In deze folder leest u wat vaccineren is, wanneer uw kind kan worden gevaccineerd en tegen welke kinderziekten. U ziet het vaccinatieprogramma en leest welke bijwerkingen uw kind kan krijgen. Hieronder geven wij ook informatie over vaccineren bij uw premature kind.

Wat is vaccineren?

Vaccineren heet ook wel inenten. Uw kind krijgt een aantal prikken (vaccins) die hem of haar zo goed mogelijk beschermen tegen ernstige infectieziekten.

Waarom is vaccineren belangrijk?

Vaccinaties moeten besmettelijke ziekten verminderen of zelfs uitroeien. In het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) worden alle kinderen in Nederland gevaccineerd tegen een aantal ziekten. Deze vaccinaties zijn vrijwillig en gratis.

Wel of niet vaccineren?

Alle vaccinaties van het RVP verkleinen de kans op de ziekte waartegen ze bedoeld zijn. Of ze maken het verloop van de ziekte veel milder. Er is ook een kleine kans op bijwerkingen van vaccineren, maar de risico's van niet vaccineren en dan ziek worden, zijn groter. Daarom adviseren wij om uw kind wel te laten vaccineren.

Prematuren en vaccineren

Prematuren zijn baby’s die te vroeg geboren zijn, minder dan 37 weken zwangerschap. Juist zij zijn kwetsbaarder dan baby’s die op tijd geboren (voldragen) zijn en hebben daarom vaccinaties hard nodig. Prematuren hebben minder antistoffen van de moeder meegekregen omdat het opbouwen van antistoffen toeneemt naarmate de zwangerschap toeneemt.

Wanneer krijgen prematuren vaccinaties?

Prematuren krijgen, anders dan de meeste op tijd geboren baby’s, hun eerste vaccinatie al bij 2 maanden. Dit komt omdat de kinkhoestvaccinatie die moeder heeft gehad, nog niet genoeg heeft gewerkt ten tijde van de bevalling. Soms besluit de arts van het consultatiebureau of specialist het kind later te vaccineren.

Tegen welke ziekten wordt uw kind beschermd?

Hieronder leest u de verschillende (kinder)ziekten. Ieder kind reageert anders. Het ene kind kan er erg ziek van worden, terwijl een ander kind weinig last heeft van kinderziekten.

Bof

Bof kan zo licht verlopen dat de ziekte bijna niet wordt opgemerkt. Bof is een ziekte van de speekselklieren, veroorzaakt door het bofvirus. De bof begint vaak met koorts en een pijnlijke dikke wang. De wang wordt dik door een ontsteking van de speekselklier bij het oor. De andere wang kan ook dik worden en er kan oorpijn optreden. Meestal verdwijnt de dikke wang binnen 2 weken. Bij heel jonge kinderen komt hersenvliesontsteking soms voor. Heel soms ontstaat bij jongens aan één kant een zaadbalontsteking. Bij de bof krijgen volwassenen mannen vaker een zaadbalontsteking, meestal aan één kant. Hierdoor kan de vruchtbaarheid verminderen. Voor de bof is geen behandeling mogelijk.

Difterie

Difterie is een acute infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie (difteriebacil), die een giftige stof produceert. Verschijnselen zijn ernstige keelontsteking, wat verstikkingsgevaar kan veroorzaken. Ook kan deze bacterie het hart en het zenuwstelsel aantasten.

Hepatitis B

Hepatitis B (= HepB) is een ontsteking van de lever, veroorzaakt door een virus. Soms gaat die ontsteking niet meer weg. Hierdoor kan de lever ernstig beschadigen en ontstaat leverfalen. Uw kind kan hierdoor later leverkanker krijgen en hieraan zelfs overlijden.

Hib-ziekten

Hib-ziekten worden veroorzaakt door de bacterie Haemophilus influenza type b, . Deze ziekten kunnen levensbedreigend zijn.

Deze ziekten zijn:

  • hersenvliesontsteking;
  • strottenklepontsteking (hierdoor kan een patiënt stikken);
  • longontsteking;
  • gewrichtsontsteking;
  • bloedvergiftiging.

Kinkhoest

Kinkhoest is zeer besmettelijk en vooral gevaarlijk voor nog niet gevaccineerde baby’s. De kinkhoestbacterie wordt door hoesten overgebracht en veroorzaakt weken tot maanden heftige hoestbuien. Deze hoestbuien kunnen zeer uitputtend zijn. Kinkhoest kan blijvende schade aan de longen veroorzaken en bovendien hersenafwijkingen. Kinderen kunnen er zelfs aan overlijden. Sinds 2019 krijgen zwangere vrouwen hier ook een vaccinatie voor.

Mazelen

Van mazelen kan je een witte uitslag krijgen in de mond en een fikse verkoudheid. Een kind kan erg ziek zijn door de mazelen, met zeer hoge koorts en huiduitslag. Maar ook kan mazelen ernstige complicaties geven, zoals longontsteking en hersenontsteking. Er zijn kinderen die aan de complicaties van mazelen zijn overleden.

Volwassenen die niet zijn gevaccineerd en in hun jeugd geen mazelen hebben gehad, zijn wel vatbaar voor mazelen. De complicaties van de mazelen zijn dan ook groter. Voor mazelen is geen behandeling mogelijk.

Meningokokken ACWY

Meningokokken zijn bacteriën die hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging kunnen veroorzaken, wat in het algemeen een zeer ernstig verlopend ziektebeeld geeft. Klachten die hierbij horen zijn koorts en/of hoofdpijn, braken en soms pijn in de nek. Soms ontstaan er hierbij ook rode, niet weg te drukken vlekjes op de huid. Deze worden veroorzaakt door onderhuidse bloedingen. Kinderen kunnen overlijden of ernstige (blijvende) gevolgen ondervinden van deze infectie. Er zijn 4 types meningokok waartegen gevaccineerd wordt: A, C, W en Y.

Pneumokokken

Pneumokokken zijn bacteriën, die hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging, longontsteking, bronchitis of middenoorontsteking kunnen veroorzaken. Hier kan uw kind blijvende schade aan overhouden, zoals bijvoorbeeld:

  • epilepsie;
  • doofheid;
  • een verstandelijke achterstand;
  • groeistoornissen;
  • infectie van de ledematen waardoor amputatie van arm of been soms onvermijdelijk is.

Uw kind kan aan de pneumokokken overlijden. Er bestaan 92 typen pneumokokken. Tegen 10 veelvoorkomende daarvan is een vaccin ontwikkeld.

Polio

Polio heet ook wel kinderverlamming. Het is een maagdarminfectie die kan leiden tot ernstige verlammingsverschijnselen of zelfs overlijden.

Rode hond

Rode hond is een besmettelijke ziekte. De volgende symptomen kunnen aanwezig zijn:

een vlekkerige, rozerode huiduitslag; beginnend in het gezicht en snel uitbreidend naar bovenlijf, armen en benen. Bij oudere kinderen en volwassenen ontstaan ook griepachtige verschijnselen en opgezette lymfeklieren achter het oor en in de nek.

Een besmette moeder kan via de placenta (moederkoek) haar ongeboren kind besmetten. Raakt een moeder in de eerste drie maanden van haar zwangerschap besmet met rode hond, dan is er een grote kans op aangeboren afwijkingen van de baby zoals hartafwijkingen, oogafwijkingen, botafwijkingen, slechthorendheid en doofheid, groeiachterstand, bloedplaatjestekort, hersen- of zenuwstelselafwijkingen, afwijkingen aan de urinewegen.

Deze infectie kan ook lijden tot een miskraam. Ook besmetting met rode hond later in de zwangerschap kan schade geven bij het ongeboren kind. Meestal gaat het dan om een ontwikkelingsachterstand of afwijkingen in het afweersysteem.

Tetanus

Bij tetanus kunnen de spieren verkrampen. De spieren die uw kind gebruikt om te slikken en adem te halen, kunnen ook verkrampen. Uw kind kan dan stikken. Uw kind kan tetanus krijgen door een beet van een dier of als er straatvuil in de wond komt. Mensen kunnen elkaar niet met tetanus besmetten.

Baarmoederhalskanker

Baarmoederhalskanker wordt altijd veroorzaakt door het Humaan PapillomaVirus (HPV).

Deze vaccinatie wordt standaard alleen aan meisjes toegediend. Omdat ook andere vormen van kanker mogelijk zijn door HPV, zoals anus- of peniskanker, kunnen jongens deze vaccinatie bij de huisarts krijgen.

Er zijn veel verschillende varianten van dit virus. Het HPV-vaccin beschermt tegen twee varianten die samen 70% van alle gevallen van baarmoederhalskanker veroorzaken.

Meer informatie over baarmoederhalskanker leest op de website www.rivm.nl .

Vaccinatieprogramma, hoe ziet dit eruit?

Het Rijksvaccinatieprogramma is opgedeeld in 4 fasen naar leeftijd:

  • Fase 1: kinderen van 0 tot 14 maanden.
  • Fase 2: als kinderen 4 jaar oud zijn.
  • Fase 3: als kinderen 9 jaar oud zijn.
  • Fase 4: Als kinderen 12 tot 14 jaar oud zijn

Het is belangrijk dat het Rijksvaccinatieprogramma wordt afgemaakt, hierdoor krijgt uw kind volledige bescherming. Soms past de arts van het ziekenhuis of het consultatiebureau dit programma aan.

Vaccinatieschema:

Fase

leeftijd

Prik 1

Prik 2

Fase 1

2 maanden*

DKTP-Hib-HepB

3 maanden

DKTP-Hib-HepB

Pneu

5 maanden

DKTP-Hib-HepB

Pneu

11 maanden

DKTP-Hib-hepB

Pneu

14 maanden

BMR

MenACWY

Fase 2

4 jaar

DKTP

Fase 3

9 jaar

DTP

BMR

Fase 4

12 jaar (meisjes)

HPV (2 prikken met 6 maanden interval)

14 jaar

MenACWY

*deze vaccinatie geldt alleen indien moeder tijdens de zwangerschap géén kinkhoestvaccinatie tussen 13 en 35 weken zwangerschap heeft gehad, het kind prematuur (<37 weken zwangerschapsduur) geboren is of moeder en/of kind een aandoening heeft waarbij het immuunsysteem niet goed functioneert.

De vaccinaties, welke zijn dat?

  • DKTP-Hib-HepB (difterie, kinkhoest, tetanus, polio- haemophilus influenza type b-HepatitisB)
    Deze vaccinatie beschermt tegen zes ernstige infectieziekten. Omdat deze infectieziekten juist voor hele jonge kinderen gevaarlijk zijn, moeten zij zo snel mogelijk beschermd worden. Het is nodig de inentingen meerdere keren te geven.
  • Pneu (pneumokokken)
  • BMR (Bof, mazelen, rode hond)
    Het BMR-vaccin is een verzwakt levend vaccin, Het bevat bof-, mazelen- en rode hond-virussen, die wel een goede afweerreactie tegen de ziekte kunnen opwekken, maar niet de ziekte zelf kunnen veroorzaken.
  • MenACWY (Meningokokken A, C, W en Y)
  • HPV (Humaan Papillomavirus)

Wie geeft de vaccinaties?

De vaccinaties op de leeftijd van 0 – 4 jaar worden meestal door artsen en verpleegkundigen op het consultatiebureau verzorgd.

Van 4 – 19 jaar krijgen kleuters en schoolkinderen de vaccinaties via de GGD of via Centrum voor Jeugd en Gezin.

Bij kinderen die na de geboorte lange tijd in het ziekenhuis opgenomen zijn, bijvoorbeeld veel te vroeg geboren baby’s, krijgen de eerste vaccinatie vaak in het ziekenhuis.

Van welke bijwerkingen van vaccinaties kan uw kind last hebben?

De eventuele bijwerkingen van een vaccinatie hangen af van het soort vaccin, de dosering en of het een eerste dosis of een latere betreft.

  • BMR
    De meest voorkomende bijwerkingen zijn koorts, hangerigheid en/of uitslag. Bijwerkingen beginnen pas 5 tot 12 dagen na de prik. Op de plek van vaccinatie kan er een branderig gevoel ontstaan en soms een soort van muggenbultachtige zwelling. Een heel enkele keer kan er een tekort aan bloedplaatjes optreden. Zelden ontstaan er gewrichtsklachten, vooral bij oudere meisjes. Chronische gewrichtsklachten of ziektebeelden als reuma zijn niet het gevolg van de vaccinaties. Allergische reacties worden er niet gezien, er wordt geen gebruik gemaakt van kippeneieren.
  • DKTP-Hib-HepB/Pneu
    Verschijnselen rond de prikplek (pijn, roodheid en/of zwelling). Koorts, huilen, hangerigheid. Soms koortsstuipen door de koorts. Zelden langdurig ontroostbaar huilen, collaps (flauwvallen) of verkleurde benen.
  • MenC
    Verschijnselen rond de prikplek (pijn, roodheid en/of zwelling). Koorts, huilen, hangerigheid. Heel zelden zeer hoge koorts. Zelden koortsstuipen.
  • HPV
    Verschijnselen rond de prikplek (pijn, roodheid en/of zwelling). Voorbijgaande vermoeidheid, hoofd- en spierpijn (spierpijn kan soms een paar dagen duren). Er kan koorts ontstaan.

Wilt u meer informatie?

Voor meer informatie over vaccineren kunt u kijken op de website van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bij Rijksvaccinatieprogramma: www.rijksvaccinatieprogramma.nl

Heeft u vragen?

Heeft u vragen na het lezen van deze folder? Dan kunt u contact opnemen met het consultatiebureau of uw behandelend arts.