Deze folder geeft u informatie over het borstvoedingsbeleid van Amsterdam UMC. Amsterdam UMC neemt het volgende standpunt betreffende borstvoeding in: Het beleid van Amsterdam UMC is er op gericht zowel gezonde als zieke pasgeborenen en zuigelingen optimaal te voeden en de binding tussen ouder en kind te bevorderen. Amsterdam UMC onderschrijft daarbij het belang van het geven van moedermelk als eerste keus en wil het geven van borstvoeding actief bevorderen en ondersteunen. Amsterdam UMC werkt volgens de uitgangspunten van het BFI (Baby Friendly Hospital, Unicef).
Uitgangspunten
Een goed borstvoedingsbeleid
Het Amsterdam UMC heeft de afspraken die over borstvoeding gemaakt zijn, in een beleid vastgelegd. Dit beleid wordt aan alle medewerkers van de afdelingen die met moeders en pasgeborenen werken bekend gemaakt als zij in Amsterdam UMC komen werken. Van deze medewerkers mag u verwachten dat zij u begeleiding kunnen geven bij het borstvoedingsproces.
Deskundige begeleiding
Alle artsen en verpleegkundigen zijn op de hoogte gebracht van de nieuwste inzichten betreffende borstvoeding en kunnen u helpen bij het geven van borstvoeding. Zijn er bijzondere problemen dan heeft u de mogelijkheid het advies van een lactatiekundige in te winnen.
Voorlichting aan aanstaande ouders
Als u tijdens uw zwangerschap onder controle was in Amsterdam UMC, dan bent u door de medewerkers van de polikliniek voorgelicht over de voordelen van borstvoeding voor moeder en kind. U ontvangt een voorlichtingsfilm welke u thuis kunt bekijken met alle informatie welke u nodig heeft om een goede start te maken met het geven van borstvoeding.
De eerste borstvoeding kort na de bevalling
Als de medische situatie het toelaat wordt uw kind zo snel mogelijk na de bevalling bloot op uw buik gelegd (‘huid-op-huidcontact’).
Goed aanleggen en zo nodig kolven
De eerste dagen na de geboorte leren we u hoe u de baby kunt aanleggen. Als dit (nog) niet mogelijk is krijgt u instructies hoe u melk kunt afkolven.
In principe geen bijvoeding
Een gezonde voldragen baby heeft geen andere voeding nodig dan borstvoeding. Tenzij de kinderarts u dit voorschrijft. Alle voeding die u naast de borstvoeding geeft heet bijvoeding. Dit is bij voorkeur afgekolfde moedermelk, eventueel aangevuld met kunstvoeding.
Moeder en kind bij elkaar
Als de medische situatie van moeder en pasgeborene het toelaat kunt u 24 uur per dag bij elkaar blijven. Dit heet ‘inroomen’. Voordeel hiervan is dat moeder en kind de mogelijkheid hebben elkaar goed te leren kennen. U leert te reageren op de eerste voedingssignalen van de baby en de borstvoeding hoeft niet onnodig te worden uitgesteld. Dit is van belang voor het op gang komen van de borstvoeding. Zijn er gezondheidsproblemen bij moeder of pasgeborene, dan is het afhankelijk van de afdeling waar zij verblijven of een vorm van inroomen mogelijk is.
Borstvoeding op verzoek
Als de medische situatie van moeder en pasgeborene het toelaat zal zoveel mogelijk borstvoeding op verzoek worden nagestreefd. Hierbij geeft u uw kind borstvoeding als het aangeeft daaraan toe te zijn. Zijn er problemen dan zal de kinderarts afspreken hoeveel en hoe vaak de pasgeborene voeding/bijvoeding nodig heeft.
Geen speen of fopspeen
Het gebruik van een fopspeen raden wij af: mogelijk mist u hierdoor voedingssignalen die de eerste dagen zo belangrijk zijn om de borstvoeding goed op gang te laten komen. Als u en uw kind door opname van elkaar gescheiden zijn, kan een fopspeen troost geven aan uw kind.
Samenwerken met borstvoedingsgroepen
Bij ontslag van u of uw kind dragen wij de zorg over naar de kraamzorg, consultatiebureau of ander ziekenhuis. Wij werken nauw met deze instanties samen om u goed te begeleiden bij het geven van borstvoeding.
Ondersteuning van lactatiekundige zorg
De lactatiekundigen IBCLC/ NLG in Amsterdam UMC ondersteunen de verpleegkundigen en artsen op de werkvloer. Zij worden indien nodig ingeschakeld door de verpleegkundige die voor u zorgt. In Amsterdam UMC werken op diverse afdelingen borstvoedingscoaches. Zij kunnen ondersteuning geven bij de fysiologische borstvoedingsbegeleiding.
Niet tevreden over het borstvoedingsbeleid van Amsterdam UMC?
Bent u niet tevreden over de begeleiding bij borstvoeding, dan kunt u ons helpen onze zorg te verbeteren door uw opmerkingen/suggesties/klachten te melden aan de verpleegkundige die voor u en/of uw kind zorgt. Wij zullen er dan alles aan doen om u nog tijdens uw opname beter van dienst te zijn. U kunt ook altijd achteraf uw klacht kenbaar maken in het ontslaggesprek of via de klachtenprocedure van Amsterdam UMC. Informatie hierover kunt u vinden op Klachten en claims locatie AMC Amsterdam UMC
Meer informatie:
Voor inhoudelijke informatie over borstvoeding in Amsterdam UMC verwijzen wij u graag door naar de website: www.borstvoeding.com
Indien u thuis een consult van een lactatiekundige nodig heeft kunt u via de website van de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen een zorgverlener in uw woonplaats vinden. Houdt er rekening mee dat daar kosten aan verbonden zijn, welke u als u (afhankelijk van uw verzekering) kunt declareren. www.nvlborstvoeding.nl