Bij uw kind wordt binnenkort een nierbiopsie verricht. Dit is een onderzoek waarbij een stukje weefsel uit de nier wordt weggenomen. Microscopisch onderzoek van dit stukje weefsel kan eventuele afwijkingen aan het licht brengen.

Voor de biopsie is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Uw kind wordt de dag vóór of op de ochtend van de biopsie opgenomen. Na de biopsie blijft uw kind nog één nacht in het ziekenhuis voor observatie.

Voorbereiding

Voordat de biopsie plaatsvindt, wordt op de opnameafdeling of tijdens een afspraak op de polikliniek, onderzoek gedaan naar de bloedstolling. Soms zijn bepaalde medicijnen nodig om de bloedstolling te verbeteren. In dat geval kan het zijn dat de biopsie uitgesteld moet worden.

De nierbiopsie kan op verschillende locaties uitgevoerd worden:

  • Op de afdeling MPU. Dit is een speciale afdeling op de afdeling Intensive Care voor kinderen waar kleine verrichtingen plaatsvinden. Uw kind krijgt dan kortdurend een roesje waardoor uw kind niets van de biopsie merkt.
  • Op de afdeling Interventieradiologie. Uw kind krijgt dan een plaatselijke verdoving en/of een roesje.
  • Op de operatiekamer. De biopsie gebeurt dan terwijl uw kind onder narcose is.

De kindernefroloog zal vooraf aangeven waar de nierbiopsie van uw kind plaatsvindt. In de meeste gevallen is dit op de MPU. Voor zowel de narcose als het roesje moet uw kind nuchter zijn. U krijgt hier aparte instructies over.

Het onderzoek

De nierbiopsie wordt uitgevoerd door een interventieradioloog. Wanneer de biopsie plaatsvindt op de MPU is er vaak ook een arts(-assistent) van de kindernefrologie aanwezig.

De interventieradioloog zal onder echogeleiding een holle naald, door de huid, in de nier inbrengen. Door die naald wordt een dun stukje nierweefsel naar buiten gehaald. Dit stukje weefsel wordt in het laboratorium onderzocht op afwijkingen.

Na het onderzoek

Als uw kind weer goed wakker is uit de narcose/het roesje, mag uw kind direct weer iets drinken. Uw kind blijft nog wel aan het infuus dat voor de biopsie is ingebracht. Dit infuus zorgt ervoor dat uw kind voldoende vocht krijgt.

De eerste 6 uur moet uw kind bedrust houden. Daarnaast zal bij uw kind de eerste 6 uur vaak de bloeddruk, hartfrequentie en pijnscore gecontroleerd worden. Na deze 6 uur worden de controles iets minder vaak gedaan. Ook zal de verpleegkundige de hoeveelheid en kleur van de urine goed in de gaten houden.De plas van uw kind kan wat roze verkleurd zijn. Dit is normaal en kan nog een paar dagen aanhouden.

De dag na de biopsie mag uw kind weer naar huis. Voor de uitslag van het onderzoek wordt een afspraak gemaakt met de kindernefroloog. De uitslag is er meestal binnen één week.

Belangrijke informatie voor na het ontslag uit het ziekenhuis

Uw kind mag de eerste week na de biopsie niet rennen of sporten.

Wanneer uw kind koorts krijgt, niet meer kan plassen of wanneer er helder rood bloed of bloedstolsels in de urine zitten neemt u direct contact op met het ziekenhuis.

Bij pijn mag u uw kind alleen paracetamol geven; andere pijnstillers zijn niet toegestaan. Indien paracetamol niet voldoende helpt neemt u contact op met het ziekenhuis.

Contact met het ziekenhuis

Bij spoedeisende zaken:

Tijdens kantooruren: 020-5668000

Buiten kantooruren: 020-5669111, vragen naar de dienstdoende kinderarts

Bij niet-spoedeisende zaken kunt u uw vraag stellen via MijnDossier (hierbij kan het enkele dagen duren voor u antwoord krijgt). U kunt ook tijdens kantooruren bellen met de kinderpolikliniek:

020-5668000