Gelukkig zijn er vrijwel geen risico’s verbonden aan gehoorverbeterende operaties. Bij schoonmakende ooroperaties is het risico op complicaties groter, maar nog steeds erg gering. U moet zich ook bedenken dat de aanwezigheid van een chronische ontsteking in het oor zelf, ook tot (dezelfde) problemen kan leiden (zie cholesteatoom).

Gehoor

Bij elke ooroperatie is er een zeer gering risico (minder dan één procent) op blijvend gehoorverlies door schade van het slakkenhuis. Dit geldt met name in twee situaties:

  • Schoonmakende ooroperaties, waarbij het door het ontstekingsproces moeilijker is een goed overzicht te krijgen in het oor.
  • Bij het met opzet openen van het slakkenhuis, zoals bij een stapedotomie. Het hierdoor ontstane gehoorverlies kan ernstig zijn en is blijvend.

Aangezichtszenuw

Er bestaat ook een kleine kans (minder dan één procent) op een beschadiging van de door het middenoor lopende aangezichtszenuw (de nervus facialis). Deze zenuw zorgt voor de gelaatsexpressie (mimiek). Het gevolg kan een tijdelijke of blijvende halfzijdige aangezichtsverlamming zijn. Om het risico op beschadiging van deze zenuw te minimaliseren wordt gedurende de gehele ingreep (met name bij schoonmakende operaties en cochleaire implantatie) de zenuw door middel van een elektronisch detectiesysteem in de gaten gehouden.

Evenwicht

Omdat het evenwichtsorgaan in het operatiegebied ligt, kunnen er evenwichtsstoornissen optreden. Meestal verdwijnen deze in de loop van de tijd geleidelijk.

Smaakzenuw

Door het middenoor loopt een kleine zenuw (chorda tympani) die de smaak verzorgt van het voorste deel van één zijkant van de tong. Bij operaties in het middenoor kan deze kwetsbare zenuw gedeeltelijk of geheel beschadigen. Er kan bij een gedeeltelijke beschadiging een smaakstoornis ontstaan (in ongeveer 5% van de ooroperaties) die enkele weken aanhoudt. Het is soms nodig de zenuw door te snijden om de ontsteking goed te kunnen verwijderen.

Wanneer de smaakzenuw in zijn geheel beschadigt, zal de smaakstoornis vrijwel altijd geleidelijk binnen vijf tot zeven maanden weer overgaan.

Oorsuizen

Dit valt vaak moeilijk te beïnvloeden door een operatie. Zelden ontstaat er oorsuizen of neemt het oorsuizen toe na een operatie.

Heroperatie

Zowel bij gehoorverbeterende als bij sanerende operaties is het mogelijk dat u nogmaals geopereerd moet worden. De kans van slagen is vaak groot, maar zeker geen 100%. Bij cochleaire implantatie wordt u maar zeer zelden nogmaals geopereerd.

Alternatief

Een alternatief voor een gehoorverbeterende operatie kan een hoortoestel zijn.

Infectie

Zelden treedt er een infectie op na de operatie. Na een aanvankelijk goed herstel wordt dan drie à vier dagen na de operatie het oor dikker en pijnlijker. Neemt u dan, bij voorkeur ’s ochtends, contact op met de (poli) klinische zorgeenheid KNO.