Een implantaat is een voorwerp dat in het lichaam geplaatst wordt. In het geval van een beengeleiding hoorimplantaat betreft het een apparaat dat geluiden doorgeeft aan het slakkenhuis middels het in trilling brengen van de schedel . Er zijn verschillende soorten hoor-implantaten. Welk implantaat voor u geschikt is hangt af van de soort en de ernst van het gehoorverlies. Deze folder gaat over een beengeleider hoortoestel, ofwel Bone Conduction Device (BCD) geplaatst op een klein titanium schroefje in de schedel achter het oor.

Bone Conduction Device (BCD)

Een beengeleidingshoortoestel wordt op een titanium schroefje geplaatst in de schedel achter het oor. Het geeft geluid door via een titanium implantaat aan de schedel en daarmee aan uw slakkenhuis. Dit implantaat plaatsen we achter uw oor en steekt een klein stukje door de huid, zodat u hierop het beengeleidingshoortoestel kunt bevestigen. Voor meer informatie over de werking verwijzen wij u naar de websites (Cochlear en Oticon medical) van de bedrijven die deze implantaten maken.

Wanneer kom ik in aanmerking voor een BCD?

Wanneer uw oor een normaal hoortoestel niet goed kan verdragen kan voor deze oplossing gekozen worden. Andere redenen om voor dit type hoortoestel te kiezen kan zijn dat u geen

gehoorgang heeft of dat u aan één kant doof bent. Kinderen onder de vier jaar kunnen gebruikmaken van een Softband. Dit is een elastieken haarband waaraan het hoortoestel is bevestigd. Een BCD wordt pas na het vierde levensjaar geplaatst.

Hoe wordt een BCD geplaatst?

Het plaatsen van een BCD gebeurt doorgaans in dagbehandeling onder lokale verdoving. In overleg met uw KNO arts is plaatsing onder een narcose ook mogelijk. Er wordt een snee (2-3 cm) gemaakt in de huid, juist achter/boven het oor. Het titanium implantaat wordt in het schedelbot achter het oor bevestigd en bestaat uit een schroef en een verbindingsstuk. Het verbindingsstuk zal permanent door de huid steken. De operatie duurt ongeveer een uur en is weinig belastend.

Bij kinderen kan er voor worden gekozen de operatie in twee fasen uit te voeren. Tijdens de eerste fase wordt de schroef onder de huid in de schedel geplaatst, maar steekt het niet door de huid heen. Als de schroef na 2-3 maanden is vastgegroeid, wordt het verbindingsstuk (dat door de huid steekt) bevestigd. De reden voor het in twee fasen uitvoeren van de operatie bij kinderen is dat het implantaat zo beter in de schedel kan vast groeien. De schroef kan bij kinderen namelijk makkelijker los raken, omdat kinderen zachter bot hebben.

Complicaties

Zoals bij iedere operatie kunnen ook bij een BCD-operatie complicaties optreden; een infectie of onverwachte bloeding. Ook op langere termijn kunt u infecties rond het implantaat oplopen. U wordt dan ook geadviseerd de huid rond het implantaat dagelijks te verzorgen. In een enkel geval kan een ernstige infectie leiden tot uitval van het implantaat en zal het implantaat in een nieuwe operatie herplaatst moeten worden.