U ondergaat binnenkort een behandeling waarbij uw mediane of laterale halscyste (met vocht gevulde holte) gedeeltelijk of in zijn geheel wordt behandeld door een radioloog met ethanolablatie.Uw KNO-arts/Hoofd-hals chirurg heeft u hier al iets over verteld. In deze folder leggen wij u uit hoe de behandeling en de nazorg verlopen. Het gaat hier over de algemene gang van zaken, het is mogelijk dat in uw geval hiervan enigszins wordt afgeweken.

U mag na deze behandeling niet zelf autorijden, laat u daarom ophalen of begeleiden.

Ethanolablatie

Bij een ethanolablatie prikt de radioloog de mediane of laterale halscyste aan en wordt het vocht eruit verwijderd (opgezogen). In de holte spuit de radioloog vervolgens ethanol (alcohol).

Deze ethanol heeft een bijtende werking, waardoor de vochtproductie stopt en de wanden aan de binnenzijde van de cyste aan elkaar zullen kleven.

Poliklinische voorbereiding

  • Indien u in aanmerking komt voor behandeling van de mediane of laterale halscyste, komt u naar de polikliniek KNO / Hoofd-hals chirurgie (receptie S).
  • De KNO-arts / Hoofd-hals chirurg bespreekt met u voor welke behandeling u in aanmerking komt en wat u hiervan kunt verwachten.
  • Het is belangrijk dat u aan uw KNO-arts / Hoofd-hals chirurg vertelt welke medicatie u gebruikt, of u allergieën heeft en of u rookt en/of alcohol gebruikt.
  • Om de behandeling veilig te kunnen uitvoeren, is het belangrijk dat uw bloedstolling goed werkt. Indien u bloedverdunners gebruikt, zoals acetylsalicylzuur, Pradaxa, Xarelto of Eliquis, acenocoumarol/fenprocoumon (trombosedienst) of heparinespuitjes, wordt deze medicatie meestal een aantal dagen onderbroken in verband met het bloedingsrisico. Wilt u uw KNO-arts/ Hoofd-hals chirurg hiervan op de hoogte stellen? Kort voor de behandeling wordt op indicatie met bloedonderzoek vastgesteld of de stolling voldoende is.
  • Ook adviseren we u op de dag van het onderzoek geen pijnstillers te gebruiken. Paracetamol is wel toegestaan.
  • In de loop van 4 tot 6 weken kunt u een oproep verwachten voor de ethanolbehandeling. Van het planbureau krijgt u bericht hoe laat u wordt verwacht op de afdeling kort verblijf, 1e verdieping van het ziekenhuis (afdeling 1B).
  • Bij vragen over de planning kunt u bellen met (020) 444 4200.

Zwangerschap en borstvoeding

Bij voorkeur wordt er geen mediane of laterale halscyste ethanolablatie verricht tijdens de zwangerschap of in de periode dat u borstvoeding geeft.

Voor de behandeling

  • U wordt kortdurend opgenomen op afdeling 1B - kort verblijf. Voor de behandeling hoeft u niet nuchter te zijn.
  • U mag geen sieraden dragen. Uw ondergoed mag u aanhouden, de bovenkleding kleding moet uit.
  • U krijgt van de verpleegkundige een blauw operatiejasje met drukknopen, dat u tijdens de behandeling kunt dragen.
  • In uw bed wordt u naar de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde gebracht voor de behandeling.

Ethanolablatiebehandeling

  • Voor de ethanolablatiebehandeling ligt u op een onderzoekstafel, met uw hoofd iets achterover. Met behulp van echografie bepaalt de radioloog de exacte plaats van de mediane of laterale halscyste. De huid rond de prikplek wordt schoongemaakt, ontsmet en afgedekt met steriele doeken. Rondom de mediane of laterale halscyste spuit de radioloog een verdovingsmiddel in.
  • De radioloog prikt de cyste met een holle naald aan zodat het vocht uit de cyste kan worden gehaald waarna de cyste met water wordt gespoeld. Via dezelfde naald spuit de radioloog nu ethanol (alcohol) in de holte, wat ongeveer 10 minuten in de cyste wordt gelaten en daarna wordt opgezogen. Daarna wordt de naald verwijderd en wordt de punctieplek goed afgedrukt en daarna afgedekt met een pleister.
  • Om nabloeden te voorkomen, moet u gedurende een half uur zelf met een platte hand en gestrekte vingers op de prikplek drukken. De radioloog legt u uit hoe u dit moet doen.
  • De behandeling duurt ongeveer 45 minuten.

Na de behandeling

  • U wordt na afloop van de behandeling in uw bed teruggebracht naar de verpleegafdeling.
  • Meestal is het nodig dat u na afloop 1 uur blijft. De verpleging bespreekt met u wanneer u naar huis mag.
  • Ook adviseren wij u in de eerste uren na afloop van het onderzoek geen alcohol te gebruiken, omdat de behandeling het effect van alcohol kan versterken en u daardoor suf kunt worden.
  • Omdat er in uw hals geprikt is, kan dit na afloop pijnlijk zijn. Er ontstaat zeer waarschijnlijk een blauwe plek door de punctie. Dit is normaal. Eventueel kunt u na afloop van de behandeling paracetamol innemen tegen de pijn. De pleister mag u na 24 uur verwijderen.
  • Wij adviseren u tot 48 uur na de punctie rustig aan te doen, niet te sporten en niet zwaar te tillen om het risico op nabloeden zo klein mogelijk te houden. Ook het masseren van de punctieplek raden wij u af.

Complicaties

Ondanks de goede zorgen kan er toch een complicatie optreden. Algemene complicaties van elke behandeling zijn nabloeding en infectie.

Indien u thuis ernstige pijn krijgt, duizelig wordt, een grote bloeduitstorting krijgt,

u zich niet goed voelt of zich benauwd voelt en u het vermoeden heeft dat dit met de behandeling te maken heeft, neemt u dan direct contact met op met de afdeling KNO- Hoofd-halschirurgie van Amsterdam UMC, locatie VUmc.

Tijdens kantooruren kunt u rechtstreeks contact opnemen met de polikliniek KNO / Hoofd-hals chirurgie, receptie S, 2e verdieping polikliniek, (T: (020) 444 1140). Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp (T: (020) 444 3636).

Nazorg op de polikliniek

  • Uw KNO-arts / Hoofd-hals chirurg krijgt van de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde een verslag over het verloop van de procedure.
  • Na 3 en 12 maanden wordt er een echo van de hals gemaakt.
  • 1 tot 2 weken en 3 en 12 maanden na de behandeling komt u terug bij uw KNO-arts / Hoofd-hals chirurg om eventuele klachten en de uitslag van de behandeling en de echo te bespreken. Wanneer u tussen de controles door nieuwe klachten ervaart kunt u eerder contact opnemen met uw behandelend KNO arts.
  • Indien alles goed verloopt, kunt u na een afsluitende telefonische afspraak na 12 maanden uit controle ontslagen worden.

Vragen

Deze informatie is bedoeld als aanvulling op het gesprek dat u heeft gehad met uw KNO-arts / Hoofd-hals chirurg. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met: polikliniek KNO / Hoofd-hals chirurgie, receptie S, 2e verdieping polikliniek, (T: (020) 444 1140.

of met:

afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde (T: (020) 444 4200)

E: halscysten@amsterdamumc.nl

Als u vragen heeft over de planning van de opname kunt u contact opnemen met de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde (T: (020) 444 4200).