Deze folder informeert u over het (onder de huid) injecteren van het medicijn methotrexaat bij uw kind. Injecteren is het inspuiten van een vloeistof. Stap voor stap leggen wij uit wat u moet doen. We geven aan hoe het medicijn werkt en wat mogelijke bijwerkingen zijn. We bespreken wanneer u niet mag injecteren. We geven aan welke maatregelen u moet nemen als u de injectie vergeet. Ook praktische zaken komen aan de orde. Heeft u vragen over de informatie, stelt u ze gerust aan de arts of verpleegkundig van uw kind.

Wat is de werking van methotrexaat?

Methotrexaat (afgekort: MTX ) is een geneesmiddel dat het afweersysteem onderdrukt en zo ontstekingen remt. Bij jeugdreuma is het afweersysteem “overactief” waardoor er ontstoken gewrichten ontstaan. Met MTX wordt deze afweer minder aktief en wordt door het onderdrukken van de ontsteking schade aan de gewrichten voorkomen. De gewrichten worden minder pijnlijk, stijf en gezwollen. De ziekte wordt geheel inactief of minder actief waardoor de algemene conditie van uw kind verbetert.

Het duurt tussen de vier tot 12 weken, voordat u merkt dat de MTX werkt. Werkt het goed dan kan MTX langdurig gebruikt worden.

MTX helpt ook bij andere aandoeningen zoals uveitis (chronische oogontsteking) en psoriasis.

MTX kan in tabletvorm gebruikt worden. De injectievorm werkt krachtiger dan de tabletvorm en geeft minder maag- en darmklachten. De injectie wordt onder de huid ingespoten, tussen huid en spieren. Van de behandelend arts of verpleegkundige heeft u al mondelinge informatie over MTX gekregen. Misschien gebruikte uw kind al eerder MTX in tabletvorm. MTX in tabletvorm of in injectievorm is een geneesmiddel dat maar één keer per week gegeven wordt.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Regelmatig voorkomende bijwerkingen van de MTX zijn:

Maag- of darmklachten zoals een vol gevoel, misselijkheid, braken, verminderde eetlust en diarree.

Lusteloosheid, vermoeidheid.

Hoofdpijn op de dag van toediening en de dag erna.

Minder voorkomende bijwerkingen

Ontsteking van het mondslijmvlies (zweertjes, ook wel aften genoemd).

Meer vatbaarheid voor infecties en de infecties kunnen langer aanhouden. Vooral een waterpokken infectie kan ernstiger dan normaal verlopen. Neem altijd contact met de poli of dienstdoende kinderart op, wanneer uw kind verschijnselen heeft van waterpokken. De arts kan een middel voorschrijven waardoor de infectie milder verloopt.

Stoornissen in de werking van de lever. Om dit te controleren wordt er regelmatig bloedonderzoek gedaan bij uw kind

Stoornis in de aanmaak van bloedcellen. Hierdoor kunnen infecties optreden. Tevens kan de bloedstolling verstoord zijn waardoor er snel blauwe plekken ontstaan en bijvoorbeeld bloedneuzen (zeldzaam).

Neem direct contact op met de behandelend arts van uw kind of huisarts bij:

Kortademigheid of veel hoesten

Herhaaldelijk een bloedneus.

Snel blauwe plekken krijgen.

Bij ernstige uitdroging (diarree en/of aanhoudend braken).

Bij ziek zijn en koorts boven de 38,5 graden.

Bij waterpokken infectie

Om de kans op bijwerkingen te beperken zijn de volgende instructies belangrijk:

Zorg dat uw kind altijd de foliumzuurtablet inneemt 24 uur na de MTX. Foliumzuur (Vitamine B11) vermindert de bijwerkingen. De arts bepaalt of er een dag per week of meerdere dagen per week een tablet foliumzuur ingenomen moet worden.

Voor de algemene gezondheid wordt geadviseerd het gebruik van alcohol en drugs te matigen en niet te gebruiken onder de 18 jaar. Mits Uw kind ondanks dit advies alcohol drinkt, zorg ervoor dat hij/zij dit met mate doet en niet op de dagen rondom MTX. Alcohol in combinatie met MTX verhoogt de kans op leverfunctiestoornissen.

Houdt u aan de afspraken voor bloedcontrole van uw kind. In de eerste maanden zal er regelmatig bloedonderzoek zijn. Vervolgens elke drie - vier maanden gecombineerd met het controle bezoek aan de arts op de polikliniek.

Als een arts het noodzakelijk acht uw kind met antibiotica te behandelen, meldt u dan altijd dat uw kind MTX gebruikt.

 

Vaccinatie, virussen en bacteriën

Tijdens het gebruik van methotrexaat moet voorzichtig worden omgegaan met vaccinatie met levende, verzwakte virussen en bacteriën. Hieronder vallen vaccinaties tegen bof, mazelen en rode hond (BMR), gele koorts, orale poliovaccin, orale tyfusvaccin en BCG.  Vertel de arts of verpleegkundige die u vaccinaties voorschrijft dat u methotrexaat gebruikt. Indien deze vaccinaties noodzakelijk zijn dient u met de behandelend specialist of verpleegkundig consulent contact opnemen om te bespreken of en wanneer de vaccinatie gegeven kunnen worden.

Alle andere vaccinaties uit het rijks-vaccinatie programma zijn niet levend verzwakt en kunnen dus probleemloos toegediend worden.

Uw kind komt in aanmerking voor de jaarlijkse griepvaccinatie.  Wij adviseren deze te halen.

MTX en andere geneesmiddelen

U kunt MTX niet samen gebruiken met sommige antibiotica, onder andere cotrimoxazol (merknaam Bactrimel ®) of trimethoprim. In tegenstelling tot wat vaak in de bijsluiter staat kunt u MTX wel samen met een nsaid (ontstekingsremmende pijnstiller) gebruiken. De combinatie MTX met een nsaid is bij een ontstekingsziekte door de lage dosering en regelmatige bloedcontroles wel verantwoord te gebruiken.

De huisarts wordt door de kinderarts op de hoogte gehouden van de behandeling van uw kind. Toch is het van belang dat ook u de behandelend artsen op de hoogte houdt van de geneesmiddelen die uw kind gebruikt.

Injectie vergeten?

Als u hier een dag later achter komt, kunt u de injectie alsnog geven. De week erna injecteert u op de gebruikelijke dag.

Wat moet u doen bij lekkage of schade aan de spuit?

Maakt u bij lekkage of schade aan de spuit de verpakking niet open. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw eigen apotheek. De apotheek moet tijdig nieuwe MTX spuiten voor u aanvragen.

Bewaren van MTX

Bewaart u het medicijn buiten het bereik en zicht van kinderen. MTX is houdbaar op kamertemperatuur, beneden de 25 graden. De voorgevulde spuiten moet u in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Gebruikt u de MTX niet meer na de vervaldatum die vermeldt staat op de verpakking. De apotheek levert de MTX injecties voor vier weken tot drie maanden af.

Reizen

Bij reizen dienen de MTX injecties vervoerd te worden bij een temperatuur tussen de 15 en 25 graden. Als u met een vliegtuig reist, neemt u dan de spullen mee in de handbagage. De temperatuur in het bagageruim is vaak erg laag waardoor er kans op bevriezing bestaat.

Zorg voor een geldig medicijnpaspoort (verkrijgbaar bij uw apotheek ) en een Engelstalige brief van de arts/verpleegkundige, dat deze medicijnen met uw handbagage mee moeten worden vervoerd.

Afval

De naaldencontainer kan bij u thuis blijven staan. U moet de container na gebruik altijd sluiten. Als deze vol is kunt u de naaldencontainer bij de apotheek inleveren en verwisselen voor een lege container. Overig besmet afval, zoals gaasjes, kunt u in de afvalzak doen. Deze afvalzak kunt u, mits goed afgesloten, met het gewone afval afvoeren.

Wanneer geen MTX injecteren?

Injecteer nooit:

In verlamde ledematen of ledematen met trombose of oedeem.

In plaatsen met een rode of blauwe verkleuring.

In plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.

In littekenweefsel.

In de buurt van grote bloedvaten.

Binnen een omtrek van drie cm van de vorige injectieplaats. Wissel de plaats van injectie af.

Injecteer nooit als:

Uw kind de volgende verschijnselen heeft: erge keelpijn in combinatie met koorts boven de 38,5C, kortademigheid of veel hoesten, ontstekingen van het mondslijmvlies, herhaaldelijke bloedneuzen en blauwe plekken, bij diarree en braken (uitdroging).

Er een zwangerschap of kinderwens op korte termijn is. Gebruik van MTX is schadelijk voor het ongeboren kind en kan leiden tot een miskraam. Daarom wordt geadviseerd aan vrouwelijke en mannelijke patiënten om voor een betrouwbare anticonceptie te zorgen. Indien er een kinderwens is, moet er gewacht worden tot drie maanden na het laatste gebruik van MTX voordat het risico voor het embryo is geweken.

Als u zelf zwanger bent adviseren we u extra voorzichtig te zijn met het injecteren van MTX bij uw kind. Gebruik altijd handschoenen of laat het injecteren door een ander doen.

Hoe gaat u te werk om de MTX bij uw kind te injecteren?

De volgende materialen heeft u nodig:

    • Een voorgevulde injectiespuit met MTX met naald, of
    • een voorgevulde injectiespuit met MTX waar u zelf de naald op moet zetten of
    • een injectiepen
    • Een alcoholdoekje
    • Een watje of gaasje

De volgende materialen kunt u ook verkrijgen bij de apotheek.

Mogelijk zijn hier voor u kosten aan verbonden.

    • Een pleister
    • Naaldencontainer
    • Afvalzak
    • Niet steriele handschoenen

Hieronder leggen we uit hoe u te werk moet gaan.

Doorloop de volgende punten stap voor stap.

  1. Kies een rustig moment en een rustige omgeving.
  2. Was uw handen.
  3. Verzamel alle benodigdheden en leg deze binnen handbereik.
  4. Haal de Emla pleister (pleister met verdovende zalf) eraf, als uw kind deze gebruikt.
  5. Trek de niet -steriele handschoenen aan.
  6. Controleer de spuit met MTX : naam van uw kind, juiste medicijn, juiste dosering en houdbaarheidsdatum. De vloeistof moet helder geel zijn.
  7. Open de verpakking van de injectiespuit.

Heeft u een kant en klare injectiespuit waar de naald al op zit?

Leg de spuit klaar op een schoon werkveld. De spuit bevat een belletje lucht. Dit niet verwijderen. Deze luchtbel zorgt ervoor dat tijdens het injecteren de volledige hoeveelheid vloeistof uit de injectiespuit gespoten wordt.

Heeft u een injectiespuit, waar u zelf de naald op moet zetten?

Verwijder het dopje van de spuit en doe deze in het afvalzakje.

Draai de naald op de spuit en leg deze weer terug in het bakje. De spuit bevat een belletje lucht. Dit niet verwijderen!

Bepaal de prikplaats. Bij voorkeur afwisselend in linker en rechterbovenbeen en links en rechts onder in de buik. Zie figuur 1.

Figuur 1: De stippen zijn alleen getekend om aan te geven waar gespoten kan worden.

Maak met een gaasje met alcohol de uitgekozen plek schoon.

Verwijder de beschermhoes van de naald en doe deze in de afvalcontainer.

Raak hierbij niet de steriele naald aan. Steriel wil zeggen dat er geen bacteriën aanwezig zijn.

Neem de spuit in de hand en houdt deze vast als een ‘pen’ dus niet met de duim op de zuiger. Pak met uw duim en wijsvinger een huidplooi vast en injecteer de naald in een hoek van 45-90 graden in de huid. Dit is afhankelijk van de grootte van uw kind en de lengte van de naald. Zie figuur 2.

Figuur 2

Ondersteun de naald bij de insteekplaats en spuit met uw andere hand de vloeistof langzaam in.

Trek de naald pas terug nadat alle medicatie geïnjecteerd is. Wacht vijf seconden.

Houd een watje of gaasje op de insteekopening. Niet wrijven over de injectieplaats.

Doe de naald en de spuit in de naaldencontainer.

Plak eventueel een pleister.

Doe het overige afval in de afvalzak en trek uw handschoenen uit.

Was uw handen.

Let op: Wij raden u aan de vloeistof afwisselend in het rechter en het linker bovenbeen of in de buik links en rechts onder de navel in te spuiten.

Maatregelen bij morsen of contact met huid en ogen:

Morst u een beetje vloeistof op uw huid of een ander oppervlak? U kunt dat schoonmaken met een tissue of stukje keukenrol. Wassen met water is dan voldoende. Komen uw ogen in contact met MTX? Houd uw oog open en spoel dan vijftien minuten het oog flink met lauw kraanwater uit. Na het uitspoelen moet u in principe geen last meer hebben van het oog.

Zijn er een uur na het spoelen oogklachten zoals irritatie, zwelling, gevoeligheid voor licht of een tranend oog? Neem dan contact op met uw huisarts.

Heeft u vragen?

Als u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen heeft, neemt u dan contact op met de verpleegkundig consulent kindereuma of de behandelend specialist van uw kind.

U belt naar het afsprakenburo van de kinderpoli tel: 020-5668000, zij verbinden u dan door of plannen een belafspraak in.

U kunt ook een bericht sturen naar uw zorgverlener (reumatoloog of reumaconsulent Ingrid Honkoop) via Mijn Dossier. Niet bij spoed!

Bij problemen buiten kantoortijden en in het weekend kunt u bellen naar Amsterdam UMC, locatie AMC

tel: 020-5669111. U kunt vragen naar de dienstdoende kinderarts.