De uitslag van de 20-weken-echo kan u voor moeilijke keuzes plaatsen. Soms zijn afwijkingen goed te behandelen, zoals bepaalde hartafwijkingen. Soms is dat niet zo. Van tevoren is dat niet altijd duidelijk. Ook moet u zich bedenken dat bij de 20-weken-echo (nog) niet alle afwijkingen te zien zijn.
Hier enkele vragen die u kunnen helpen bij het nemen van een beslissing:
- Hoeveel wilt u weten over uw kind voordat het wordt geboren?
- Uit de 20-weken-echo kan blijken dat uw kind mogelijk een lichamelijke afwijking heeft. Wilt u dan wel of geen vervolgonderzoek laten doen?
- Als uit het vervolgonderzoek blijkt dat uw kind inderdaad een lichamelijke afwijking heeft, hoe bereidt u zich hierop voor?
- Stel dat er een ernstige lichamelijke afwijking gevonden is. Hoe kijkt u dan aan tegen het afbreken van de zwangerschap?
Alleen speciaal opgeleide echoscopisten mogen de 20-weken-echo doen. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. De echoscopist maakt een echo van uw kind en neemt de tijd om het hele kind goed te bekijken.
Wat gebeurt er bij de 20-weken-echo?
Bij het maken van de echo ligt u op uw rug. U maakt uw buik bloot. U krijgt wat gel op uw buik. Dit voelt soms een beetje koud aan.
De echoscopist beweegt dan de echokop over uw buik. De echoscopist kan nu uw kind bekijken. U kunt meekijken op een scherm. De echoscopist vraagt ook toestemming voor het doen van een inwendige echo voor het opmeten van de lengte van de baarmoedermond. Een verkorte baarmoedermond kan een verhoogde kans geven op vroeggeboorte. Bij de inwendige echo kan ook nauwkeurig worden gekeken hoe dicht de placenta (moederkoek) bij de baarmoedermond, dat wil zeggen de uitgang van de baarmoeder, ligt. Dit kan belangrijk zijn voor de bevalling.
Het maken van een echo doet geen pijn. Uw kind voelt er niets van en het is niet gevaarlijk voor u of uw kind.
De echoscopist moet zich goed concentreren tijdens het onderzoek. En zelf wilt u ook niet afgeleid worden. Neem daarom geen kinderen mee en zo weinig mogelijk andere mensen (hooguit 1 of 2 personen). Spreektaal tijdens het onderzoek is Nederlands of Engels, bij voorkeur zorgt u zelf voor iemand die kan vertalen, anders is een tolkentelefoon ter beschikking.
De uitslag van de 20-weken-echo krijgt u direct na het onderzoek. Maar wat zegt de uitslag eigenlijk? Bij ongeveer 5 van de 100 zwangere vrouwen ziet de echoscopist iets wat een afwijking kan zijn. Het is niet altijd duidelijk of het echt een afwijking is, hoe erg de afwijking is en wat dit voor uw kind betekent. Meestal krijgt u dan vervolgonderzoek aangeboden. Het is niet mogelijk alle afwijkingen te zien met de 20-weken-echo. Dat betekent dat uw kind toch een afwijking kan hebben als de uitslag goed is.
Wat voor uitslag kunt u krijgen?
- Er zijn geen afwijkingen te zien.
Bij 95 van de 100 zwangere vrouwen ziet de echoscopist geen afwijkingen. Vervolgonderzoek is dan niet nodig.
- De echoscopist wil nog een keer een echo maken.
Het kan zijn dat de echoscopist uw kind niet goed genoeg kan zien. Dat hoeft niet te betekenen dat er iets niet goed is met uw kind. Zo kan het zijn dat het kind niet gunstig ligt. Bij vrouwen die wat zwaarder zijn, is het onderzoek soms lastiger uit te voeren. Bij twijfel vraagt de echoscopist of u terug wilt komen om de echo nog een keer te maken.
- Er is iets afwijkends gezien. Vervolgonderzoek is niet nodig.
Soms ziet de echoscopist iets op de echo waarvan bekend is dat het meestal niet ernstig is. Zoiets verdwijnt vanzelf weer. De echoscopist wil dan wel later in de zwangerschap nog een keer een echo van uw kind maken. Zij controleert dan of het inderdaad verdwijnt.
- Er is iets afwijkends gezien. Vervolgonderzoek is nodig om zekerheid te krijgen.
Het kan ook gebeuren dat de echoscopist iets afwijkends ziet. In dat geval is het nodig verder te onderzoeken wat uw kind precies heeft en wat de gevolgen zijn voor uw kind. Om zekerheid te krijgen, stuurt de echoscopist u door naar de afdeling Prenatale Diagnostiek van het AmsterdamUMC. Kijk voor meer informatie op prenatale diagnostiek: geavanceerd ultrageluid echo.
Wel of geen vervolgonderzoek?
Is er iets afwijkends gezien? En is er vervolgonderzoek nodig om u meer duidelijkheid te geven? Dan zal de echoscopist of uw verloskundige of gynaecoloog altijd uitgebreid met u bespreken welk vervolgonderzoek u kunt krijgen. U bent niet verplicht vervolgonderzoek te laten doen. U mag zelf besluiten niets te doen en de zwangerschap uit te dragen. Als u wel vervolgonderzoek laat doen, beslist u zelf wat u met de uitslag van het (vervolg)onderzoek wilt.
Wat is het vervolgonderzoek?
Het vervolgonderzoek bestaat meestal uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek in een gespecialiseerd ziekenhuis. Uit het vervolgonderzoek kan blijken dat er niets aan de hand is met uw kind. Maar de kans bestaat ook dat het onderzoek aangeeft dat uw kind een aandoening heeft. Lees hier meer over prenatale diagnostiek: geavanceerd ultrageluid GUO echo