Deze folder is bedoeld voor mensen bij wie de milt door een operatie verwijderd is (bijvoorbeeld na een verkeersongeval), of bij wie de milt door ziekten niet goed meer werkt (bijvoorbeeld sikkelcelziekte).

Wat doet de milt?

De milt is een filter, dat werkt via een uitgebreid netwerk van bloedvaten. Deze bloedvaten staan in nauw contact met cellen van het afweersysteem. Zo worden door de milt allerlei ziekteverwekkers uit de bloedbaan verwijderd.

Zonder milt of bij een slecht werkende milt is de filterfunctie afwezig of afgenomen. Hierdoor kunnen sommige infecties snel levensbedreigend worden.

De belangrijkste veroorzakers van deze infecties zijn:

  • Bacteriën die luchtweginfecties en hersenvliesontsteking kunnen veroorzaken. Dit zijn pneumococcen, meningococcen en Haemophilus influenzae.
  • Ziekteverwekkers die worden opgelopen via dierenbeten.
  • Malaria.
  • Babesiose (een infectie die lijkt op malaria, maar wordt overgebracht door teken, met name in het oosten van de Verenigde Staten en sporadisch in Europa).

Het risico op een gevaarlijk verloop van een infectie is in de eerste 2 jaar na verwijdering van de milt het hoogst, maar ook hierna blijft het risico levenslang verhoogd.

Daarom is het belangrijk dat u zich goed beschermt. Dit kan met algemene maatregelen, vaccinaties en antibiotica.

Algemene maatregelen

  • U en uw naaste omgeving moeten op de hoogte zijn van de risico’s van het leven zonder milt.
  • Vertel uw huisarts dat u geen milt heeft.
  • Draag uw medische informatie bij u (bijvoorbeeld via een plaatje om de hals).
  • Neem extra maatregelen als u op reis gaat (zie verder).

Vaccinaties

Wij raden u de onderstaande vaccinaties aan. Ook een jaarlijkse griepvaccinatie (influenza) is

verstandig. De reden hiervoor is dat bij griep de luchtwegen worden aangetast. Hierdoor is er een verhoogd risico op een infectie met één van de genoemde bacteriën, die altijd in onze direkte omgeving aanwezig zijn.

Vaccinaties

Verwekker

Vaccin

Tijdschema

Pneumococcen

13-valent conjugaat vaccin (PCV-13)

23-valent polysacharidenvaccin

Eenmalig

2 maanden na PCV-13

Herhalen na 5 jaar

Meningococcen

Type B conjugaat vaccin (Bexsero ®)

ACW135Y conjugaat vaccin (Menveo®)

Twee vaccinaties met een interval van 2 maanden

Eenmalig

Haemophilus influenzae

Geconjugeerd Haemophilus type b vaccin

Eenmalig

Influenza

Influenza vaccin

Jaarlijks

Antibiotica

In de eerste 2 jaar na het verwijderen van de milt moet u standaard een antibioticum gebruiken (zie onder). In deze periode is de kans op een levensbedreigend verloop van infecties namelijk het hoogst. Verder moet u direct starten met antibiotica en contact

opnemen met een arts in de volgende gevallen (zie ook onderstaande tabel):

  • Zodra u koorts krijgt (“on demand” gebruik).
  • In geval van een dierenbeet (bijvoorbeeld een hond of een kat).

Antibiotica

Situatie

Middel

Alternatief

Eerste 2 jaar na verwijdering van de milt

Feneticilline 2 dd 250 mg

of 1 dd 500 mg

Azitromycine 3 x per week 250 mg

of

Claritromycine 1 dd 500 mg

“On demand”

Amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®)

3 dd 500/125 mg

Claritromycine 2 dd 500 mg

of

Moxifloxacine 1 dd 400 mg

Bij dierenbeten

Amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®)

3 dd 500/125 mg

gedurende 7 dagen

Clindamycine 3 dd 600 mg

PLUS

Ciprofloxacine 2 dd 500 mg gedurende 5 dagen

Maatregelen bij reizen

  • Bij dierenbeten (door bijvoorbeeld honden of katten) zo snel mogelijk beginnen met antibiotica (zie tabel) en contact opnemen met een arts.
  • Bij reizen naar malariagebieden is een goede bescherming tegen malaria heel belangrijk. Dit kunt u doen door:
    • Tabletten tegen malaria. Bij bepaalde reizen met een extra risico kan zelfs het meenemen van een noodbehandeling voor malaria worden overwogen.
    • Muggenwerende maatregelen
  1. Het dragen van bedekkende kleding.
  2. Het gebruik van een goede insectenwerende lotion (DEET).
  3. Het slapen onder een (geïmpregneerd) muskietennet.
  • Gaat u gaat reizen in een gebied waar malaria voorkomt? Neem dan contact op met het tropencentrum AMC, (of een ander gespecialiseerd centrum) voor een afspraak.
  • Gaat u reizen naar risicogebieden voor Babesiose (met name bosrijke gebieden in het oosten van de Verenigde Staten) ? Dan moet u extra letten op tekenbeten.

Voor meer informatie:

Tropencentrum Amsterdam UMC, locatie AMC

Meibergdreef 9

1105 AZ Amsterdam

Telefoon: 020-56 63800

URL: www.tropencentrum.nl

E-mail: tropencentrum@amsterdamumc.nl