DBS-behandeling
Zelfs met de best beschikbare behandelingen (een combinatie van medicatie en cognitieve gedragstherapie) is er een kleine groep van patiënten met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) die ernstige, invaliderende klachten blijft houden.
Sinds 2005 wordt in het AMC onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van diepe hersenstimulatie bij OCS. De electrode wordt geplaatst in de capsula interna, het hersengedeelte dat een verbinding vormt tussen het striatum (het centrum dat verantwoordelijk is voor emoties en motivatie) en de frontale cortex (het hersendeel dat verantwoordelijk is voor regulatie en planning). Met deze behandeling worden goede resultaten behaald:
- 60% van de patiënten ervaart een afname van meer dan 35% van de dwangklachten.
- De gemiddelde afname van dwangklachten is 50%. De mate van verbetering varieert.
- 75% van de patiënten ervaart een duidelijke verbetering van angst- en somberheidsklachten.
Inmiddels wordt de behandeling regulier aangeboden en door de verzekering terugbetaald. Patiënten komen voor DBS in aanmerking als zij primair een obsessieve compulsieve stoornis hebben en ondanks verschillende behandelingen met medicatie en cognitieve gedragstherapie ernstige dwangklachten blijven houden.
Aan de behandeling met diepe hersenstimulatie gaat een uitgebreide screeningsprocedure vooraf. De behandeling wordt gevolgd door een behandeling met cognitieve gedragstherapie.
Criteria voor DBS bij OCS
U komt in aanmerking voor DBS indien u minstens 5 jaar lijdt aan ernstige OCS en geen of onvoldoende baat hebt gehad bij:
- Tweemaal een behandeling met een SSRI (antidepressivum) in maximale dosis gedurende tenminste 12 weken.
- Eenmaal een behandeling met clomipramine (antidepressivum) in maximale dosis gedurende tenminste 12 weken.
- Eenmaal een behandeling met een SSRI in maximale dosering in combinatie met een atypisch antipsychoticum.
- Eenmaal een behandeling in een gespecialiseerd centrum met cognitieve gedragstherapie in combinatie met effectieve medicatie gedurende 18 weken.
De behandeling is sinds 2014 opgenomen in de richtlijn angststoornissen en wordt volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Naast OCS wordt in het AMC ook de werking van DBS bij andere psychiatrische klachten onderzocht.
Contact en afspraak
Voor een eerste afspraak op de polikliniek is een verwijzing van een huisarts, klinisch psycholoog of medisch specialist (psychiater) nodig. De verwijzing wordt naar het AMC gestuurd door uw verwijzend arts, daarna ontvangt u per brief een uitnodiging voor een eerste consult. Heeft u vragen over de verwijzing of een afspraak, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek.
Wat kan ik verwachten?
Bij uw eerste bezoek aan de polikliniek onderzoeken we eerst wat er exact aan de hand is. We vragen naar uw ziektegeschiedenis en doen lichamelijk onderzoek. Dan kijken we of u in aanmerking komt voor de operatie en of er nog andere behandelingen mogelijk zijn. Verder vertelt de specialist u over de procedure en de risico's van DBS. Indien u in aanmerking komt voor DBS, dan wordt er een screeningsopname gepland. Aan het einde van de gesprekken heeft u een goed beeld van wat u te wachten staat.
Route
De polikliniek Psychiatrie ligt in het polikliniekgebouw (bouwdeel PA) op de eerste verdieping. Om er te komen volgt u de borden psychiatrie, recht door de poliklinieken, via de loopbrug, naar AMC psychiatrie
Telefoonnummer Psychiatrie
020 - 891 3600
Vervolgonderzoek
Tijdens de screeningsopname voor Deep Brain Stimulation wordt u 2 dagen opgenomen en volgen er verschillende onderzoeken, waaronder een MRI-scan, een lichamelijk onderzoek en een (neuro-) psychologisch onderzoek.
De onderzoeken (MRI-scan, lichamelijk onderzoek en een (neuro)psychologisch onderzoek) identificeren mogelijke belemmeringen voor het succes van de operatie. Belemmerende factoren zijn: neuro-anatomische afwijkingen, intelligentie, persoonlijkheidsstoornissen en beperkte ruimte voor verbetering. De bevindingen van de screening worden u meegedeeld door uw arts en er wordt een behandelplan met u besproken. Indien er geen contra-indicaties zijn dan kan de operatie gepland worden.
Vervolgafspraken
Vervolgafspraken duren gemiddeld 60 minuten. Hier spreekt u een verpleegkundig specialist, of psychiater. Een eventuele vervolgafspraak maakt u direct bij de balie na uw bezoek.
Route
De polikliniek Psychiatrie ligt in het polikliniekgebouw (bouwdeel PA) op de eerste verdieping. Om er te komen volgt u de borden psychiatrie, recht door de poliklinieken, via de loopbrug, naar AMC psychiatrie
Telefoonnummer Psychiatrie
020 - 891 3600
De operatie
De operatie gebeurt onder narcose, tijdens de gehele operatie bent u in slaap.
Plaatsen van een metalen frame op het hoofd voor de operatie
Eerst plaatst de arts met schroeven een frame op uw hoofd zodat de elektroden tijdens de operatie nauwkeurig naar de juiste plaats kunnen worden geleid. U merkt hier niets van omdat u in slaap bent gebracht.
De MRI-scan
Nadat het frame is geplaatst, wordt een MRI-scan gemaakt om de plaats voor de elektrode implantatie nauwkeurig te bepalen. Het maken van deze scan duurt ongeveer 20 minuten. Na de MRI-scan gaat u in bed naar de operatiekamer.
Het eerste operatie-deel: het plaatsen van stimulatie-elektroden
Er worden twee sneetjes in de huid gemaakt en gaatjes in de schedel geboord, van 15 mm doorsnee. Er wordt een speciale boor gebruikt die, zodra het gaatje is gemaakt, vanzelf afslaat. De boor kan dus niet 'doorschieten' in de hersenen. Hierna worden één of meerdere elektroden ingebracht op de plaatsen die met behulp van de MRI zijn uitgerekend en aan de schedel verankerd met een kapje dat aan het bot wordt vastgeschroefd. Hierna wordt de huid weer dichtgemaakt, en wordt het frame van het hoofd afgehaald. Vanaf het opzetten van het frame tot het plaatsen van de elektroden duurt ongeveer 5 uur.
Het tweede operatie-deel: het plaatsen van een stimulator
Na de eerste operatie is een tweede ingreep noodzakelijk om de neurostimulator (pulsgenerator, een soort pacemaker met batterij) op de borst te plaatsen en met de hersenelektroden te verbinden. Ook dit deel van de ingreep gebeurt onder algehele narcose en duurt gemiddeld 1 uur.
Wanneer uw operatie klaar is belt de neurochirurg uw contactpersoon. Deze krijgt dan informatie over het verloop van de operatie en uw gezondheidstoestand. Uw contactpersoon kan vervolgens familie en vrienden op de hoogte stellen.
Als u goed wakker bent geworden uit de narcose op de uitslaapkamer, gaat u terug naar de afdeling. Hier houdt u de rest van de dag bedrust. Een verpleegkundige controleert regelmatig de bloeddruk en de polsslag. De volgende dag mag u in principe uit bed en op de verpleegafdeling rondlopen. De eerste dagen na de operatie kunt u last hebben van vermoeidheid en/of hoofdpijn. Eén tot drie dagen na de operatie mag u naar huis. De stimulator staat dan nog niet aan.
Na de operatie
Wanneer de elektroden en pulsgenerator zijn geplaatst, wordt de DBS geprogrammeerd. Dit gebeurt ongeveer één tot twee weken na ontslag uit het ziekenhuis, tijdens een poliklinische afspraak van een uur.
Vervolgens worden eventuele aanpassingen aan de DBS gemaakt tijdens poliklinische vervolgafspraken. Het kan daarna soms wel een half jaar tot een jaar duren voordat het optimale effect van uw behandeling is bereikt. U blijft daarnaast onder controle van de psychiater of arts die u naar het AMC heeft verwezen.
Na gemiddeld 1,5 à 2 jaar moet de pulsgenerator vervangen worden. Na de eerste neurostimulator krijgt u een oplaadbare neurostimulator. Deze gaat 15 jaar mee en moet u ongeveer 1x per dag gedurende 30-45 min opladen. Het opladen kan u doen wanneer u rustig zit, bijvoorbeeld tijdens het TV kijken.
Complicaties
De kans op blijvende complicaties is klein. De helft van de patiënten ervaart bijwerkingen die vanzelf weer over gaan. Andere voorkomende bijwerkingen zijn:
- Er bestaat een kans op infectie van het geïmplanteerde materiaal;
- Bij minder dan 2 % van de operaties komen ernstige complicaties voor, zoals een hersenbloeding. Langer verblijf in het ziekenhuis is dan noodzakelijk.
Andere complicaties zijn bijvoorbeeld:
- Tijdelijke gedragsveranderingen (ontremd zijn, minder rekening houden met anderen). Deze gedragsveranderingen zijn bijna altijd terug te draaien door aanpassing van de DBS-instellingen.
- Een verhoogde seksuele behoefte.
- Problemen met denken en geheugen.
Tijdens het neuropsychologisch en psychiatrisch onderzoek, voorafgaand aan de operatie wordt in kaart gebracht of in uw geval het risico op complicaties verhoogd is.