dag het is en geeft geen juiste antwoorden.
- In gesprekken lijkt niet alles door te dringen, het is voor uw dierbare moeilijk om de aandacht vast te houden.
- Hij/zij is onrustig, plukt aan de lakens en wil soms uit bed stappen.
- Het kan zijn dat uw dierbare dingen ziet of hoort die er in de werkelijkheid niet zijn, zo kan hij/zij beestjes zien lopen of stemmen horen. Uw dierbare herkent u niet altijd of hij/zij kan u voor iemand anders aanzien.
- Het gedrag bij een delier is wisselend, het ene moment kan uw dierbare goed aanspreekbaar zijn en heldere antwoorden geven, het andere moment kan hij/zij onrustig worden en de vragen niet meer juist beantwoorden.
- De onrust en verwardheid nemen in het algemeen toe in de avond en de nacht, dit kan leiden tot een verstoorde nachtrust.
Hoe behandelen we een delier?
De verpleging test uw dierbare dagelijks op de aanwezigheid van een delier. Dit gebeurt
door het stellen van een aantal vragen en het observeren van uw dierbare Als eerste
behandelen we de oorzaak van het delier. Het delier zal afnemen als de lichamelijke
situatie verbetert. Een delier is altijd tijdelijk.
Verder behandelen we het delier op verschillende manieren:
- Het geven van rustgevende medicatie.
- Goede nachtrust bevorderen door het geven van slaapmedicatie en het behouden van een dag- en nachtritme.
- Een dagprogramma met dagbesteding (tv kijken, radio luisteren).
- Snel beginnen met mobiliseren (uit bed gaan) en starten met fysiotherapie.
- Oriëntatie bevorderen door hulpmiddelen (kalender, klok, foto's).
- Betrokkenheid van u als familie, vrienden of contactpersonen, door uw aanwezigheid kan uw dierbare rustig worden.
- In sommige gevallen kan uw dierbare zo onrustig zijn dat hij aan lijnen en slangen gaat trekken of uit bed wilt stappen. Om ongevallen te voorkomen kan uw dierbare 'gefixeerd' worden waarbij de polsen worden vastgebonden (bij ernstige onrust kunnen ook de voeten en de buik worden gefixeerd). Dit gebeurt ter bescherming van uw dierbare.
Wat kunt u doen?
We willen u vragen de 'vragenlijst familie, vrienden en andere contactpersonen' in te vullen,
hierdoor weten we wat de gewoontes zijn van uw dierbare en kunnen we het delier helpen
voorkomen.
Verder kunt u nog helpen door:
- Als u op bezoek komt, vertel wie u bent en wat u komt doen. Herhaal dit zo nodig.
- Noem ook de dag en de plaats. Bijvoorbeeld "Het is vandaag maandag 31 januari in het jaar .. Je bent in Amsterdam UMC op afdeling ...".
- Benoem waarom hij/zij daar is. Bijvoorbeeld "Je hebt een auto ongeluk gehad." Of "Je bent geopereerd en nu moet je herstellen".
- Als hij/zij iets hoort of ziet dat u niet begrijpt, ga daarover niet in discussie. U kunt proberen de aandacht af te leiden.
- Spreek in duidelijke en korte zinnen.
- Stel eenvoudige vragen. Bijvoorbeeld: "Heb je lekker geslapen?" en niet: "Heb je lekker geslapen of ben je steeds wakker geweest?".
- Als uw dierbare thuis een bril of gehoorapparaat draagt, kunt u deze meenemen. Zo kan hij/zij ook in het ziekenhuis goed zien en horen.
- U kunt foto's of andere herkenningspunten van thuis meenemen.
- Houdt uw naaste van muziek, neem dan zijn of haar muziek mee.
- Graag doorgeven aan de verpleegkundige als u uw naaste onrustig vindt of als u het idee heeft dat hij/zij verward is.
Na het delirium
Veel patiënten kunnen zich later nog veel herinneren van hun verwarde periode. Schaamte
voor hun gedrag en ook angst voor het feit dat dit zomaar heeft kunnen gebeuren, komt
vaak voor. Probeer met uw naaste hier over te praten, u kunt hierbij uitleggen dat de
verwardheid is ontstaan door het ernstig ziek zijn en dat uw naaste hier dus niets aan kon
doen.
For English: www.icudelirium.org