Klaarleggen
- Insulinepen (kant-en-klaar of vulbare pen)
- Injectienaaldje
- Naaldencontainer
- Haal de dop van de insulinepen.
- Indien de vloeistof in de pen niet helder is, zwenk de pen 10 keer.
- Plaats de naald loodrecht op de insulinepen en draai hem aan.
- Verwijder de 2 beschermdoppen.
- Draai aan de achterzijde van de pen op 2 eenheden en druk
- de injectieknop in totdat er insuline uitkomt. Herhaal zo nodig deze stap.
- Draai vervolgens de pen op de gewenste dosering.
- Kies de juiste injectieplaats (buik of benen), sluit uw hand om de pen en zorg dat uw duim bij de injectieknop kan.
- Steek de naald loodrecht in uw huid.
- Druk op de injectieknop en spuit langzaam de insuline tot op het scherm ‘0’ staat.
- Laat de naald nog 5 seconden in de huid zitten en haal de naald eruit.
- Verwijder de naald en doe deze in naaldencontainer.