Een autotransplantatie is het verplaatsen van een gebitselement naar een andere plek in de kaak. Een tand of kies die in ontwikkeling is, wordt verwijderd en op een andere plek in de kaak neergezet, waarna de tand of kies zich verder ontwikkelt en mee met de kaak groeit.
Wanneer doen we een autotransplantatie?
Een autotransplantatie doen we wanneer een tand of kies verloren is gegaan door een ongeluk of niet is aangelegd. We halen een groeiende tand weg van een plek waar hij niet nodig is en verplaatsen deze naar een plek waar een tand of kies ontbreekt. De ruimte die is ontstaan op de plek waar de tand of kies is weggehaald, wordt meestal gesloten door een beugel. Omdat de tand of kies in ontwikkeling moet zijn, is de behandeling het meest geschikt voor kinderen van 11 tot 17 jaar. Dit is afhankelijk van welke tand of kies we verplaatsen.
Voordelen
Een groot voordeel van autotransplantatie is dat het een biologisch eigen tand of kies is die in principe levenslang mee kan gaan. De verplaatste tand of kies is levend waardoor het mogelijk is hem met een beugel te verplaatsen naar een juiste positie in de kaak. Daarnaast blijft het tandvlees intact en lukt het meestal om het golvende patroon van het tandvlees te behouden.
Nadelen
In enkele gevallen komt het voor dat de zenuw in de tand of kies dood gaat of dat er een ontsteking aan de wortelpunt ontstaat. Wanneer dit gebeurt, moet een speciale tandarts (endodontoloog) een wortelkanaalbehandeling uitvoeren. Ook kan het voorkomen dat de tand of kies te stevig vastgroeit, waardoor het soms niet lukt om met een beugel de tand of kies naar de juiste plek te verplaatsen. Dit kunnen we behandelen door de tand of kies los te wiebelen of de tandarts kan de vorm van de tand of kies aanpassen zodat deze ook beter past.
Behandeling
De behandeling vindt onder plaatselijke verdoving of soms onder narcose plaats. Tijdens de behandeling maken we eerst een holletje in de kaak voor de tand of kies die verplaatst wordt. Vervolgens halen we de tand of kies voorzichtig uit de kaak en zetten we hem op zijn nieuwe plek. De verplaatste tand of kies ondersteunen we met oplosbaar hechtmateriaal.
Na de behandeling
Het is in je eigen belang dat je de navolgende informatie goed doorleest en de adviezen nauwkeurig opvolgt. Dit om een spoedig herstel te bevorderen. Uiteraard hoeven de beschreven klachten niet altijd voor te komen.
Koelen met ijs
Na de ingreep kan er zwelling van de wang ontstaan. Zwelling kun je zoveel mogelijk tegengaan door de wang aan de kant van de behandeling de eerste 1,5 uur na de ingreep te koelen met ijs. Dit kun je doen met een coldpack of een washandje met daarin een plastic zakje gevuld met ijs. Ook helpt het om je mond te koelen door bijvoorbeeld het eten van een ijsje.
Nabloeding
Gedurende de eerste dagen kunnen bloedstolsels je speeksel rood kleuren, waardoor het lijkt alsof je een nabloeding hebt. Dit is echter zelden het geval. Bij een nabloeding is er meer bloed dan speeksel in de mond. Mocht dat het geval zijn, dan moet je op de plek waar het bloedt een dubbelgevouwen verbandgaas of zakdoek leggen en 30 minuten dichtbijten. Blijft de wond desondanks bloeden, neem dan telefonisch contact met ons op.
Pijnstillers
Het is normaal dat je pijn hebt na de behandeling. De plaatselijke verdoving is na ongeveer twee tot vier uur uitgewerkt. Je kunt de pijn bestrijden met paracetamol of met een pijnstiller (ibuprofen) die op recept is voorgeschreven. Neem de eerste pijnstiller wanneer de verdoving nog werkt. Gebruik bij pijn de pijnstillers volgens voorschrift. Na twee dagen kun je kijken of de pijn al minder is en de pijnstillers afbouwen. Stop eerst met de ibuprofen, daarna met de paracetamol.
Eten en drinken
Drink de eerste vier uur na de ingreep geen zeer warme of zeer koude dranken. Eet de eerste vier weken na de ingreep geen harde dingen (groene appels, noten, stokbrood) omdat de verplaatste tand of kies nog moet herstellen. We raden een dieet met zachte producten aan.
Mondverzorging
Voor een goede wondgenezing is het belangrijk dat je je mond goed schoon houdt. De dag na de ingreep mag je rustig met een zachte tandenborstel over de verplaatste tand of kies en de hechtingen poetsen. Daarnaast mag je de dag na de ingreep starten met het spoelen van je mond met het voorgeschreven mondspoelmiddel (Chloorhexidine 0,12%). Gebruik het mondspoelmiddel volgens voorschrift.
Hechtingen
De hechtingen lossen vanzelf op. Dit kan wel vier weken duren. Het helpt om elke dag, vanaf de eerste dag na de ingreep, met een zachte tandenborstel over de hechtingen te poetsen.
Antibiotica
Voor de ingreep krijg je een antibioticumkuur voorgeschreven. Maak de antibioticumkuur af en houd je goed aan de voorschriften van antibioticagebruik.
Sporten
De eerste vier weken na de ingreep adviseren we je om voorzichtig te zijn met sporten omdat de verplaatste tand of kies nog kwetsbaar is. Draag je een gebitsbeschermer, zorg dan dat deze zo nodig wordt aangepast.
Beugel
Als je een (nacht)beugel draagt dan is het belangrijk dat de beugel geen contact maakt met de verplaatste tand of kies. Is er wel contact dan moet je de beugel door de orthodontist laten aanpassen voordat je de beugel gaat dragen. Is er met je orthodontist afgesproken dat je na het verplaatsen van de tand of kies een blokjesbeugel krijgt, dan mag dit vanaf vier weken na de behandeling.
Tijdens of na de beugelbehandeling kan - als dat nodig is - de vorm van de verplaatste tand of kies nog aangepast worden.
Nacontrole
Na de ingreep krijg je een afspraak voor een nacontrole voor over 4 weken. De arts onderzoekt dan of de verplaatste tand of kies goed is hersteld.
Vragen
Wanneer je aanhoudende (pijn)klachten hebt en hier vragen over wilt stellen, kun je de polikliniek Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie bellen:
- 020 444 15 59 (tijdens kantooruren, bij voorkeur tussen 08:30-9:30 uur en 13:30-14:30 uur)
- 020 444 44 44 (na 16:45 uur en in de weekenden, vraag naar de dienstdoende MKA-chirurg)
Klachten
Wanneer je klachten hebt over de bejegening door (een van) onze medewerkers laat dat dan weten aan je behandelend arts. Zo’n gesprek kan zeer verhelderend werken. Bovendien is het voor de arts belangrijk te weten, dat je een probleem hebt. Je kunt dan samen zoeken naar een oplossing. Kom je er gezamenlijk niet uit of ben je niet tevreden over het resultaat, dan kun je een afspraak maken met het hoofd van de afdeling. Het telefoonnummer is 020 444 10 23. Desgewenst kunt je ook contact opnemen met de medewerkers van Patiëntenservice Zorgsupport. Zij kunnen je informeren over de klachtenprocedure van Amsterdam UMC.
Het telefoonnummer is 020 444 07 00.