Dit is de folder met uitleg over de Diagnostische laparoscopie. Bij u is maagkanker of slokdarmkanker op de overgang naar de maag, geconstateerd. Voorafgaand aan de behandeling is het nodig om meer informatie te krijgen over de tumorgrenzen en met name is het belangrijk om te weten of de tumor uitgezaaid is naar het buikvlies. Daarvoor is een kijkoperatie nodig. In deze folder leest u wat u van het onderzoek kunt verwachten.

Diagnostische laparoscopie

Een diagnostische laparoscopie wordt ook wel een kijkoperatie genoemd. Deze operatie, is bedoeld om nader onderzoek te doen voorafgaand aan de behandeling bij maagkanker - en bij slokdarmkanker op de overgang naar de maag.

Bij een laparoscopische operatie worden kleine sneetjes in de buik gemaakt waar de instrumenten door naar binnen gebracht worden. In vergelijking met een ‘gewone’ operatie treedt minder prikkeling van het buikvlies op en gaan de darmen sneller weer werken. Door de kleinere sneetjes treedt minder vaak wondpijn op. Hierdoor is het verblijf in het ziekenhuis kort en gaat het herstel thuis doorgaans snel.

Voor de ingreep

Voor de ingreep bent u nuchter. Dit betekent:

  • Tot 6 uur voor de operatie:
  • U mag licht verteerbaar eten en drinken.
  • Vanaf 6 uur voor de operatie:
  • U mag niets meer eten.
  • Drinken, dit mag wel:
  • water, heldere appelsap, aanmaaklimonade, thee of koffie zonder melk (mag met zoetjes of suiker).
  • Drinken, dit mag niet:
  • melk, melkproducten, koolzuurhoudende dranken of alcohol.
  • Vanaf 2 uur voor de operatie:
  • U mag niet meer eten en drinken.
  • Als u vooraf rustgevende medicatie krijgt, mag u die met enkele slokjes water innemen.

U meldt zich op de dag van de operatie op de afdeling die u te horen hebt gekregen van de planningsfunctionaris. De verpleegkundige ontvangt u op de afdeling en uw dossier wordt nagekeken en zo nodig worden er nog vragen gesteld ter controle en aanvulling. U wordt naar de operatieafdeling (de holding) gebracht. Daar wordt u verder klaar gemaakt voor de operatie.

U wordt naar de operatiekamer gebracht en daar brengt de anesthesist u onder narcose.

De chirurg maakt een paar kleine sneetjes in de buik. Via deze sneetjes brengt deze kleine buisjes in. Hierdoor wordt een camera de buik ingebracht en instrumenten. Daarna wordt met koolzuurgas de buik opgeblazen. Hierdoor kunnen de organen in de buikholte beter bekeken worden. Ook verkleint het de kans op verwonding van darmen of bloedvaten.

Tijdens deze inspectie van de organen kan de chirurg de tumor goed bekijken en een inschatting maken welke operatie uitgevoerd moet worden na de voorbehandeling met chemo en/of radiotherapie.

Wat met name belangrijk is om te bekijken is het buikvlies. Als hier uitzaaiingen op te zien zijn is dit belangrijk voor het behandelvoorstel.

Er wordt gespoeld in de buik en vloeistof hiervan wordt door de patholoog anatoom bekeken. Ook hier wordt gekeken naar tumorcellen. Als afsluiting van deze operatie worden de instrumenten weer verwijderd en de kleine gaatjes worden gehecht.

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. U blijft daar tot u goed wakker bent en dan komen de verpleegkundigen van de afdeling u halen. Daar kunt u beginnen met drinken en ook iets te eten. Meestal kunt u op dezelfde dag weer naar huis. Dit is afhankelijk van het tijdstip van de ingreep. Vaak kunt u pas aan het eind van de dag naar huis als de chirurg bij u langs is geweest om de bevindingen mee te delen. U zult begrijpen dat u zelf geen auto mag rijden.

Herstel

Pijn

De eerste dag na de operatie kunt u last hebben van pijn tussen de schouderbladen en nek. Dit komt door iets achtergebleven gas in de buik. Het lukt niet om alle gas te verwijderen. Het achtergebleven gas wordt vrij snel in het bloed opgenomen en via de longen uitgeademd. Op dat moment vermindert de pijn tussen de schouderbladen.

Ook kunt u nog een paar dagen last hebben van buikpijn. Zo nodig kunt u 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg nemen.

Vermoeidheid

Door de narcose kunt u een paar dagen last hebben van sufheid. Dit verdwijnt vanzelf.

Wondjes

De wondjes genezen binnen een week. De sneetjes laten hele kleine littekens achter die na verloop van tijd nauwelijks meer te zien zullen zijn.

De uitslag

De uitslag van de scopie en de uitslag van het spoelvloeistof wordt besproken met u op het eerstvolgende poli-bezoek na het Multi Disciplinair Overleg. Hierin wordt het behandelplan vastgesteld en tijdens het polikliniek bezoek met u besproken. Wanneer u de voorbehandeling voor een operatie gaat ontvangen in het verwijzende ziekenhuis, zullen deze gegevens zo snel mogelijk aan hen meegedeeld worden zodat zij een afspraak met u kunnen maken voor het starten van de voorbehandeling.

Na de voorbehandeling

De GIOCA verpleegkundig consulenten houden contact met u, ook als u elders de voorbehandeling krijgt, over de periode na de voorbehandeling. Zij plannen voor u de controle scan na de voorbehandeling. Daarna wordt u uitgenodigd om op de polikliniek te komen en zult u bij de verpleegkundig specialist en de chirurg komen om uitleg te krijgen over de operatie.

Contact gegevens

Secretariaat Heelkunde: (020) 444 47 81/45 35

Ziekenhuis, zorgeenheid 6B: (020) 444 22 60

Centrale nummer van het ziekenhuis: (020) 444 44 44

Polikliniek Heelkunde Anesthesiologie: (020) 444 11 00

Verpleegkundig telefonisch spreekuur

Voor een medisch-inhoudelijke vraag voor de verpleegkundig consulent kunt u contact opnemen met het algemene nummer: 020 – 444 11 00 (met doorkiesnummer 1, 1 en 1).

Van maandag tot en met vrijdag van 10 tot 12 uur is de verpleegkundig consulent bereikbaar tijdens een verpleegkundig spreekuur waarvoor u een terugbelafspraak krijgt.

Of u stelt uw vraag per e-mail: giocaverpleegkundige@amsterdamumc.nl.

Graag in de e-mail uw patiëntennummer noteren.