Deze informatie is voor zorgverleners en naasten van patiënten met een verlaagd bewustzijn. U krijgt adviezen over het benaderen en verzorgen van uw patiënt of naaste.

Zorg:

  • Zorg voor een rustige, veilige omgeving (dit betekent geen box).
  • Radio niet als achtergrond gebruiken, maar als doel, met voorkeursmuziek van patiënt, hooguit 2x per dag gedurende 15 minuten.
  • Maximaal 2 bezoekers.
  • Na elk contactmoment een ½ uur rust.
  • Zet betekenisvolle en bekende spullen op de kamer (bijv. eigen parfum, borstel, deodorant, knuffel, kussen, ongewassen T-shirt van dierbare).
  • Hang foto’s op in de kamer van bekende personen, huisdieren, plekken, voorwerpen ect.
  • Bied prikkels gedoseerd aan en langzaam aan. Geef de patiënt veel tijd om de prikkel te verwerken en te reageren.
  • Let op signalen van overprikkeling (o.a. zwaar ademen, transpireren, veel spierspanning, ogen sluiten, stress vlekken).
  • Geef bij lichamelijk contact, diepe druk, met de hele hand, stevige streken.
  • Houd overdag, tijdens de rustmomenten de gordijnen open.

Communicatie:

  • Spreek patiënt aan bij diens voornaam.
  • Noem je naam, wat je komt doen, de dag en de plaats.
  • Praat niet over het hoofd van de patiënt heen. Bespreek de patiënt buiten de kamer!
  • Spreek met een rustige, vriendelijke vloeiende stem.
  • Houd de instructie kort en bondig: liefst gebiedende wijs met een vriendelijke toon “beweeg je been”.
  • Geef feedback op wat je ziet: “je arm beweegt, zie ik”.
  • Zo concreet mogelijk bij het hier en nu van de patiënt aansluiten.
  • Abstracte taal is moeilijk te bevatten.
  • Houd een dagboek bij. Maak foto’s.
  • Schrijf afspraken, gebeurtenissen en andere bijzondere dingen in het communicatieschrift (dit geldt voor familie, vrienden en zorgverleners).